Zijn oproep is te vinden op het forum van de website carrièretijgers.nl. Voormalig ICT-ondernemer Marvin (40) zoekt een parttimebaan in de zorg. Ervaring heeft hij niet, maar hij is van plan een opleiding te gaan volgen, en hij is zeer gemotiveerd om in de sociaal pedagogische hulpverlening aan de slag te gaan. Hij heeft altijd mensen gestimuleerd om meer uit hun leven te halen, en voelt zich nu – na zijn carrière als ondernemer – geroepen ‘om mensen en kinderen die problemen hebben te helpen.’
Ja, Marvin wil wel. Maar hoe welkom is de oud-ICT-ondernemer in de zorg? Zitten werkgevers op hem te wachten? En hoe zit dat met toekomstige collega’s?
Kijkend naar de verontrustende prognoses over personeelstekorten in de zorg zou je verwachten dat gemotiveerde werkzoekenden als Marvin meer dan welkom zou zijn. Volgens onderzoek- en adviesbureau Prismant heeft de zorg over twee jaar een tekort van zeker 14.000 personeelsleden. En dat is nog het voorzichtigste scenario. In het zogeheten ‘hoger scenario’ wordt een tekort van ruim 36.000 mensen verwacht. Vooral aan verpleegkundigen en verzorgden is straks een groot gebrek. Verpleeg- en verzorgingstehuizen, ziekenhuizen, de GGZ en de gehandicaptenzorg krijgen het allemaal moeilijk. Ook de jeugdzorg en kinderopvang zitten in 2012 om personeel te springen.
Kredietcrisis
Misschien dat die kredietcrisis wat dat betreft een geluk bij een ongeluk is, wordt al geroepen. Al die mensen die hun baan verliezen, kunnen mooi als zij-instromer aan de slag in de zorg, waar volop werk is, nietwaar?
Dat is niet helemaal een onzinnige gedachte. In de jaren negentig, toen het economisch ook minder ging, zag de zorg nieuwe personeelsaanwas, zegt Willem van der Windt van Prismant. En vakbonden, werkgevers en beroepsorganisaties erkennen dat zij-instromers niet zelden echt een toegevoegde waarde hebben. Ze zijn gemotiveerd en zelfstandig, ze hebben veelal een fikse portie levenservaring, en ze pakken nieuwe taken snel op. Bovendien hebben ze, net als Marvin, vaak ook nog een echte drive om eindelijk met mensen te werken.
Toch is het personeeltekort in de zorg niet zomaar op te lossen met de instroom van mensen uit andere bedrijfstakken, waarschuwt Van der Windt. ‘Er wordt wel gedacht: we lossen dat vacature-overschot lekker op met het aannemen van allerlei mensen die nu werkloos worden. Maar zo werkt het niet: je hebt in de zorg gekwalificeerd personeel nodig. En zij-instromers beschikken veelal niet over de juiste papieren.’
Scholing
Ook Joyce van Solinge van stichting Fonds voor Arbeidsmarktbeleid en Opleidingen Thuiszorg (FAOT) benadrukt dat ‘scholing nodig is om de overstap te maken naar de zorg’. Dat was een paar jaar geleden dan ook een belangrijke conclusie in de evaluatie van de campagne ‘Hard Nodig’, waarmee herintreders en zij-instromers voor de zorg moesten worden geworven. ‘Want ook voor het wassen van mensen of het uitdelen van medicijnen moeten werknemers in de zorg gewoon geschoold zijn.’
Het sommetje één plus één is in de zorg dus niet altijd twee, zegt ook Jaap Knoppert van ActiZ, de organisatie van zorgondernemers. ‘Mensen moeten zich goed realiseren dat ze, voordat ze aan de slag kunnen, geschoold moeten worden en – afgezien van soms een paar vrijstellingen – gewoon het hele traject moeten doorlopen. Je kunt niet van de ene op de andere dag aan het werk in de zorg.’
