Een op de 5 Nederlanders vindt dat de decentralisaties goed uitpakken. 47 Procent heeft geen vertrouwen in de decentralisatie, vooral niet bij de uitvoering van de ouderenzorg. Dat blijkt uit het vierde onderzoek van I&O Research. Vlak vóór 2015, voordat de Wmo en Jeugdwet overgingen naar de gemeente, gaf 54% aan geen vertrouwen te hebben. De waardering voor de geleverde zorg en voor de wijkteams gaat verder omlaag ten opzichte van 2015.
Sociale wijkteam
De waardering voor de sociale wijkteams is wederom ietsje gedaald. De hulp die mensen in 2016 van wijkteams krijgen werd beoordeeld met een 6,6. In 2015 was dat nog een 6,7. Een kwart van de mensen die bij het wijkteam aanklopten, gaven het wijkteam een onvoldoende. De reden: er is te weinig specialistische kennis aanwezig (47 procent), het duurt te lang voor de hulp kon worden geboden en er wordt slecht geluisterd (42 procent). Opmerkelijk is dat mensen die zelf hulp zoeken bij het wijkteam, de professionals een 8 geven.
Zelfsturing maakte de laatste jaren een snelle opmars in de wereld van zorg en welzijn. Maar leidt het tot betere hulpverlening? ‘Je gaat zonder moeite met een cliënt mee naar een arts want je vertrouwt erop dat je op andere dagen minder uren kunt maken en dat als jij vrij bent, je collega’s ook goede zorg bieden.’ Lees meer>>
Gevolgen van decentralisatie
Het onderzoek van I&O Research naar de gevolgen van de decentralisatie in 2016 is het vierde in de reeks. In december 2014 was de ‘nulmeting’. De professionele hulp en begeleiding worden door zorggebruikers in 2016 met een 7,4 gewaardeerd, dat was een 7,7 in 2014. Een op de tien mensen geeft een onvoldoende aan de geboden hulp. De belangrijkste redenen zijn de lange wachtlijsten (57%), niet goed luisteren naar de hulpvrager (50%) en niet goed samenwerken tussen organisaties (43%).
Jeugdhulp
De grootste problemen ondervinden mensen die jeugdhulp inroepen. De waardering daalde van 7,6 in 2014 naar een 7,0 in 2016. Vooral ouders die opvoedproblemen ondervinden zijn ontevreden en geven de hulp een 6,6. De hulp voor ouders voor een kind met verstandelijke beperking is iets verbeterd: die scoorde in 2014 een 7,6. In 2015 een 6,8 en in 2016 een 7,0. De zorg en ondersteuning vanuit de Wmo wordt, net als in 2015 het beste gewaardeerd met een 7,4.
Lees meer over het onderzoek van I&O research>>