Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Weinig bekend over effectiviteit opvangmethoden

De werkzaamheid van de methoden voor opvang van daklozen en cliënten van de vrouwenopvang is nog te weinig onderzocht. ‘Van veel methoden is niet duidelijk hoe effectief ze zijn en volgens velen wordt er nog veel op gevoel gedaan’, zegt onderzoeker Silke van Arum.
Weinig bekend over effectiviteit opvangmethoden

Door Ephraïm Patty – Voor het onderzoek ‘Wat werkt? Een onderzoek naar de effectiviteit en de praktische bruikbaarheid van methoden in de vrouwenopvang, de maatschappelijke opvang en opvang voor zwerfjongeren’, van MOVISIE en het Trimbos-instituut worden achttien veelgebruikte methoden beschreven en gaan de onderzoekers na of er wetenschappelijk bewijs is of de methode werkt.

Gevoel
De uitkomst stemt overeen met een eerdere constatering van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (RMO) uit 2006. Die constateerde dat te veel interventies in de sociale sector op gevoel en ideologische gronden worden gedaan. ‘Dat idee leeft nog steeds, zo blijkt ook uit ons onderzoek’, zegt Van Arum.

Praktijkervaringen
‘Uitvoerders gaan vooral uit van praktijkervaringen. Van de achttien onderzochte methoden hadden er twee gebruik gemaakt van een zogenaamde randomized controlled trial (RCT). Daarbij wordt de te testen behandeling uitgevoerd bij een testgroep. Dit wordt dan weer vergeleken met een vergelijkbare groep patiënten die niet op die manier wordt behandeld.’

Effectiviteit
Volgens de onderzoekers zou het goed zijn om te kijken naar de effectiviteit van methodes. Maar Van Arum snapt ook wel waarom er nog weinig onderzoek naar is gedaan. ‘Als je dat wil onderzoeken, dan moet de methode goed uitgewerkt en duidelijk beschreven zijn. Maar meerdere methoden worden door praktijkervaringen vaak gecombineerd, waardoor er vaak geen duidelijk uitgewerkte methode op papier staat. Verder vraagt het werken met een RCT om een grote hoeveelheid van cliënten.’

Kwantitatief
Toch denkt Van Arum dat de effectiviteit goed onderzocht kan worden. ‘Zo’n RCT werkt erg kwantitatief; er wordt vooral gekeken naar cijfers, waardoor we maar in beperkte mate de sociale werkelijkheid kunnen begrijpen. Kwalitatieve gegevens, door te vragen naar personen die bij een bepaalde methode betrokken te zijn, zijn nodig voor zicht op de werkzame elementen.’

Kruisbestuiving
Om hiertoe te komen moet er alleen wel beter worden samengewerkt tussen de wetenschap en de praktijk, denkt ze. ‘Nu wordt er vaak nog sceptisch gereageerd als een onderzoeker onderzoek komt doen in de praktijk, terwijl een kruisbestuiving tussen die twee velden nodig is.’

Beproefde kennis
Wat werkt? loopt vooruit op het project ‘Beproefde kennis’ dat MOVISIE in de komende vijf jaar in de sociale sector zal uitvoeren in opdracht van het Ministerie van VWS. Hierin wordt de effectiviteit van de sociale sector onderzocht en beoordeeld. Het project is onderdeel van het nieuwe VWS-programma Beter in meedoen dat zich richt op de verbetering van de kwaliteit van de uitvoering van de Wmo.

Delen
Het is van belang dat er goed naar de verschillende methoden gekeken wordt, vindt de onderzoekster. ‘Dan pas weet je of die methode ook echt werkt. En dan kun je die kennis ook delen. Natuurlijk werkt een bepaalde methode niet voor iedereen, maar het levert enorm veel kennis op. Binnen de sociale sector gebeurt heel veel goeds, maar wat zorgt er nu precies voor dat het zo goed werkt? Het is goed om hier kijk op te krijgen.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.