De waarden van het sociaal werk (politiserend, nabij, generalistisch, procesmatig en verbindend) staan volgens Rudi Roose onder druk. Daarom is het belangrijk dat sociaal werkers meer erkenning opeisen, zonder hun eigenheid te verliezen. Dat kan als het sociaal werk haar onvolmaaktheid omarmt, meent Roose. Roose is professor Sociaal Werk aan de Universiteit Gent. Donderdag 14 november gaf hij de Marie Kamphuis-lezing.
Verlies uzelf niet
‘In het verleden hebben we gezien dat wanneer sociaal werk erkenning krijgt, ze vaak precies verloren wat hen tot sociaal werkers maakt. De valkuil is om erkenning te krijgen door bijvoorbeeld haar praktijk als therapeutische praktijk voor te spiegelen, of te doen alsof het sociaal werk planbaar is. Als we die erkenning willen voor wat sociaal werk is, moeten we de onvolmaaktheid en kwetsbaarheid ervan erkennen. Want als je werk goed en vlot verloopt, zie je waarschijnlijk iets over het hoofd. Ons werk kan bijna niet effectief, efficiënt, netjes en voorspelbaar verlopen als je kijkt naar over welke gezinnen en casussen het gaat.’
Dat wat ontsnapt
‘Een belangrijk principe van het sociaal werk is om in de gaten te houden wat aan onze aandacht ontsnapt. Wij werken met thema’s als criminaliteit, sociale uitsluiting en tegenwoordig ook vluchtelingen. Sociaal werk is een mensenrechtenpraktijk. We kunnen niet alleen mensen voor wie we empathie voelen helpen, we moeten er ook zijn voor hen voor wie we dat juist niet voelen. We moeten een antwoord vinden op de moeilijke gevallen, maar dat is per definitie onvolmaakt. Daarom moeten we blijven kijken naar wat we niet zien.’
Geen plan vooraf
Op de bijeenkomst ‘De agenda van het sociaal werk’ ging de discussie over of sociaal werkers individueel of collectief moeten werken. Of ze een koelkast vol beschimmeld eten moeten uitruimen of hun cliënten moeten leren deze uit te ruimen. Rooses antwoord daarop is: ‘We moeten doen wat nodig is en dat weet je pas als je er bent. Het is een basisprincipe van het sociaal werk dat je in interactie treedt met de sociale problemen, zonder van te voren te fantaseren over wat er wel of niet moet gaan gebeuren.’
Meer weten? Hier vind je informatie en kun je je aanmelden voor het Congres Sociale Uitsluiting>>
Fouten maken
Het derde principe van het sociaal werk is het belang van fouten maken. ‘Niet opzettelijk hoor’, zegt Roose grijnzend, ‘maar het is wel een kenmerk van sociaal werk. We zullen fouten maken en we leren van die fouten. Ik heb als sociaal werker vele goede dingen gedaan en vele ongelofelijk stupide dingen gedaan. Zoals Churchill zei: Success is the ability to go from one failure to another without loss of enthusiasm.’
Blije Sisyphus
We hebben mensen nodig die bereid zijn om in moeilijke omstandigheden te werken en kunnen omgaan met het feit dat het soms goed gaat, vaak moeilijk en altijd complex is. Mijn favoriete metafoor is die van Sisyphus, de figuur uit de Griekse mythologie die gestraft wordt door de goden met de opdracht om een steen de berg op te rollen en die, net voor hij boven is, weer naar beneden rolt. Sociaal werk is Sisyphus-werk. Dat klinkt deprimerend, maar denk erover als een blije Sisyphus. Albert Camus, de Franse schrijver en filosoof, legde ons uit dat de straf van Sisyphus niet is dat de steen naar beneden rolt; de werkelijke foltering is de teleurstelling en de hoop dat het toch ooit zal lukken de steen op de top te krijgen en teleurstelling als de steen weer naar beneden rolt. Wij sociaal werkers kunnen een blije Sisyphus worden door op te houden met denken dat het ooit gaat lukken. Dan kunnen we namelijk met een blij gemoed de steen de berg op rollen. Laten we ons verenigen en trots zijn op onze onvolmaaktheid.’
Deze lezing werd gegeven tijdens de bijeenkomst ‘de agenda van het sociaal werk’, georganiseerd door Movisie, de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk (BPSW), Marie Kamphuis Stichting, Platform voor Sociale Vraagstukken en Platform voor Buurtontwikkeling Buurtwijs.