Met partner- en gezinsgesprekken willen de hulpverleners in het Oranje Huis bepaalde patronen in het gezin doorbreken. De methodiek heeft als uitgangspunten: crisisinterventie, systeembenadering, verantwoord ouderschap en het vergroten van de veerkracht. ‘Laat ik voorop stellen dat er altijd mensen zijn waarbij de situatie zo ernstig is dat zij absoluut naar een geheime locatie moeten’, zegt de directeur. ‘Maar er zijn ook situaties waarbij met de juiste hulp het geweld gestopt kan worden.’
Knelpunten
Het Verwey Jonker Instituut deed onderzoek naar de Oranje Huis-methodiek die sinds 2009 bestaat. De onderzoekers concludeerden dat de cliënten doorgaans heel tevreden zijn over de hulpverlening en dat de methodiek niet wezenlijk aangepast hoeft te worden. ‘Natuurlijk zijn er wel knelpunten’, geeft de directeur toe. Zo vraagt de praktische ondersteuning van de cliënten meer tijd dan voorzien, is er meer hulpverlening voor kinderen nodig en heeft het oude pand zijn beperkingen. ‘Die knelpunten gaan we aanpakken, daarover zijn we al in gesprek met subsidieverstrekkers’, zegt Van den Brink.
Stiekem
‘Een deel van de vrouwen dat door geweld in de opvang raakt, wil uiteindelijk weer terug naar hun partner’, vertelt Van den Brink. ‘Daarbij weten we uit ervaring dat een geheime locatie heel moeilijk geheim is te houden. Dat stelt bovendien nogal wat eisen aan de cliënt. Zij mag met niemand contact opnemen.’ Soms gaan vrouwen stiekem weer terug naar de geweldpleger. Bij het Oranje Huis wordt daar liever niet stiekem over gedaan.
Veilig
De veiligheid staat daarbij hoog in het vaandel, legt Van den Brink uit. Cliënten in het Oranje Huis kunnen bezoek ontvangen, maar bezoekers kunnen niet te pas en te onpas het pand betreden. ‘We hebben een sluis en er is camerabeveiliging. Het publieke deel is afgesloten van het privé-gedeelte. We maken afspraken met de cliënten: sommigen mogen alleen op afspraak hun partner zien en dan is er altijd iemand bij. Maar dat hangt af van de individuele situatie.’
Zelfstandig
Niet alle vrouwen willen nog contact met hun partner of terug naar huis. ‘Na gemiddeld zes weken met intensieve begeleiding gaan de cliënten met hun kinderen en een plan terug naar huis, maar het komt ook voor dat ze zelfstandig gaan wonen’, zegt Van den Brink. ‘Daarvoor bestaan zogenaamde doorstroomlocaties.’
Onderzoeken
Er zijn overigens meer ontwikkelingen in dezelfde richting gaande in Nederland, vertelt de directeur. ‘De ervaring in de vrouwenopvang leert dat veel vrouwen na een tijdje beseffen dat ze hun relatie niet willen verbreken. Het is ook niet aan ons om hen te dwingen hun relatie op te geven.’ Blijf Groep Alkmaar heeft de kans gekregen om de methodiek te laten onderzoeken, vervolgt Van den Brink. ‘We gaan de knelpunten uit het onderzoek aanpakken en de methodiek aanbieden aan andere opvanginstellingen. Inmiddels blijkt uit een enquête dat er veel vraag naar is.’
Lees ook: Oranje Huis is nieuwe vorm van vrouwenopvang, 3 september 2009
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
