Cliënten en patiënten kunnen al best veel met eHealth: informatie-, communicatie en vooral internet-technologie om de zorg te ondersteunen. Ze kunnen online herhaalrecepten aanvragen, op afstand zichzelf laten volgen door een zorgverlener, met een app een persoonlijk gezondheidsdossier aanmaken en daarin hun zelf gemeten bloeddruk vastleggen, beeldbellen met de thuiszorg of op het juiste tijdstip de juiste hoeveelheid medicatie innemen dankzij een medicijndispenser.

Meerwaarde

In vergelijking met het buitenland doen we het best goed, zo blijkt uit de eHealth monitor 2014. Vooral op het gebied van dossiervorming en informatie-uitwisseling. We zien in dat nieuwe technologie geen doel op zich is, maar dat het wel kan meehelpen aan betere zorg. Toch wordt eHealth nog niet heel vaak ingezet. Een van de redenen is dat zorggebruikers en zorgverleners nog niet echt de meerwaarde inzien van deze nieuwe technologieën. Ook weten beide groepen niet altijd wat er allemaal mogelijk is. Het advies aan de zorgprofessional is dan ook: leer wat er allemaal mogelijk is en vertel zorggebruikers wat er allemaal kan.

‘Online hulpverlening en blended hulpverlening geven de sociale professional veel meer mogelijkheden om het beter te doen.’ Kim Baesjou pleit voor digitale vernieuwing in het welzijnswerk. En nee, problemen los je niet zomaar op met een online testje. Lees hier meer >>

Wat kan er met eHealth?

1. Zoeken en bijhouden van informatie over gezondheid

De zorgvrager kan zelf op internet en mobiele apps digitale zelftests doen, zelf zijn gegevens bijhouden over zijn gezondheid of online praten met lotgenoten. Denk aan het meten van gewicht en bloeddruk of het bijhouden van lichamelijke activiteit zoals een stappenteller. Ook zoeken zorgvragers via internet informatie over een ziekte of behandeling.
2. Communiceren met de professional
De zorggebruiker kan online afspraken maken of vragen stellen aan een zorgprofessional. Hoewel dit al bij veel zorgverleners kan, zegt ongeveer de helft of meer van de zorggebruikers niet te weten dat deze mogelijkheden er zijn. Ook kan de patiënt/cliënt online zijn zorgdossier inzien, al is deze mogelijkheid nog wel beperkt.
3. Online behandeling
In bijvoorbeeld de GGZ komt het online behandelen regelmatig voor. Psychiaters geven online hulp via een chatfunctie of via beeldbellen. Zorgvragers kunnen bijvoorbeeld ook psychologische zelftesten doen.  Ook zijn er zorgverleners die op afstand de gezondheid van de zorgvrager in de gaten houden. Bijvoorbeeld bij patiënten met diabetes, hartfalen of COPD.

Meer weten over nieuwe technologieën in zorg en welzijn? Innovator Geert Klein Breteler tipt je iedere maand in de rubriek Dititalia in het Zorg + Welzijn magazine over nieuwe digitale ontwikkelingen.

4. Begeleiding op afstand

Zorgvragers krijgen thuis of in verpleeg- of verzorgingsinstellingen begeleiding op afstand. Denk aan bewegingsmelders of valdetectie. Andere voorbeelden zijn medicijndispensers en beeldbellen tussen de zorgvrager en de centrale.
5. Elektronische dossiers
In elektronische dossiers worden patiënt- en cliëntgegevens geregistreerd. Deze digitale dossiers kunnen ook automatisch waarschuwen over bijvoorbeeld mogelijke interacties tussen geneesmiddelen.
6. Elektronisch communiceren tussen zorgverleners
Wanneer zorgverleners van verschillende disciplines samenwerken in de zorg aan een persoon is het handig wanneer zij bepaalde informatie snel met elkaar kunnen delen. Op het gebied van elektronische informatieuitwisseling tussen zorgverleners is al veel mogelijk. Huisartsen lopen hierbij voorop. Zij communiceren veel met apotheken, huisartsenposten, laboratoria en ziekenhuizen.