Een gemiddelde middag in Wijkcentrum Waterkracht in de wijk Waterkwartier had er voor de coranacrisis zo maar zo uit kunnen zien: aan een tafel zit een clubje oudere autochtone mannen te klaverjassen, een tafel verderop zit een zzp-er te werken op zijn laptop, daarnaast speelt een groepje Eritrese mannen een kaartspel, twee jongeren zijn aan het tafeltennissen, een vrijwilliger geeft een Afghaanse moeder taalles en in de speelhoek vermaken twee peuters zich met de blokken, terwijl hun moeders samen genieten van hun lunch.
Eenzijdig
En dat is een wezenlijk ander beeld dan toen Dorine Rüter twee jaar geleden het beheer van het Wijkcentrum overnam van de plaatselijke welzijnsorganisatie. Toen trok het Wijkcentrum voornamelijk autochtone ouderen. De gemeente wilde dat Waterkracht meer een buurtcentrum zou worden voor en door bewoners, en ook veel wijkbewoners wilden dat de bezoekers een betere afspiegeling zouden vormen van de wijk. Rüter, zelf bewoner van het Waterkwartier, kreeg met haar stichting Lokaal de opdracht dit voor elkaar te krijgen.
Iedereen welkom
Dit lijkt nu twee jaar later al grotendeels gelukt. Hoe heeft ze dat, met haar team van vrijwilligers, voor elkaar gekregen? ‘Het lijkt heel ingewikkeld, maar dat is het eigenlijk niet’, zegt Rüter, die eerder voor duurzaamheidsorganisatie Urgenda werkte en zakelijk leider was van een sociaal onderneming in Rotterdam. ‘Het is een combinatie van een andere inrichting, een ander aanbod en een andere benadering met als rode draad: in alles uitstralen dat iedereen welkom is.’
Huiskamer
Als eerste pakte Rüter de inrichting aan. De stamtafel werd verplaatst waardoor die minder dominant bij de ingang stond, er kwamen tafels en zitjes bij, lekkere loungebanken, een pingpongtafel en tafelvoetbalspel en een speelhoek voor de kinderen. ‘De sfeer is heel informeel’, zegt Rüter. ‘Een beetje rommelig met stapels boeken en spelletjes. We willen een huiskamersfeer omdat we ook echt een levendige huiskamer willen zijn voor iedereen. En dat sloeg eigenlijk vanaf dag één aan.’
Breder aanbod
Vervolgens werd het aanbod aan activiteiten flink uitgebreid en verbreed. Voor ouderen is er onder andere sjoelen en gymnastiek. Daarnaast is er wekelijks een naai-atelier en een brei/haak-atelier. Speciaal voor jongeren is er onder andere schaakles en huiswerkbegeleiding en voor de kleintjes een knutsel- en speelmiddag. Budgetmaatjes en het wijkteam houden er wekelijks spreekuur en er is een formulieren-inloop waar mensen hulp kunnen krijgen bij hun papierwerk. Daarnaast is iedereen altijd welkom voor koffie en een praatje en wordt er ook een lunch geserveerd.
Uniek
‘Bij Waterkracht combineren we een functie van bewonersorganisatie, met die van welzijn en sociaal ondernemen’, zegt Rüter. En dat maakt het Wijkcentrum volgens haar niet alleen uniek, maar zorgt er ook voor dat bewoners zich betrokken en geprikkeld voelen. ‘Ons aanbod is grotendeels tot stand gekomen vanuit ideeën van wijkbewoners zelf. Heel soms organiseren we als team iets, maar we proberen het altijd zo snel mogelijk over te dragen aan vrijwilligers uit de buurt of een sociale partner. Dat is een cruciale dynamiek waardoor ons aanbod dus ook als “eigen” voelt.’
Verbindingsplek
Rüter is er ‘supertrots’ op dat het haar met deze aanpak is gelukt om veel meer bezoekers en een veel gemengder publiek te trekken. ‘Daar krijgen we ook heel veel positieve reacties op, van de wijkbewoners, maar ook van sociale partners die graag met ons samenwerken.’ Toch leunt ze nog niet tevreden achterover, want al die verschillende mensen komen nu wel binnen, maar mengen doen ze niet vanzelf; ze zitten nog vooral bij hun eigen clubje, of eigen activiteit. En dat er iets meer gemengd wordt, ziet Rüter ook als een belangrijke taak van het Wijkcentrum. ‘Het is uiteindelijk ons doel dat er een soort ecosysteem ontstaat van verschillende mensen die met elkaar verbonden zijn. Want dat, daar ben ik echt van overtuigd, maakt de wijkbewoners, én de wijk, sterker.’
Eten en dansen
Een mooie activiteit om tot meer verbinding te komen, is de maandelijkse gezamenlijke maaltijd waarbij iedereen die komt zelf eten meeneemt, vertelt Rüter. ‘Regelmatig zijn er wel zeventig mensen. Ik hou altijd een inleidend praatje en vervolgens zie je mensen dan vaak wel voorzichtig nieuwe contacten leggen. Vaak wordt er aan het eind zelfs gedanst. Dat zijn wel de momenten waarop ik denk: Hier gebeurt wat. Het werkt.’