Oude Vrielink noemt in haar publicatie onder meer de elementen waarvan is gebleken dat ze werken bij ondersteuning. Het overzicht is vooral bedoeld als houvast en als handige aangrijpingspunten voor wijkteams, aldus de auteur.

Dit werkt bij het ondersteunen van zelfregie:

Om zelf te kunnen beslissen over het eigen leven  het eigenaarschap ondersteunen door samen met cliënten leer- of ontwikkeldoelen te formuleren. Cliënten kunnen samen met mensen die voor hen persoonlijk belangrijk zijn een plan opstellen om problemen aan te pakken en dit plan ook samen uit te voeren.  Een op een contact en een op de persoon toegesneden benadering zijn hierbij belangrijk. Ook reflectie is een element dat werkt. Cliënten krijgen hierdoor meer inzicht in zichzelf en de eigen situatie. Professionals zouden ook moeten aansluiten bij de motivatie van een cliënt. Verkennen waarom hij aarzelt in de aanpak bij zijn problemen en hem helpen hier stappen in te nemen. Richt je daarbij op positieve wensen en doelen. Bij ondersteuning draait het om perspectief, hoop en inspiratie.

Dit werkt bij het ondersteunen van zelfredzaamheid:

Ga niet uit van beperkingen of problemen, maar van mogelijkheden, kracht, talent en capaciteit. Als je als ondersteuner vertrouwen toont en je respectvol en kwetsbaar opstelt, zal het zelfvertrouwen van de cliënt groeien. Dat kan bijvoorbeeld door ervaringen uit te wisselen met lotgenoten. Leer de cliënt gerichte vaardigheden waardoor iemand het gevoel heeft controle te hebben over het eigen kunnen. Ook is het belangrijk om de cliënt de feitelijke informatie te geven over hun problemen en de gevolgen ervan en de mogelijke oplossingen. Help het netwerk van de cliënt te betrekken bij de situatie voor sociale steun en begrip voor de problematiek.

‘Ben je een productiemedewerker in dienst van een organisatie of ben je in dienst van het probleem zoals dat door een burger wordt ervaren?’ Volgens publicist en onderzoeker Jos van der Lans is de professional zelf uiteindelijk de kern van de transities. Lees meer >>

Dit werkt bij mantelzorgondersteuning:

Geef mantelzorgers informatie over het aanbod aan voorzieningen zodat ze beter hun weg kunnen vinden in het ondersteuningsaanbod. Maak mantelzorgers bovendien bewust van hun situatie zodat ze beter zicht krijgen op hun grenzen en mogelijkheden. Leer hen daarbij de vaardigheden om met hun situatie om te kunnen gaan. Bijvoorbeeld communicatievaardigheden om hun wensen en grenzen beter aan te kunnen geven.

Dit werkt bij het ondersteunen van vrijwilligers:

Zet in op de wensen van de vrijwilligers. Inventariseer het aanbod van vrijwilligers en zoek daar passende activiteiten bij in plaats van te denken in functies en activiteiten waar vrijwilligers nodig zijn. Benader de vrijwilligers persoonlijk en heb aandacht voor hun netwerk. Zo spreek je mensen aan op hun natuurlijke betrokkenheid bij een wijk of organisatie. Potentiële vrijwilligers zijn beter te betrekken via een vrijwilliger die hen uitnodigt. Ze kunnen zich met die persoon identificeren.

De verschuiving van professionele naar vrijwillige inzet zorgt niet alleen voor veranderingen in taken en verantwoordelijkheden, maar ook voor spanningen en (sluimerende) conflicten. Wanneer werkt vrijwilligerswerk?

Dit werkt bij het ondersteunen van maatschappelijke initiatieven:

Ga persoonlijk en op een pro-actieve manier het contact aan met bewoners. Stimuleer hen mee te doen aan buurtinitiatieven en begeleidt ze daarbij. Je kunt hiervoor ook sleutelpersonen in de wijk benaderen. Let daarbij goed op de behoeftes van de bewoners en wat ze kunnen. Maak het meedoen aan activiteiten laagdrempelig door bijvoorbeeld een plek te organiseren waar buurtbewoners elkaar kunnen ontmoeten . Je kunt het vertrouwen van bewoners winnen door bijvoorbeeld een cursus aan te bieden of ze in de organisatie te laten werken. Zo dragen ze het initiatief zelf. Ga daarbij gewoon beginnen: kleine acties kunnen verder groeien.

Download hier de publicatie ‘Bouwen aan burgerkracht in het sociale domein’ >>