Volgens de nieuwe wet mag een zorgorganisatie alleen onvrijwillige zorg toepassen als er geen alternatieven zijn. Hierbij gaat het om zware en lichte maatregelen, zoals onrustbanden, medicijnen, beperking van de bewegingsvrijheid, bedhekken, de rolstoel op de rem, een dichte buitendeur, vaste bedtijden en geen keuze in maaltijden. Een multidisciplinair team moet bepalen wanneer er geen alternatieven voor deze dwangoplossingen meer zijn en op zoek gaan naar een alternatief.
Blij met de wet
Het idee achter de wet is dat mensen met dementie en mensen met een verstandelijke beperking geen dwang in de zorg meer moeten ervaren. Kennisinstituut Vilans zegt in een persbericht blij te zijn dat de wet is aangenomen. Marjolein van Vliet, expert vrijheidsbewerking bij Vilans: ‘Er zijn in de praktijk veel alternatieve maatregelen die minder ingrijpend zijn en vaak een beter resultaat opleveren.’
Kost tijd
Bij Vilans wordt al sinds 2007 gewerkt aan het invoeren van het ‘Nee, tenzij’-principe. Zo heeft het kennisinstituut handreikingen waarin aandachtspunten van de nieuwe Zorg en Dwang wet worden toegelicht. Wel denkt Van Vliet dat het maatwerk dat geleverd moet worden in instellingen nog gezocht en gevonden moet worden: ‘Een wet biedt kaders, maar professionals en cliënten moeten de ruimte krijgen dit in nauw overleg in te vullen. Hier zal nog veel tijd mee gemoeid zijn.’