‘De cliënt neemt nog helemaal niet deel aan de
discussie over zorg. Met name ouderen zijn nog niet zo assertief. Dat moeten we
ons goed realiseren, we gaan nog veel te oppervlakkig om met de vraagkwestie,’
dat zei voorzitter van de Raad voor de Volksgezondheid Jack van Londen onlangs
tijdens het Nationaal Congres Gezondheidszorg in Den Haag. Bepaald geen mening
die erom liegt nu heel de sector de mond vol heeft van ‘vraaggestuurde zorg’ en
‘de cliënt centraal’. ‘In de meeste gevallen is het toch nog vooral “ja dokter,
nee dokter”, vindt Van Londen.
Iris van Bennekom, directeur van de Nederlandse Patiënten/Consumenten
Federatie (NP/CF) stelt echter dat cliënten de afgelopen jaren wel meer inspraak
hebben gekregen. Door wetgeving rondom medezeggenschap uit 1996, de kwaliteit
van zorg, het klachtrecht en de behandelingsovereenkomst is de positie van de
cliënt verbeterd. De rechtszaken die dit jaar zijn aangespannen door cliënten of
hun ouders om hun recht op zorg op te eisen, laten volgens de directeur ook zien
dat cliënten het er steeds vaker niet bij laten zitten.
Toch beaamt Van Bennekom dat cliënten nog nauwelijks bij discussies worden
betrokken. ‘Voor de debatten die VWS organiseert rondom de stelselherziening
worden we uitgenodigd als bezoekers, niet als sprekers. Het debat gaat nog
teveel óver ons. Terwijl het mèt ons gevoerd moet worden,’ zegt ze. ‘We willen
zelf niet met een eigen voorstel komen voor een stelselherziening, maar we
willen de ingebrachte plannen wel toetsen op onderdelen. We willen bijvoorbeeld
zien wat er geregeld wordt voor chronisch zieken, hoe het zit met de
solidariteit en hoe er met persoonlijke informatie wordt omgesprongen. Daar
willen we een stem in hebben.’
Anders denken
Laten patiënten zich zelf wel voldoende horen? ZorgOnderzoek Nederland
(ZON), een organisatie die projecten en onderzoeken organiseert op het gebied
van zorgvernieuwing en dat door het ministerie van VWS wordt gefinancierd, vindt
van niet. ‘De cliënt heeft door alle nieuwe wetgeving op bestuurlijk niveau wel
meer in de melk te brokkelen, maar ze zijn afwezig in het publieke debat’, zegt
Denijs Guijt van ZON.
Onder de titel “Patiënteninvloed? Nu & dan” is ZorgOnderzoek
Nederland begonnen met het aanzwengelen van een breed maatschappelijk debat over
de invloed van patiënten en de mogelijkheden om deze invloed te vergroten. Samen
met ZON doen onder meer de Consumentenbond en de NP/CF aan het debat mee. ‘We
willen een dialoog aangaan met verzekeraars en zorgverleners,’ zegt Iris Van
Bennekom. ‘We zijn ons ervan bewust dat we niet altijd dezelfde belangen najagen
als de andere twee partijen, maar ik heb gemerkt dat de bereidheid tot overleg
bij zorgverzekeraars en -aanbieders er wel is. Cliënten moeten kunnen
meebeslissen over zaken als aanvaardbare wachttijden. Maar er zijn nog
beroepsbeoefenaren die dat niet zien zitten. Ze vergeten dat zij werk hebben
omdat de cliënten er zijn en dat cliënten via premies betalen voor goede zorg.
Cliënten kunnen anders denken over kwaliteit en effectiviteit van een
behandeling. Goede communicatie is nodig om verschillende opvattingen bij elkaar
te brengen.’
Alleen meepraten
Patiënten- en consumentenverenigingen praten inmiddels mee met de
Meerjarenafspraken, waarin het beleid voor de komende jaren wordt uitgezet. VWS
streeft daarbij naar zoveel mogelijk regionale afstemming en samenhang van zorg.
Hierdoor staan de regionale patiënten- en consumentenbewegingen voor de vraag
wat hun plaats en positie in deze is. Het gevaar van de regionalisering voor
deze belangenverenigingen is dat ze niet voldoende hun stem kunnen laten horen.
‘We moeten ervoor uitkijken dat we niet met excuus-Truusen worden opgezadeld,
daar hebben we niets aan,’ waarschuwde Jan Troost, voorzitter van de
Gehandicaptenraad vorig jaar al tijdens een bezoek aan de regio Nijmegen.Troost
doelde daarmee op het feit dat het op regionaal niveau niet altijd makkelijk is
om mensen te krijgen die voldoende kennis en vaardigheden in huis hebben die de
belangen van patiënten goed kunnen behartigen.
‘Van een daadwerkelijke invloed van cliënten op regionale
ontwikkelingen is nog nauwelijks sprake’, stellen het
Patiënten/Consumentenplatform Zwolle (PC/PZ) en de Stichting Toekomstscenario’s
gezondheidszorg (STG) in een rapport over de versterking van de rol van
patiënten bij regionale ketenvorming. De inbreng van patiënten en consumenten
beperkt zich voornamelijk tot het meepraten op basis van persoonlijke kennis en
ervaring van een beperkt aantal personen. Het ontbreekt hen aan een eigen
theoretisch concept.’ Het PC/PZ heeft inmiddels een methodiek ontwikkeld waarmee
individuele verhalen van patiënten kunnen worden vertaald naar een visie. Naast
meedenken en meepraten kan het PCPZ nu eisen formuleren over de regionale
ketenvorming.
Niet reëel
‘Het beeld dat onervaren cliënten en hun organisaties het moeten opnemen
tegen geroutineerde managers en verzekeraars gaat in ons geval niet op,’ zegt
Bert van Dijk, voorzitter van de centrale cliëntenraad van Stichting
Zorgverlening ’s Heerenloo, een organisatie waaraan veertien centra voor zorg
aan mensen met een verstandelijke handicap verbonden zijn.
‘Ouders hebben vaak ook al jarenlang ervaring met de zorg- en
hulpverlening, die kunnen vaak wel beoordelen en verwoorden wat goed is voor hun
kind. De mening van de cliëntenraad wordt door de directies en de raad van
bestuur zeker gehoord. Natuurlijk is niet alles mogelijk. Een eigen kamer voor
alle bewoners per 1 januari, wat wel op ons verlanglijstje staat, is
bijvoorbeeld niet reëel. Maar er zijn inmiddels toch zaken bewerkstelligd omdat
de cliënten daarom gevraagd hebben. Bijvoorbeeld dat jongeren met lichte
verstandelijke beperkingen, die in het weekend in het zorgcentrum blijven, niet
in de kamers komen van de jongeren die het weekend elders doorbrengen. Dat
gebeurde eerder nog wel eens. Cliënten gaven aan dat ze dat niet prettig vonden.
Dat is door de cliëntenraad ingebracht en inmiddels ligt er een protocol. Dan
gaat het toch om het bevorderen van een stukje privacy.’
NP/CF-directeur Van Bennekom ziet in de nabije toekomst grote kansen
weggelegd voor meer invloed van cliënten. ‘De tijd is er rijp voor,’ zegt ze.
‘Er is meer geld voor de zorg. De informatie- en communicatietechnologie biedt
mogelijkheden tot snelle uitwisseling van informatie. Er zijn steeds meer
cliënten die groot geld meenemen, die koopkrachtig zijn en zelf zorg inkopen.
Dat is voor aanbieders aantrekkelijk. De zorgmarkt wordt voor alle partijen
steeds interessanter.’/Jeannine Westenberg