Vorig jaar meldde Guusje ter Horst dat in 2000 geen
enkele dakloze meer tegen zijn wil buiten hoeft te slapen. Uitbreiding van
opvangplaatsen in goedkope ‘woonhotels’ en betere samenwerking tussen politie,
justitie, maatschappelijke opvang en de ggz zouden soelaas moeten bieden. Een
jaar verder blijken de problemen in de binnenstad van Amsterdam niet opgelost.
Bewoners van de Wallen klagen over voortdurende overlast en het
‘zero-tolerance-beleid’ van de politie, waarbij drugsverslaafden voor 24 uur of
bij extreme overlast na een aantal waarschuwingen zelfs voor twee weken worden
geweerd uit bepaalde buurten, werpt geen vruchten af. Integendeel. De overlast
verspreidt zich over andere delen van de stad en drugsverslaafden klagen over
het feit dat ze de hulpverlening door zogenaamde ‘dijkverboden’ niet meer kunnen
bereiken. Is er nog wel een oplossing voor deze problemen of moeten gemeente en
hulpinstellingen zich neerleggen bij het feit dat er altijd een groep zal
blijven waarvoor geen adequate opvang mogelijk is? Sommige hulpverleners
verwijten ter Horst ‘valse beloften’ (dominee Hans Visser in Rotterdam) en
‘onrealistisch oplossingsdenken’ (medewerker Sleep Inn, Utrecht).
Bent u inderdaad een idealist die de ogen sluit voor de
werkelijkheid?‘Ik ben zeker geen blinde idealist, maar één
ding is cruciaal: je kunt mensen niet dwingen om ofwel overdag ergens te zijn
ofwel ’s nachts ergens te slapen. Dat kan alleen maar door iemand van zijn
vrijheid te beroven. Daarvoor zijn maar twee omstandigheden: hij heeft een
delict gepleegd waarvoor hij in detentie moet, of hij is zodanig in de war dat
hij een in bewaringstelling krijgt en onder dwang wordt opgenomen. Zowel de
politie als de hulpverlening zit met dit probleem. De buurtbewoners klagen het
meest over schreeuwen op straat en zeker als men zich in groepen ophoudt, gaat
daarvan een dreiging uit. Ik ken de bewoners goed en ik erken hun problemen.
Maar dergelijk gedrag van verslaafden is niet strafbaar, de politie kan mensen
in dit geval alleen maar verspreiden en niet van de straat oppakken en
vastzetten. Daarom willen we in eerste instantie het aantal slaapplaatsen
uitbreiden, zodat iedereen in principe ’s nachts een dak boven zijn heeft. We
hebben inmiddels twee panden gevonden en in de zomer van 2001 kunnen we de
opvangcapaciteit met zo’n 130 plaatsen uitbreiden. Tussentijds bekijken we in
hoeverre het noodzakelijk en wenselijk is om het aantal slaapplaatsen tot 2001
via noodopvang uit te breiden. Maar nogmaals: je kunt mensen niet dwingen om er
gebruik van te maken. Dat geldt ook voor de dagactiviteiten die we
aanbieden.’
In Amsterdam krijgen overlast veroorzakende verslaafden een
buurtverbod opgelegd. Daarmee hebben ze geen toegang meer tot de hulpverlening.
Hoe wilt u dat dilemma aanpakken?‘Het is inderdaad idioot, dat
mensen geen toegang hebben tot de hulpverlening in de binnenstad. Maar dat is
geenszins een verwijt aan de politie. Het verplaatsen van mensen door dijk- of
straatverbod is een maatregel om op dat moment de overlast te beperken, maar het
is geen oplossing. We hebben nu busjes ingezet die mensen naar een instelling
brengen, maar het blijft lapwerk. Voor een structurele oplossing moeten we een
fundamentele keuze maken: we kunnen in Nederland besluiten om verslaafden drugs
te verstrekken en dat betreft dan met name heroVne. Daarmee los je overigens
niet het hele probleem op, want er zijn ook mensen die behoefte hebben aan
cocaïne en crack. En die verstrekking zie ik niet zo gauw gebeuren. We zijn
bezig met het gecontroleerd verstrekken van heroVne via een driejarig
experiment, dus die resultaten moeten we nog afwachten. Maar als Den Haag niet
tot mogelijke drugsverstrekking besluit, d
aan politie en hulpverlening om veel strenger op te treden. Met die keuze
accepteren we dat we mensen niet via de gezondheidslijn kunnen helpen en dat
deze groepen in een deplorabele toestand terecht komen. Bij ernstige overlast of
gevaar voor de eigen gezondheid is dan het enige alternatief om iemand gedwongen
op te nemen.’
