Bijna een op de vijf huishoudens in Nederland heeft risicovolle of problematische schulden. Een deel van deze groep, bijna 200 duizend huishoudens, zit al in een schuldhulpverleningstraject. Maar het grootste deel, bijna 1,2 miljoen huishoudens, nog niet. Voor deze groep is het vroegsignaleren van schulden doorslaggevend. Maar in veel gemeenten komt met niet verder dan een pilot vroegsignalering.
Project
In Sociaal Bestek leggen Jan Siebols en Fred Schippers, initiatiefnemers van het project landelijke uitrol Vroegsignalering, uit welke problemen gemeenten tegenkomen en hoe het project uitkomst biedt. Een van de redenen waarom veel initiatieven een vroege dood sterven is bijvoorbeeld omdat gemeenten het moeilijk voor elkaar krijgen om afspraken te maken met de veelheid van partijen die betrokken zijn bij schulden.
Individueel
Verder moeten de afspraken met crediteuren en de hulpverlening goed op elkaar aansluiten, wat vaak heel lastig blijkt te zijn. Ook verschillen de individuele omstandigheden van schuldenaren meestal zodanig, dat er geen blauwdruk is voor het proces van hulpverlening.
Gemeenten hebben sinds de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in 2012 veel werk verzet om schuldhulpverlening goed vorm te geven. Maar het kan en moet beter, blijkt uit de evaluatie van de wet. ‘We steken de hand in eigen boezem en hebben zeer kritisch gekeken naar onze aanpak als gemeenten en ketenpartners. Nu gaan we aan de slag.’ Lees meer>>
Privacy voorschriften
Een van de eerste vragen die vroegsignalering van schulden oproept, is of het wel verenigbaar is met de privacy voorschriften. Immers, informatie wordt uitgewisseld tussen crediteur en schuldhulp en pas daarna wordt contact gezocht met betrokken schuldenaar, zonder dat die een hulpvraag heeft gesteld. Voor meldingen van energieleveranciers, waterbedrijven en ziektekostenverzekeraars bestaat hiervoor specifieke regelgeving. Voor meldingen van woningbouwcorporaties geldt dat niet, en moet heel precies worden voldaan aan de eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens.
Woningbouwcorporatie
Volgens Siebols en Schippers starten projecten in gemeenten vaak met een bijeenkomst waar alle relevante partijen voor worden uitgenodigd. Iedereen stemt in met het opzetten van vroegsignalering, maar vervolgens heeft dat zoveel voeten in de aarde, dat het niet lukt. De auteurs adviseren om klein te beginnen: ‘Het is gemakkelijker om een goed lopende ketensamenwerking stapsgewijs uit te breiden met nieuwe partners. Woningbouwcorporaties vormen bijvoorbeeld als crediteur vaak een stimulerende factor om een lokaal een vroegsignaleringsproject te starten.’
Openstaande verplichtingen
Samenwerking tussen partijen moet worden vastgelegd in de strategische belangen van de betrokken partijen, aldus Siebols en Schippers. Zo hebben woningbouwcorporaties bijvoorbeeld belang bij een actieve rol van de gemeente. De corporaties zoeken vaak al contact met de achterstallige bewoner, maar kunnen daarbij alleen het gesprek aangaan over de eigen vordering. Meestal is er sprake is van een breder pakket aan openstaande verplichtingen dan alleen de huur. Er is dan een complex probleem dat om een integrale oplossing vraagt en de gemeente is nodig om de regie daarin te nemen.
Lees het hele artikel in Sociaal Bestek van augustus/september>>