Door Alexandra Sweers – De stap naar de arbeidsmarkt is voor veel allochtone vrouwen nog vaak te groot. Zij hebben in eerste instantie moeite met de taal, waardoor ze vaak in een isolement raken. Het
project 1001 kracht helpt deze vrouwen door scholing en begeleiding. Projectleider Jenny van Eyma van MOVISIE: ‘Door hen vrijwilligerswerk te laten doen, komen ze meer in aanraking met de samenleving waardoor ze later wel die arbeidsmarkt op kunnen.’
Afspraken
Het project 1001 kracht is in 2007 door het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap in het leven geroepen en wordt al uitgevoerd door zes pilotgemeenten. Van Eyma: ‘De vier grote steden en Breda en Nijmegen werken al sinds vorig jaar met het project. Omdat het project zo succesvol is, hebben in juni vervolgens nog negen gemeenten een overeenkomst ondertekend. In oktober maken tien gemeenten het aantal compleet.’
Stappen
Volgens de projectleider bestaat het begeleidingstraject uit verschillende kleine stappen. Niet iedereen is meteen klaar voor vrijwilligerswerk, geeft Van Eyma aan. ‘Het begint met de taal. Het is vaak zo dat deze vrouwen eerst een taalcursus moeten volgen. De volgende stap is de ontmoeting met mensen uit het vrijwilligerswerk. Daarna volgen er nog meer stappen totdat het doel bereikt is: allochtone vrouwen klaar maken voor de arbeidsmarkt.’
Aansluiting
Zowel nieuw- als oudkomers kunnen meedoen aan dit project. ‘Veel vrouwen zijn geïnteresseerd in opvoeding en willen helpen bij bijvoorbeeld kinderopvang. Ook werken veel van hen in zorginstellingen. Het is misschien generaliserend gezegd, maar deze vorm van vrijwilligerswerk sluit aan bij hun privé-leven.’
Overzicht
Samen met de gemeente gaat de projectleider bekijken welke bestaande vrijwilligersactiviteiten gebundeld kunnen worden. ‘Uiteindelijk hebben de gemeenten de regie over het eigen project. Zij moeten bekijken hoe hun aanbod er op dit moment uitziet en hoe deze vrouwen kunnen participeren in vrijwilligersorganisaties. Maar vaak hebben zij niet het overzicht. Wij gaan in samenwerking met de gemeenten en een lokale coördinator deze samenhang en het overzicht op het aanbod voor vrijwilligerswerk tot stand brengen.’
