Door Carolien Stam – ‘Ik was op zoek naar werk en kwam een oproep tegen: “Opvoedouders gezocht”. Misschien lastig, maar het leek me ook een mooie taak om delinquente jongeren weer terug in de samenleving te helpen. We hebben ons opgegeven. Vervolgens hebben we lang getwijfeld of
we zouden doorzetten. Wie haal je in huis? Tijdens de trainingsdagen voor het MTFC-programma zijn we overstag gegaan. Het programma werkt echt.’
Fout
Marie en André hebben inmiddels hun derde opvoedkind. Ze zijn opvoedouders in het Multidimensional Treatment Foster Care (MTFC)-programma voor jonge delinquenten en kinderen met ernstige gedragsproblemen van 12 tot 18 jaar. Jongeren leren binnen zes tot twaalf maanden een andere houding aan, zodat ze weer kunnen functioneren in de maatschappij. Dat gebeurt door goed gedrag te
stimuleren en fout gedrag te negeren. In plaats van in een gesloten jeugdinrichting kunnen jongeren in het MTFC-programma terecht. Saskia Moonen van het Leger des Heils staat in Nederland aan de basis van de invoering van het oorspronkelijk Amerikaanse programma.
Shag halen
De opvoedouders zijn een belangrijk onderdeel van het strakke, uitermate geprotocolleerde programma. Hun taak is een veilige en betrouwbare thuishaven te bieden aan jongeren die bepaald niet gemakkelijk te hanteren zijn. Toch krijg je als opvoedouder weinig problemen, weten Marie en André. ‘We gaan niet in discussie met de jongere. Dat is een uitgangspunt van het programma. Doet zich een probleem of een meningsverschil voor, dan verwijzen wij de jongere naar zijn programmasupervisor: “Wil je naar de winkel om shag te halen? Bel maar even met jouw programmasupervisor, ik kan dat niet beslissen”, zeggen we dan.’
Door geen discussie aan te gaan, ontstaat er ook geen spanning tussen opvoedouders en de jongere. ‘Consequenties uitleggen en negatieve feedback geven wordt uitsluitend door de programmasupervisor gedaan,’ zo licht MTFC-consultant Saskia Moonen toe. ‘In het MTFC-programma spreken we niet van straffen, maar van “negatieve feedback”. ‘Zo blijft de relatie tussen opvoedouder en de jongere neutraal. Er ontstaan geen ruzies en spanningen.’
Dat is de theorie, maar gaat dat in de praktijk ook zo? Jongeren, vooral de problematische, zijn vaak kampioen manipuleren. ‘Wij gaan nergens op in,’ zegt opvoedouder Marie, ‘dus wij hebben ook geen problemen met de jongere. Natuurlijk moet je dat leren. In het begin had ik best de neiging om te reageren op provocaties. Deze jongeren zijn gewend voortdurend het conflict op te zoeken. Het is voor hen ook heel vreemd als je daar niets mee doet.’
Wat is dan de autoriteit van de opvoedouder? Alleen door het handhaven van regels, kun je immers ook regels stellen. ‘Autoriteit heb je niet’, zegt Marie. ‘We zijn de baas in huis, er zijn huisregels. Verder bieden wij de jongeren vooral veiligheid en een luisterend oor, bijvoorbeeld als er iets rots is gebeurd.’
Lees verder in Zorg + Welzijn Magazine nummer 6, juni 2009.
Bron: Foto: ANP/Vincent Jannink