Hanan (23) kwam vijfenhalf jaar geleden met haar
ouders vanuit Marokko naar Nederland. Haar ouders melden haar bij de
vreemdelingenpolitie aan op hun naam. Volgens de wet moesten zij minstens een
jaar in Nederland verblijven om in aanmerking te komen voor een
verblijfsvergunning. Maar al na zes maanden gingen haar ouders weer terug naar
het vaderland en lieten Hanan in Nederland bij haar broer achter. Door de
terugkeer van haar ouders verloor Hanan haar recht op een verblijfsvergunning en
een uitkering. Zij moest opnieuw worden aangemeld bij de vreemdelingenpolitie
voor een zelfstandige vergunning. Voordat zij daar de kans voor kreeg, begon
haar broer haar te mishandelen. Hanan kwam in een crisiscentrum terecht, en werd
doorverwezen naar het opvanghuis voor islamitische vrouwen Saadet, een van de
acht huizen van Vrouwenopvang Rotterdam. Daar verblijft ze al bijna een jaar. Ze
is opnieuw aangemeld bij de vreemdelingenpolitie. Voorlopig kan ze niets anders
doen dan de beslissing over haar nieuwe vergunning afwachten.
Jaarlijks kloppen bij Saadet drie tot vier mishandelde meiden en vrouwen
zonder verblijfsvergunning aan. In totaal is er ruimte voor twintig vrouwen en
kinderen. Volgens het jaarverslag van 2000 van Vrouwenopvang Rotterdam (VR)
bleek 76 procent van alle vrouwen die hulp kwam zoeken te zijn mishandeld.
Daarvan heeft zestien procent geen zelfstandige verblijfstitel.
‘Wij kiezen ervoor deze vrouwen toch altijd op te vangen,’ vertelt
coördinator Selma Cürebal van Saadet. ‘Mocht het opvanghuis vol zitten, dan
zorgen wij ervoor dat die vrouwen naar één van onze andere opvanghuizen
terechtkunnen. ‘We weten dat ze meestal meer dan een jaar bij ons blijven, maar
wat moeten we anders? Het is onmenselijk om iemand in de kou te laten staan. De
vrouwen komen hier met blauwe plekken binnen. Ze zijn niet bekend met de
Koppelingswet. Wanneer we hen bij het intakegesprek vertellen dat ze een nieuwe
verblijfsvergunning moeten aanvragen en geen recht hebben op een uitkering, zijn
ze vaak gechoqueerd.’
Afhankelijk
Volgens de regels van het vreemdelingenrecht moet een vrouw drie jaar
zijn getrouwd om in aanmerking te komen voor een zelfstandige verblijfsstatus.
Tot die tijd is zij volledig afhankelijk van haar man. Wanneer zij haar man
verlaat vanwege mishandeling vervalt haar verblijfsvergunning. Zij dient dan een
vergunning aan te vragen voor voortgezet verblijf. Deze vrouwen zonder
verblijfsvergunning worden uitgesloten van inkomen, sociale verzekeringen en
ziektekostenverzekering.
‘Het kan jaren duren voordat de uitkering wordt toegekend,’ zegt
Cürebal. ‘Wij betalen samen met VR alles voor die vrouwen. Alsof deze vrouwen
nog niet genoeg problemen hebben, moeten ze zich ook nog zorgen maken over hun
inkomsten. Dat leidt vaak tot psychische problemen.’ De vrouwen hebben dan ook
drie keer in de week een gesprek met een hulpverlener. De hulpverleners praten
met hen over hun toestand en geven ze gelegenheid om hun hart te luchten. ‘Ze
vragen zich constant af of ze in het opvanghuis moeten blijven of maar weer
terug moeten gaan naar degene die ze mishandelt,’ zegt Cürebal. ‘Omdat de
mishandeling zo zwaar is, kiezen ze toch voor een verblijf in de opvang en
wachten de aanvraag voor een verblijfsvergunning hier af.’
Teruggaan naar het vaderland is voor velen geen optie. Een gescheiden vrouw
heeft daar helemaal geen toekomstvooruitzichten. Want vaak is het in het land
van herkomst een schande wanneer een vrouw haar man heeft verlaten. Ze loopt het
risico in haar eigen land opnieuw te worden bedreigd. Haar ouders zullen haar
niet steunen en de familie van de man gaat zich er ook mee bemoeien. Ook al is
de man de schuldige, het is de vrouw die er op wordt aangekeken. Zo ook in
Hanans situatie. ‘Mijn ouders willen geen contact meer met mij hebben omdat zij
vinden dat ik bij mijn broer moest blijven. Ze hebben zelfs de telefoon laten
afsluiten.’ Voorlopig rest Hanan niets anders dan wachten tot er een besluit van
de vreemdelingenpolitie ligt. Dat valt haar zwaar. ‘Ik wil zo graag iets doen
met mijn leven. Ik wil heel graag naar school, want ik heb hier nog nooit een
les kunnen volgen.’