Op dit moment hebt u dus alleen de mogelijkheid om verslaafden
te begeleiden op basis van vrijwilligheid. Het project met mentoren is nog geen
succes. Wat gaat u hieraan doen?‘Het gaat bij dat
supportproject niet alleen om drugsverslaafden, maar ook om daklozen,
alcoholverslaafden, psychiatrische patiënten en mensen met gecombineerde
problematiek. Het goede van dit project is dat we niet meer in hokjes denken en
gezamenlijk, dus in overleg met politie, justitie, maatschappelijke opvang en
ggz, in ieder geval vijf zaken voor deze mensen gaan regelen: een slaapplaats,
een uitkering, het aanbieden van dagactiviteiten, medische zorg en voor
verslaafden een plek waar ze inpandig kunnen gebruiken. Als je deze zaken kunt
regelen, ben je een groot deel van de overlast kwijt. De enige zwakte van het
verhaal is, zoals gezegd, de vrijwilligheid. De vraag die ik nu ga bespreken met
de burgemeester, politie en justitie is: wat doen we met iemand die
geregistreerd staat als extreem problematisch, bij herhaling overlast
veroorzaakt en alle hulp afwijst? Ik wil in dergelijke gevallen een verplichting
kunnen opleggen en daarmee beroof je iemand wel van zijn vrijheid. Maar ik zie
niet in hoe we het probleem anders kunnen oplossen. We moeten er in ieder geval
van af dat de politie met zijn vinger wijst naar de hulpverlening en andersom.
We hebben een gezamenlijk probleem dat we gezamenlijk moeten oplossen.’
Maar hoever staat het nu met dit project? Bewoners worden
ongeduldig.‘We zijn een half jaar geleden gestart met het
supportproject en we hebben nog onvoldoende mensen die geschikt zijn om als
mentor op te treden. Sommige hulpverleners, zoals sociaal-psychiatrisch
verpleegkundigen, doen dit van nature. Zij gaan de straat op, kijken om zich
heen en slepen als het ware mensen naar binnen. Die actieve manier van werken
moet onder een veel grotere groep hulpverleners worden verbreid en daarvoor is
een mentaliteitsverandering en eventueel bijscholing nodig. Kortom: zij moeten
weer achter hun bureau vandaan. De mentoren moeten verder niet alleen vanuit de
riagg komen, maar ook vanuit het streetcornerwerk, de ggd en de Jellinek. Alle
instanties hebben hun handtekening gezet onder dit project en we hebben één
persoon gevraagd, namenlijk de directeur van de Jellinek-kliniek, om het project
te coördineren.’
Volgens de ggz in Amsterdam neemt de behoefte aan intramurale
capaciteit toe. Er dreigen te veel psychiatrische patiënten tussen wal en schip
te vallen. Bent u het daarmee eens?‘De integratie van
psychiatrische patiënten in de maatschappij vind ik een groot goed. We moeten
niet terug naar gesloten opnames, want de mogelijkheden voor de zogeheten
vermaatschappelijking van de zorg zijn mijns inziens nog niet uitgeput. Met alle
partijen moeten we dat in Amsterdam kunnen realiseren. Maar als blijkt dat de
intramurale capaciteit echt tekort schiet, dan moeten we naar de minister. Ik
pleit overigens eerder voor de mogelijkheid om mensen, die het op een of ander
moment niet zelfstandig of met begeleid wonen redden, een time out te bieden.
Maar de hulpverleners in de ggz kunnen dat beter beoordelen dan ik.’/Mariëtte
Seysener