De fusie van alle zeven Enschedese welzijnsinstellingen is bijna rond. Op initiatief van de gemeente is in 2005 een stedelijke organisatie opgezet waarin aanvankelijk drie wijkgebonden welzijnsinstellingen participeerden, naast het speeltuinwerk en het gespecialiseerd jongerenwerk. Twee grote wijkinstellingen – Welzijn Enschede Noord en Stichting Oostgrens – hebben zich na veel aarzelingen onlangs ook akkoord verklaard.
Bij de nieuwe instelling komen ruim 400 medewerkers in dienst. De organisatie bestaat uit de productgroepen wijkwerk, jongerenwerk, peuterspeelzaalwerk en speeltuinwerk. De uitvoering blijft ‘in eerste instantie’ plaatsvinden vanuit de huidige 50 locaties. Directeuren van instellingen die vanaf het begin mee gingen met de fusie hebben inmiddels een aanstelling gekregen in het management.
Vooruitlopen
Met de nieuwe stedelijke instelling wil de gemeente Enschede vooruitlopen op de nieuwe verhoudingen die de Wet Maatschappelijke Ondersteuning met zich meebrengt. Schaalvergroting, kostenbesparing en betere concurrentiekracht zijn volgens Jan Gerrit Lodewijk, directiesecretaris van Alifa, de belangrijkste voordelen. ‘Aan nieuwe wetten vanuit Den Haag als de WMO en de Wet Werk en Bijstand zitten grote bedreigingen. De afbakeningen tussen welzijn en zorg verdwijnen grotendeels. Je krijgt met grotere concurrenten te maken. Dan is het van belang dat jezelf ook groter gewicht in de schaal legt.’
‘Op de werkvloer verandert er hoegenaamd niets. De gemeente is heel erg blij met deze fusie, ze hebben straks te maken met een loket. Het budget van de nieuwe instelling is voor drie jaar gegarandeerd.‘