Door Patrick Pouw – Interapy.nl. Kleurjeleven.nl. Questionzone.nl. Het is een kleine greep uit het overweldigende aanbod aan psychische hulp die op internet wordt aangeboden. E-hulp wordt het al genoemd. Steeds meer GGZ-instellingen maken er gebruik van. Om informatie te verstrekken. Om zelfhulpcursussen aan te bieden. Maar ook om cliënten, via internet, volledig te behandelen. Vijftien jaar geleden was dat ondenkbaar, zegt Alfred Lange, professor klinische psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘Er werd in die jaren niets eens over nágedacht. Laat staan dat internet gebruikt werd in de geestelijke gezondheidszorg.’
Autoriteit
Toch staat Nederland tegenwoordig wereldwijd bekend als het land waar het allemaal begon. En professor Alfred Lange geldt als dé autoriteit op het gebied van internet-therapie. Tien jaar geleden werd hij gevraagd om mee te denken over de mogelijkheden om op een wetenschappelijk-onderbouwde manier therapie aan te bieden op het wereldwijde web. Daarvoor sloegen de vakgroepen klinische psychologie en sociaal-wetenschappelijke informatica de handen ineen. Interapy.nl was geboren. In die jaren werd al wel gebruik gemaakt van emailconsulten, maar Interapy vond dat het anders en beter moest, zegt Bart Schrieken, die als psycholoog verbonden is aan Interapy. ‘Emailconsulten vonden we niet geschikt omdat je te weinig van mensen weet als je alleen daarvan gebruik maakt. Wij vonden dat je cliënten beter in kaart moest brengen om ze goed te kunnen behandelen. We wisten ook al snel dat we gebruik zouden maken van cliëntprofielen en daarop gebaseerde behandelmethoden. Bij ons hebben cliënten een uitgebreid telefonisch gesprek met de behandelaar nadat ze een uitgebreide vragenlijst hebben ingevuld. Vervolgens gaan ze op hun eigen website, onder begeleiding van de behandelaar, aan de slag met hun persoonlijke behandelprogramma. Het is een snelkookprogramma, waarbij de cliënt meer in charge is dan bij de reguliere behandelmethodes.’
Resultaat
Vanaf het begin waren de resultaten goed, blijkt ook uit onderzoek van het Trimbos Instituut, dat grootschalig onderzoek deed naar e-hulp. (Zie kader.) Professor Lange: ‘Toen we begonnen zag ik de mogelijkheden, maar ook ik had niet verwacht dat het zó goed zou uitpakken.’ In tien jaar werden 3.500 Nederlanders met psychische klachten behandeld. Het cliëntenprofiel – gemiddelde leeftijd 47 jaar, 80 procent vrouw – lijkt daarbij verrassend veel op het profiel van cliënten bij reguliere instellingen voor geestelijke gezondheidszorg. Interapy is tien jaar na de eerste stappen op het internet onderdeel van zes regionale GGZ-instellingen en volledig geïntegreerd in het zorgstelsel: huisartsen verwijzen door naar de internet-therapie en behandelingen worden vergoed. Toch bestaat er bij sommige verwijzers nog schroom, zegt Schrieken. ‘Ze hebben het idee dat ze mensen afschepen met een internetbehandeling.’ Ook Schrieken blijft ondanks de successen realistisch over de mogelijkheden van therapie met behulp van internet. ‘We werken bewust heel nauw samen met GGZ-instellingen. Je kunt dit niet geïsoleerd doen. Zeventien procent van de mensen die bij ons terechtkomen worden ook weer terugverwezen naar de huisarts. Zo is Interapy ongeschikt voor mensen met een aanleg voor psychosen en mensen met dissociatieve stoornissen en cliënten met suïcideplannen.’
Kritiek
Vanaf het begin was er, naast lof, ook kritiek op de nieuwe vorm van therapie. Vooral het ontbreken van non-verbale communicatie werd als een zwakte gezien. ‘Die kritiek is op zich legitiem,’ zegt Schrieken. ‘Uit onderzoek onder duizend van onze cliënten blijkt dat 33 procent graag een behandelaar had gezien. Maar tegelijkertijd geeft diezelfde groep een 8,7 als cijfer voor de behandelmethode. Interapy kun je daarmee niet afdoen als kil, koud en klinisch.’
Lees het hele artikel in Zorg + Welzijn Magazine 1, januari 2008