Door de coronacrisis voorspelt het Centraal Planbureau (CPB) een stevige economische crisis in de nabije toekomst. Afhankelijk van hoelang de contactbeperkingen aanhouden, voorspelt het CPB een werkloosheid van tussen de 4,5 en de 9,4 procent – waar het voor de coronacrisis ongeveer 3 procent was. ‘Aangezien we inmiddels weten dat de contactbeperkende maatregelen langer zullen gelden, is de verwachting dat de werkloosheid eerder aan de hoge dan aan de lage kant zal uitvallen’, stelt Mechelien van der Aalst, arbeidsmarktonderzoeker bij het UWV.
Krimp
Het UWV bekeek welke sectoren nu geraakt worden en hoe zwaar. Zoals bekend zijn de horeca, cultuur, luchtvaart en sierteelt enorm getroffen. UWV verwacht daar een zeer grote krimp. Ook de uitzendsector wordt flink geraakt. In deze sectoren werkte voor de crisis bij elkaar zo’n twintig procent van de Nederlandse werknemers. Nog eens twaalf procent van de werknemers werkte in een sector die grote krimp zal ervaren, sectoren als de detailhandel non-food, autohandel en personenvervoer. De logistiek, groothandel en specialistische zakelijke dienstverlening zijn sectoren die gemiddeld zullen krimpen. Al met al werkt 55 procent van de Nederlandse werknemers in een sector die (zeer) groot of gemiddeld krimpt.
Groei
De andere sectoren blijven volgens de huidige verwachtingen ongeveer gelijk of groeien zelfs. Vooral in de zorg- en welzijnssector is nu en de komende tijd juist groeiende vraag naar meer werknemers. ‘Eigenlijk was dit voor de coronacrisis al de verwachting’, legt Van der Aalst uit. ‘Vanwege de vergrijzing is er bijvoorbeeld steeds meer vraag naar personeel in de thuiszorg en verpleeghuiszorg. En zeker bij de start van de coronacrisis hadden juist de ziekenhuizen een grote behoefte aan personeel dat kon bijspringen op bijvoorbeeld de IC. Veel verpleeghuizen kampten met bijvoorbeeld met ziekteverzuim. We zagen toen het aantal vacatures voor helpenden, verzorgenden en verpleegkundigen ook stijgen, terwijl er voor de coronacrisis al grote tekorten waren in deze beroepen. Inmiddels lijkt de situatie in de zorg wat beter beheersbaar maar er blijft de komende jaren veel vraag naar dit soort mensen. Opleidingstrajecten en werving zijn soms tijdelijk on hold gezet, maar die gaan op een gegeven moment weer starten.’
Werk in welzijn
Hoe zit het met de sociaal werkers? Zij vallen ook onder de zorg- en welzijnssector. ‘Zeker, en ik verwacht dat die door de coronamaatregelen ook voor flinke uitdagingen staan. Er is naar verwachting meer behoefte aan ondersteuning bij eenzaamheid, somberte, begeleiding van vrijwilligerswerk. Dit betekent echter niet automatisch dat er ook meer vacatures voor sociaal werkers komen. Deze sector is namelijk vooral afhankelijk van gemeente financiering.’
UWV
Wel zullen de sociaal professionals dus meer mensen moeten helpen, onder andere mensen die hun baan kwijt zijn geraakt. Aanvankelijk komen mensen die hun baan verliezen terecht in de WW. Wat kan het UWV aan ondersteuning bieden? Van der Aalst: ‘Wij proberen de vacatures die er zijn goed zichtbaar te maken en roepen werkgevers juist nu op om hun vacatures door te geven aan het UWV. Verder gaat een groot deel van de ondersteuning online door, bijvoorbeeld met online trainingen of webinars, tips en suggesties in de werkmap of als het nodig is contact met de adviseur werk.’
Scholingsbudget
‘Daarnaast is er scholingsbudget beschikbaar om WW’ers met een afstand tot de arbeidsmarkt om te scholen’, vervolgt Van der Aalst. ‘Als je bijvoorbeeld een baan had in een sector waar nu geen werk in is en ook niet zal komen de komende tijd, dan is er budget om om te scholen naar beroepen waar juist een personeelstekort is. Vóór corona was er een enorme krapte op de arbeidsmarkt en was de lijst met sectoren waar personeelstekorten waren heel lang. Die lijst zal korter worden, maar er blijven sectoren waar personeel nodig is, zoals in de technische beroepen of dus in de verpleeghuizen en thuiszorg. UWV werkt daarnaast samen met werkgevers in verschillende sectoren aan scholingsprojecten, vaak met een baangarantie. Ook hier wordt er op dit moment veel aan gedaan om die projecten weer op te starten, waar mogelijk online of anders met voldoende afstand in praktijklokalen.’