‘Uit de interviews met zwerfjongeren blijkt dat hun problemen al heel vroeg ontstaan,’ concludeert onderzoeker Nada de Groot van kenniscentrum MOVISIE. ‘Vaak voeren hun ouders al een dagelijkse strijd om het hoofd boven water te houden. Ze hebben problemen met alcohol en drugs, of er is sprake van mishandeling.’ In combinatie met heftige gebeurtenissen, zoals een scheiding of het overlijden, krijgen deze jongeren weinig kans op een goede voorbereiding op een zelfstandig leven. Ze ontwikkelen bovendien vaak psychische problemen.
Internationaal
Kenniscentrum MOVISIE bekijkt voor Nederland de situatie van zwerfjongeren in een groot internationaal onderzoek. Tegelijk wordt ook in Engeland, Portugal en Tsjechië gekeken naar de risicofactoren, het hulpaanbod en de levensloop van zwerfjongeren. ‘Zo krijgen we het probleem op de Europese agenda en kunnen we leren van de verschillen. We krijgen bovendien inzicht in hoe dakloosheid bij jongeren ontstaat’, legt onderzoeker Nada de Groot van MOVISIE uit. Het onderzoek duurt nog tot 2011.
Stress
De gezinssituatie is veelal onhoudbaar waardoor jongeren in een hulpverleningsinstelling terecht komen, of zelfs op straat. Zwerfjongeren leven niet allemaal op straat, het gaat er bij deze definitie meer om dat zij geen ‘thuis’ hebben. Wanneer de jongeren eenmaal weggaan uit hun benarde gezinssituatie, blijkt dat hun stressniveau afneemt.
Vangnet
De Groot: ‘In hun laatste verblijfplaats scoren ze bijna 100 procent op “stress”. Dat niveau daalt naar 80 procent in de nieuwe situatie. Dat zegt enerzijds iets over de ernst van de situatie waaruit ze gevlucht zijn, anderzijds geeft het een indicatie van de hulpverlening. Het is interessant om te zien dat in Tsjechië en Portugal die percentages in beide situaties redelijk gelijk blijven. Daar hebben ze een minder groot sociaal vangnet.’
Begeleider
Volgens de zwerfjongeren zelf valt er nog genoeg te verbeteren aan de hulpverlening, stelt De Groot. ‘Opvallend is dat 80 procent van de jongeren met een persoonlijk begeleider heel tevreden is. Maar we zien ook dat 85 procent aangeeft dat ze eigenlijk best in een vroeg stadium hulp wilden hebben en dat deze hulp wel het verschil had kunnen maken.’ Ook is er aan continuïteit in de hulpverlening een groot gebrek, zo blijkt uit de verhalen. ‘50 procent heeft al in twee tot vijf instellingen gewoond. Dat is een heel onrustig leven.’
Preventie
In Nederland wordt nog nauwelijks iets gedaan aan preventie en vroegtijdige interventies, stellen de onderzoekers. Een Engelse methodiek wordt in de komende periode getest in Nederland. De Groot: ‘Bij het Early Intervention Model dat in Engeland wordt gebruikt, werken hulpverleners met een checklist. Daarop worden risicofactoren als armoede en mishandeling aangevinkt. Wanneer een kind een bepaalde combinatie scoort, bepaalt dat het risico om dak- of thuisloos worden en vroegtijdig in te grijpen.’
Het onderzoek Combating Youth Homelessness wordt in 2011 afgerond. De resultaten worden in Brussel gepresenteerd. Voor meer informatie: www.movisie.nl
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: Foto: Stock.xchng