Hanan is een van de vele vrouwen die jarenlang in onzekerheid moeten
leven. Dit brengt niet alleen spanning met zich mee voor de vrouwen, maar ook
voor de medewerkers in de opvanghuizen. ‘Wij voelen ons compleet machteloos,’
zegt Cürebal. ‘Wij doen wat wij kunnen door een advocaat te regelen en de vrouw
een aangifte tegen de man in te laten dienen. Maar wij kunnen haar helaas geen
verblijfsvergunning geven.’
Rode cijfers
Sinds de invoering van de Koppelingswet geven gemeenten geen geld meer
aan opvanghuizen die vrouwen als Hanan onderdak bieden. Voor de wet in werking
trad, maakten gemeenten nog wel uitzonderingen. ‘Gemeenten hadden toen nog een
apart geldpotje voor de meest schrijnende gevallen,’ zegt Els van Blokland,
advocate gespecialiseerd in het vreemdelingenrecht en personen- en familierecht.
Omdat de vrouwen zelf geen inkomsten hebben, betaalt het opvanghuis nu alles.
Elke vrouw krijgt per week f 11,30 aan zak- en kleedgeld. Vrouwenopvang
Rotterdam geeft de vrouwen dagelijks f 3,70 aan voedingsgeld. Ook betaalt het
extra kosten voor een bezoek aan de huisarts, schoenen, winterkleding of
schoolgeld voor de kinderen. Met als gevolg dat organisaties als Vrouwenopvang
Rotterdam in de rode cijfers terechtkomen. Waarnemend directeur Roswitha van
Plateringen van Vrouwenopvang Rotterdam: ‘De gemeente Rotterdam subsidieert ons
met iets meer dan 4,5 miljoen euro per jaar. Dit is voor de opvanghuizen, het
intakebureau en nog andere projecten zoals de opvang voor tienermoeders. Maar de
kraan is dicht voor vrouwen die met de Koppelingswet te maken hebben. De 4,5
miljoen dekt onze stijgende kosten, grotendeels vanwege de vrouwen die op een
zelfstandige verblijfsvergunning wachten, niet.’
Beschermen
Inmiddels weigeren sommige opvanghuizen vrouwen zonder een zelfstandige
verblijfsvergunning. Bij Vrouwenopvang Utrecht geldt die regel sinds enige tijd.
Daarbij komt dat de opvang van vrouwen zonder verblijfsvergunning een dermate
grote papierwinkel met zich meebrengt, dat de hulpverlening aan andere cliënten
erdoor dreigt onder te sneeuwen. Cürebal vindt dit echter geen reden om de
poorten voor deze vrouwen te sluiten. ‘Financiële redenen en bijvoorbeeld een
tekort aan plaatsen moeten geen excuus zijn om vrouwen te weigeren. Wanneer dit
wel gebeurt, ligt het probleem bij de overheid. Die moet meer plaatsen creëren
of ervoor zorgen dat er aparte opvang komt voor deze groep. De opvanghuizen
moeten deze vrouwen rust en veiligheid geven. Iedere mishandelde vrouw heeft
recht om op een goede manier te worden begeleid in de tijd die ze in een
opvanghuis doorbrengt.’ Advocate Van Blokland deelt deze mening. ‘In principe
heeft de opvang de taak om vrouwen op te vangen die met geweld te maken hebben.
Zij moeten er zijn voor de eerste noodhulp. Die verplichting is ook vastgelegd
in het vrouwenverdrag van de Verenigde Naties.’
De gedachte achter de Koppelingswet is om misbruik van uitkeringen door
mensen zonder verblijfsvergunning te voorkomen. Cürebal: ‘Er is waarschijnlijk
wel een aantal mensen die misbruik maakt van het recht op een uitkering, maar
daar moet je niet een hele groep vrouwen op afrekenen. Er moet per persoon
worden gekeken.
De vrouwen die naar ons toe komen, zitten hier niet zomaar. Vooral
allochtone vrouwen hebben het moeilijk. Zij moeten hun besluit om hun man te
verlaten dubbel overwegen, omdat zij nergens op terug kunnen vallen. Zij moeten
de zekerheid hebben dat ze bescherming krijgen van een opvanghuis. Het is
onmenselijk om iemand jarenlang in de opvang te laten zitten. De Koppelingswet
moet gewoon worden afgeschaft.’ Volgens Blokland valt het allemaal wel mee met
het gebruik van de uitkeringen door illegalen. ‘Er zijn maar weinig uitkeringen
gestopt door de Koppelingswet.’
*Om redenen van privacy is de naam Hanan gefingeerd/Elvira
Grabus