Iedereen die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft, valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet. De wet vervangt de Wet werk en bijstand (Wwb), de Wet sociale werkvoorziening (WSW) en een groot deel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong) en moet voor meer participatie zorgen. Wat is de participatiewet verder?
Gevolgen participatiewet voor mensen met een bijstandsuitkering
Bijstandsgerechtigden moeten het werk dat ze aangeboden krijgen aannemen en houden. Ze moeten bereid zijn om maximaal 3 uur per dag te reizen. De gemeente moet de uitkering verlagen van mensen die zich niet aan deze regels houden. Als een bijstandsgerechtigde woonkosten kan delen met een huisgenoot van 21 jaar of ouder heeft, krijgt hij een lagere uitkering. De gemeente moet een tegenprestatie vragen voor de bijstand. Wanneer een bijstandsgerechtigde zich ernstig misdraagt tegen een gemeentelijke ambtenaar, dan mag de gemeente de uitkering verlagen. Alleenstaande ouders krijgen een lagere bijstand, maar wel extra kidngebonden budget. Tot slot is het Kabinet van plan voorwaarden te stellen aan de taalvaardigheid van mensen in de bijstand.
Gevolgen participatiewet voor de Wajong
Sinds 1 januari 2015 hebben alleen nog jonggehandicapten die niet kunnen werken recht op Wajong. UWV gaat tussen 2015 en 2018 de gegevens van mensen met een Wajong-uitkering van voor 2015 opnieuw bekijken. UWV weet niet van alle Wajongers met een uitkering van voor 2010 (oude Wajong) of zij kunnen werken. Voor een aantal hiervan is een (her)beoordeling door een arts of arbeidsdeskundige nodig. UWV weet dit wel van Wajongers met een uitkering van na 2010 (nieuwe Wajong). Voor hen is een herbeoordeling niet nodig. Wajongers zonder mogelijkheden om te werken, houden hun uitkering van 75% van het minimumloon. Wajongers die wel kunnen werken houden de uitkering ook, maar de hoogte ervan verandert. Deze wordt vanaf 2018 maximaal 70% van het minimumloon.
Gevolgen participatiewet voor sociale werkvoorziening
Er komen geen nieuwe plaatsen meer in de sociale werkvoorziening. Alleen mensen die op 31 december 2014 een vast contract hadden, houden hun plek en recht op salaris tot hun AOW-leeftijd. Mensen met een tijdelijk contract op die datum kunnen ook hun plek houden. Als het contract per 2015 af is gelopen, hoeft de gemeenten geen vervolgcontract aan te bieden. Zij komen mogelijk wel in aanmerking voor een werkloosheidsuitkering. Zonder contract kom je niet meer in de sociale werkvoorziening. Ook niet als je op de wachtlijst stond met een Wsw-indicatie. De gemeente begeleidt zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking naar werk bij een ‘gewone’ werkgever. Tot 2026 komen er daarom 125.000 extra banen voor arbeidsgehandicapten bij: 100.000 bij bedrijven en 25.000 bij de overheid.
Extra banen voor mensen met arbeidsbeperking
Werkgevers hebben met de overheid afgesproken extra banen te scheppen voor mensen met een arbeidsbeperking. Dat gaat zowel om beschutte banen als om niet-beschutte banen. De overheid gaat zelf ook extra banen scheppen. Geven werkgevers niet genoeg banen vrij? Dan dwingt de overheid deze af met een quotum. De overheid wil dit wettelijk vastleggen in de Quotumwet. De Quotumwet stel onder andere vast wie voor de extra banen in aanmerking komen. En welke maatregelen volgen als het quotum niet wordt gehaald. De Tweede en Eerste Kamer moeten het wetsvoorstel nog behandelen.
Leer meer over wet- en regelgeving op Zorg+Welzijn.