Lees hier meer blogs van Anneke Krakers >>
Uit de antwoorden kan ik met enige zekerheid de vier belangrijkste redenen opmaken waarom wij geen verkopers zijn.
Het beeld van de verkoper
De woorden ‘verkopen’ en ‘verkoper’ roepen negatieve beelden op. De autoverkoper in een net iets te strak pak die jou er probeert in te luizen. De irritante telemarketeer die altijd belt als het niet uitkomt terwijl je ook nog eens een keer in het belmeniet register staat. De opdringerige winkelverkoper die heeft geleerd dat hij jou in een ja-ritme moet krijgen en daarvoor de meest onbenullige vragen aan je stelt.
Dit zijn beelden waar je niet vrolijk van wordt. Ik denk dat het terecht is dat het welzijnswerk zich hiermee niet wil associëren. Ik heb er zelf ook veel last van gehad totdat ik leerde hoe je kunt verkopen zonder ‘verkoperig’ te doen. Op een vriendelijke en zachte manier waarbij het delen van kennis en het helpen van jouw klanten voorop staat. Deze vorm van welzijnsmarketing past perfect bij ons! Dus het is de moeite waard om dit beeld bij te stellen.
Het verschil tussen profit en non-profit
Een echte welzijnswerker heeft er waarschijnlijk ooit bewust voor gekozen om in de non-profit sector te werken. Herken je dit? Je wilde vooral iets met mensen doen en geld vond je onbelangrijk. Je had niks met commercie en winst en hebt heel bewust gekozen voor onze zachte sector. Ik wel in ieder geval! En dat was zo’n 30 jaar geleden toen de scheiding tussen profit en non-profit nog een hele strakke was.
Ik heb echter in de afgelopen 10 jaar die scheiding zien vervagen: de profit wordt steeds zachter en de non-profit lijkt steeds harder te worden. De social profit en het maatschappelijk ondernemerschap zijn interessante en uitdagende businessmodellen. Ik hoop dat het welzijnswerk dit gaat ontdekken!
Bescheidenheid
Om te kunnen ‘verkopen’ moet je zichtbaar zijn, de straat op, jouw podium pakken. Veel welzijnswerkers vinden dit moeilijk: hun bescheidenheid zit ze in de weg. Het is zeker geen valse bescheidenheid. Ik denk dat de meeste welzijnswerkers alles over hebben voor hun klanten en zichzelf onbaatzuchtig liever op de achtergrond houden.
Maar eerlijk gezegd, is het niet handig. Het is zoiets als ‘wie zijn vinger niet opsteekt komt nooit aan de beurt’. Dus toch maar proberen om wat minder bescheiden te zijn.
De vloek van de specialist
Dit is misschien wel de meest boeiende. De specialist is namelijk de beste in zijn vak en steekt alle energie in nog beter worden. Aan verkopen doet ie niet. Daar heeft ie geen tijd voor en bovendien denkt hij dat kwaliteit zichzelf verkoopt. De mensen zullen vanzelf wel zien hoe goed hij is.
Als er wordt bezuinigd spreken we schande want iedereen ziet toch hoe belangrijk ons werk is. En daarom besteden we massa’s tijd en geld aan het onderzoeken en beschrijven van best practices en nog meer geld en tijd aan het bewijzen ervan.
Maar om te winnen hoef je niet de beste te zijn. Goed is goed genoeg. Je moet wel iets anders doen om te winnen: zorgen dat je de meeste fans krijgt! En die krijg je niet als je je als de onbereikbare specialist gedraagt.
Meta knalde hem erin en voor mij is de uitsmijter: ga naar buiten en ga jezelf ‘verkopen’. Ga klanten blij maken. En doe het vooral met trots en veel plezier.
Anneke Krakers (1962) was tot voor kort elf jaar directeur van een welzijnsorganisatie. Nu helpt zij met haar onderneming WelzijnNederland welzijnsorganisaties met hun marketing en profilering zodat zij moeiteloos het geld en de waardering krijgen die ze verdienen. Dit doet zij door middel van workshops, trainingen en de Leergang Welzijnsmarketing. Ook is zij spreker, schrijver en blogger in Welzijn. Volg Anneke op Twitter via @AnnekeKrakers >>