Soms gebeurt dat wel, zegt Rolf de Wilde van beroepsorganisatie voor verzorgenden en verpleegkundigen Nu’91. ‘In ziekenhuizen en in de geestelijke gezondheidszorg is het goed geregeld met de scholing van personeel. Maar in de gehandicaptenzorg zie je dat mensen soms na een half jaar bijscholing aan de slag gaan. Dan zeggen wij: dat gaat wel érg snel. De kwaliteit van de zorg gaat op die manier achteruit. We hebben in Nederland niet voor niets zorgopleidingen op MBO- en HBO-niveau. Als je mensen zomaar zou laten instromen, dan zeg je daarmee dat die opleidingen niets voorstellen.’
Competenties
Ook Monique Verkerk van beroepsvereniging V&VN hamert op het belang van goede scholing. ‘Het is dé manier om handvaten aan te reiken waarmee goede zorg kan worden geboden. Een staalarbeider die in de zorg aan de slag wil, moet echt leren hoe je met kwetsbare ouderen omgaat. Maar ook het huidige klimaat van vraaggerichte zorg vraagt behoorlijke competenties. Veel daarvan zul je in de opleiding moeten leren, hoewel je merkt dat het een voordeel kan zijn als je op latere leeftijd instroomt: inlevingsvermogen en levenservaring tellen ook mee.’
Juist die levenservaring is voor werkgevers een pluspunt. Maar levenservaring betekent: oudere werknemers. En oudere werknemers zijn duurder. Al was het maar omdat de opleiding die ze eerst moeten doorlopen maar al te vaak door de werkgever wordt betaald, zegt Willem van der Windt van Prismant. ‘Zorginstellingen zitten óók in een lastige financiële situatie. En het aantrekken, opleiden en omscholen van zij-instromers kost geld.’
Juist dat financiële aspect ‘stelt extra eisen aan de productiviteit en inzetbaarheid van zij-instromers’, zegt Joyce van Solinge van FAOT. ‘Jonkies worden door werkgevers gewaardeerd omdat ze kneedbaarder zouden zijn. Maar ook het salaris van zij-instromers kan een struikelblok zijn. Gelukkig kiezen zij-instromers vaak voor de zorg omdat ze maatschappelijk relevant werk willen doen, en zijn ze in veel gevallen bereid wat water bij de wijn te doen.‘
Bedreiging
Het blijft ook dan zaak streng te kijken naar de motivatie van zij-instromers, zegt Annemieke Schuur van de Zeister zorginstelling Warande, waar zij-instromers tijdens een interne cursus aan het vak kunnen proeven vóór ze aan een opleiding beginnen (zie kader). Ook Rick ter Stege, directeur van werkgeversorganisatie ZW Haaglanden, noemt het essentieel dat potentiële werknemers een goed beeld hebben van de zorg voor ze in die bedrijfstak aan de slag gaan. ‘Licht ze goed voor, laat ze een kijkje nemen voor ze beginnen, en begeleidt ze daarna ook goed.’
Juist goede begeleiding is essentieel, weet ook Anneke van Doorne, die onderzoek deed naar de succesvolle inpassing van herintreders en zij-instromers in de zorg. ‘Werkgevers vrezen dat het tijd kost. Maar het moet wel gebeuren.’
Werkgevers moeten ook vooral het bestaande personeel niet vergeten, benadrukt Van Doorne. ‘Op de werkvloer moet door afdelingshoofden of werkgevers echt draagvlak worden gecreëerd voor de nieuwe collega’s. Bestaand personeel voelt zich nogal eens bedreigd door de nieuwkomers. Daarom hebben wij in ons onderzoek ook nadrukkelijk gepleit voor de begeleiding van zij-instromers door collega’s. Die mensen vrezen maar al te vaak dat die nieuwkomers hun komen vertellen hoe het moet. Leidinggevenden en werkgevers denken daar vaak veel te licht over.’
Dit artikel staat in de opleidingenspecial van mei 2009
Bron: Foto: Roel Dijkstra
Helemaal mee eens. Helaas echter merk ik -als zelfstandig ondernemer / coach- in de praktijk dat er toch minder vraag is naar coaching en training, althans in mijn omgeving. Hoe maken we duidelijk ‘aan de markt’ dat scholing en coaching nu juist extra investeringen vragen ‘nu er extra tijd beschikbaar is’.