Tijd schelen

De Barneveldse huisartsen werken net als alle huisartsen in Nederland met Zorgmail. Dit gebruiken ze om privacygevoelige informatie uit te wisselen met partners in de zorg. Welzijn Barneveld werkt, net als ongeveer veertig procent van alle sociaal werkorganisaties, met RegiCare. RegiCare leverancier AdSysCo heeft een koppeling gerealiseerd met ZorgMail. Technisch gezien is deze koppeling tussen beide systemen enkel nog een kwestie van de stekker in het stopcontact steken. ‘Hoe eerder dit gebeurt hoe beter’, zegt Alders. ‘Huisartsen en praktijkondersteuners hebben het allemaal erg druk. En dit gaat ze tijd schelen.’

Foutgevoelig

Nu moeten de doorverwijzers bij elke patiënt nog de persoonsgegevens en het recept kopiëren uit het eigen informatiesysteem en plakken in een beveiligde mail, legt welzijnsconsulent Ilse Baan uit. ‘Op zich is dat per doorverwijzing maar een klein klusje. Maar alles wat extra tijd kost is ballast. En bovendien is het foutgevoelig: het is echt opletten geblazen dat de betreffende informatie aan de juiste persoon gekoppeld blijft.’

Code als specialist

Met de koppeling tussen Zorgmail en RegiCare krijgt de welzijnsorganisatie eenzelfde soort code als specialisten in het ziekenhuis en paramedici zoals fysiotherapeuten. De huisarts verwerkt een recept voor welzijn op exact dezelfde manier als een recept voor een consult in het ziekenhuis, en stuurt de verwijzing vervolgens op exact dezelfde wijze door.

Mogelijke toename

Door het toegenomen gebruiksgemak zou er een stijging van het aantal doorverwijzingen voor Welzijn op Recept kunnen komen. Tot op heden krijgen in een gemiddelde week drie inwoners zo’n recept van de huisarts. Baan is daar per patiënt gemiddeld zo’n anderhalve werkdag mee bezig. Hoe kijken Alders en Baan naar een mogelijke toename? Baan: ‘Ik denk dat het wel los zal lopen. Misschien helpt het vooral in de gevallen dat huisartsen twijfelen. Die patiënten zullen ze mogelijk wel vaker gaan doorverwijzen.’

Geen zorgen

Alders maakt zich duidelijk geen zorgen: ‘In theorie zouden de aantallen zo kunnen stijgen dat we aan het succes ten onder gaan. Maar wij denken niet in problemen. Mocht er een serieuze groei komen, dan schuiven we intern met collega’s, dat komt wel goed. Dat doen we gewoonlijk ook bij een toenemende vraag naar onze andere diensten.’

Abonnement

Om aan Zorgmail gekoppeld te kunnen worden, moeten welzijnsorganisaties zich abonneren. De kosten daarvoor bestaan uit twee delen: jaarlijks een vast bedrag dat afhankelijk is van het totaal aantal verzonden berichten. Daarnaast zijn er kosten per verzonden bericht. Hier popt de vraag op welke partij deze extra kosten logischerwijs zou moeten dragen.

Domeinoverstijgende financiering

Deze discussie speelt ook bij andere initiatieven die passen in de beweging van ziekte naar gezondheid: de kosten worden vooralsnog vooral gedragen door het sociaal domein, terwijl de besparingen in de vorm van lagere ziektekosten ten bate komen van de zorgverzekeraars. Welzijn op Recept is een mooi voorbeeld van een praktijk waar domeinoverstijgende financiering aan de orde kan zijn. Alders: ‘Idealiter komen de abonnementskosten voor Zorgmail voor rekening van het zorgkantoor, dus de zorgverzekeraar.’

Terugkoppeling

Baan en Alders zien behalve de tijdwinst voor de doorverwijzers nog een aantal andere voordelen van de koppeling tussen de informatiesystemen. Zo komt de terugkoppeling vanuit Welzijn Barneveld over hoe het met iemand in een traject gaat, straks ook automatisch terecht in het patiëntendossier bij de huisarts. Baan: ‘Dat heeft als voordeel dat de huisarts het vanzelf onder ogen krijgt op het moment dat deze patiënt voor een ander consult in de spreekkamer zit. De huisarts kan het dan terloops ter sprake brengen.’

Bewijzen

Daarmee brengt Baan het gesprek op een van de beloftes van Welzijn op Recept, die overigens ook zonder koppeling tussen de informatiesysteem geldt: de gedachte is dat patiënten zich – na een doorverwijzing naar welzijn – minder vaak met psychosomatische klachten in de spreekkamer van de huisarts melden. Alders: ‘We zijn in Barneveld nog maar anderhalf jaar bezig met Welzijn op Recept, en dat wegblijven bij de huisarts moet zich nog wat beter bewijzen. Dat de terugkoppeling over het welzijnstraject vanzelf oppopt op het scherm bij de huisarts bij het openen van een dossier, zal bijdragen aan de bewijskracht.’

Monitoring

Overigens zal de monitoring van de inwoners die geplaatst zijn bij activiteiten van Welzijn Barneveld, niet wezenlijk veranderen door de koppeling, vertelt Baan. ‘Na de plaatsing bel ik altijd na met de inwoner. Hoe is de start gegaan? Is het wat u ervan verwachtte en wat u zoekt? Als het eenmaal naar wens  verloopt, dan sluit ik het af. Mensen nemen vanzelf contact met mij op wanneer de activiteit  niet meer passend is en ik ze eventueel opnieuw kan helpen.’

Geen noodzaak

‘Alleen mensen waarbij ik in het begin wat vraagtekens heb’, vervolgt Baan, ‘of ze wel op de beste plek terecht zijn gekomen, benader ik na een tijdje nog een keer extra.’ Alders ziet ook geen noodzaak voor extra monitoring. ‘We vragen ons altijd af wat het nut is van wat we doen, en dat zie ik hier niet direct. Maar als de huisartsen erom gaan vragen, dan doen we het misschien wel.’

Aangepast wandelaanbod

Een soepele samenwerking met de huisartsen en de praktijkondersteuners is haar veel waard. De koppeling gaat fungeren als smeerolie en de samenwerking tussen de eerstelijns zorg en het welzijnswerk sowieso makkelijker maken, verwacht Alders. ‘Daardoor kunnen we elkaars kwaliteiten nog beter benutten. Zo weet een huisarts preciezer wat iemand op gezondheidsvlak nodig heeft. Wij hebben bijvoorbeeld een tijdje terug ons wandelaanbod aangepast, op basis van informatie van een huisarts. Die vertelde dat onze minimale afstand van zeven kilometer voor haar patiënten te lang was.’

Waardevolle informatie

En andersom krijgt de huisarts ook waardevolle informatie van Welzijn Barneveld. Baan sluit af met een mooi voorbeeld daarvan: ‘Ik had laatst een intake met een patiënt. In het begin ging het prima, maar na een kwartiertje verliep het steeds moeizamer omdat de patiënt telkens in herhaling viel. Dat was zo zorgelijk dat ik het heb besproken met de huisarts. De huisarts had dit niet op kunnen pikken, omdat een consult hooguit tien minuten duurt. Wij vervullen dus ook een signalerende functie.’