De Wmo-onderdelen begeleiding en beschermd wonen kennen de grootste risico’s op fraude met geld dat bestemd is voor zorg. Dat schrijven onderzoekers van de EUR (Erasmus Universiteit Rotterdam) in een verkennende studie: ‘Naar rechtmatige zorg in het gemeentelijke sociale domein’. Gemeenten zijn niet goed uitgerust om fraude te bestrijden, concluderen zij. Eigenlijk is de cliënt de enige die een goed en direct oordeel kan vormen over of de verleende zorg ook rechtmatig is.
Fraude
‘De zorgaanbieders hebben de het meeste belang bij het plegen van fraude of ongepast gebruik van zorggeld’, aldus de onderzoekers. ‘Eventueel in combinatie met zorgkantoren of met de klant.’ Het gaat vaak om nieuwe voorzieningen, die gemeenten nog niet in de greep hebben. Daardoor komt er relatief veel macht bij de professionals te liggen en bij de zorgaanbieders. Zij bepalen welke zorg nodig is en wie de zorg levert.
Omvang
Het gaat volgens de onderzoekers om aanzienlijke bedragen, al kunnen ze geen schatting geven om hoeveel het eigenlijk gaat. ‘Het enige dat partijen, die inzicht in de financiële zorggegevens hebben, aangeven is dat de door hen opgespoorde fraude “het topje van de ijsberg” is’, aldus het rapport. ‘Inschattingen van deze partijen over de omvang van de fraude lopen uiteen van 1 procent tot 10 procent van de uitgaven voor zorg.’
Aanbevelingen
De onderzoekers geven 3 aanbevelingen aan gemeenten: Betere uitwisseling van kennis over kosten van de zorgproducten en betere medische kennis bij zorgconsulenten. Verder moeten cliënten in staat worden gesteld om hun oordeel te geven over de doelmatigheid van de verleende zorg. En de gemeenten moet zich niet meer richten op bestrijding van individuele fraudeurs, maar het georganiseerde karakter van fraude aanpakken.
Lees hier het rapport: ‘Naar rechtmatige zorg in het gemeentelijke sociale domein’