Jan Laurier is de nieuwe voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) en opvolger van Theo Roes. Laurier is senator voor GroenLinks en was eerder wethouder in Leiden. Hij is ook voorzitter van de Nederlandse Woonbond.
Hoe gaat het met het maatschappelijk werk?
‘In de beroepsgroep zie je heel verschillende ontwikkelingen. Rond de jeugdzorg worden nu bijvoorbeeld nieuwe initiatieven genomen in de Tweede Kamer. Ook de ontwikkeling van het bedrijfsmaatschappelijk werk is interessant. Bedrijven snappen dat ze zich moeten inzetten om bij een krappe arbeidsmarkt werknemers vast te houden. In de Wmo zie je bij het algemeen maatschappelijk werk op sommige plekken een verschraling van het werk. Aan de andere kant zie je juist ook weer een impuls dankzij de discussie over het nieuwe welzijnswerk.’
In hoeverre maakt het algemeen maatschappelijk werk al de omslag naar Welzijn Nieuwe Stijl?
‘De blik moet nog veel meer naar buiten gericht en de voorzieningen toegankelijker. En er kan nog veel beter worden samengewerkt. In de discussie bestaat wel een valkuil, namelijk dat iedereen alles maar moet kunnen. Het gaat er volgens de NVMW ook om de professionele kwaliteit te bewaken.’
Opereren maatschappelijk werkers nog vanuit een underdogpositie?
‘Dat zou onterecht zijn, maar in de beleving van sommigen wordt het beroep onvoldoende gewaardeerd. Hier en daar staat het werk onder grote druk. Er zijn stadsdelen in Amsterdam die het maatschappelijk werk proberen te beperken tot schuldhulpverlening. In de jeugdzorg, het bedrijfsmaatschappelijk en het schoolmaatschappelijk werk weten werkers hun professionele standaarden juist heel helder neer te zetten.’
Wat is de rol van de NVMW bij die positieverbetering?
‘We werken aan professionele standaarden door de ontwikkeling van een beroepscode, beroepsprofielen, workshops en scholingsprogramma’s. Tegelijkertijd nemen we volop deel aan de discussie over nieuw beleid. Onze kernactiviteit ligt bij het maatschappelijk werk, maar we spreken wel over samenwerking op terreinen als de gzz en jeugdzorg. Sociaal-pedagogische hulpverleners die binnen Phorza (de beroepsorganisatie van sph’ers die wordt opgeheven – red.) waren verenigd, hebben we ook een aanbod gedaan. Verder kennen we verschillende functiegroepen, zoals voor gezondheidszorg, schoolmaatschappelijk werk, jeugdzorg en de Master Social Work.’
Wat is het belang van Web 2.0 en sociale media als LinkedIn en Twitter? Wordt dat niet overschat?
‘Ook maatschappelijk werkers hebben behoefte aan nieuwe communicatievormen. Vanuit de vereniging spelen we daarop in met een vernieuwde website, verschillende LinkedIn-groepen en activiteiten op Twitter. Opvallend is dat we er de afgelopen maand wel 52 nieuwe leden bij hebben gekregen.’
Hoe tevreden bent u met het imago van de maatschappelijk werker?
‘Het vak beleeft een terechte herwaardering. In een samenleving waarin alles draait om eigen verantwoordelijkheid, is maatschappelijk werk voor mensen met wie het niet goed gaat een belangrijke voorziening. Wel kan de samenwerking met andere disciplines nog beter en zou het goed zijn de beleidsverkaveling te doorbreken.’
‘Op lokaal niveau zijn de gemeenten onze opdrachtgevers. Ik weet niet of die allemaal wel het belang zien van het maatschappelijk werk voor hun bewoners. Aanbestedingen binnen de Wmo zijn ook geen bijdrage aan de kwaliteit. Instellingen moeten daarom het belang van het maatschappelijk werk goed over het voetlicht brengen, want dat is echt niet alleen de taak van individuele maatschappelijk werkers of de beroepsgroep.’
Links: ‘Beter investeren in maatschappelijk werk dan in psychiatrie’, 15 november 2010, Margot Scholte: ‘Maatschappelijk werk moet meer aansluiten op alledaagse leven’, 19 januari 2010, Nieuwe kansen voor maatschappelijk werk, 6 december 2007
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
de titel komt niet meer terug in het artikel. het is vrij algemeen en gaat nergens echt op in. voor wie werd dit artikel geschreven?