Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Wijkverpleegkundige krijgt ruimte om werk goed te doen’

‘Juist de gezamenlijke zorg met de verschillende professionals in de wijk geeft ruimte om preventief te werken. Onze wijkzorg is zeker goedkoper.’ Dat zegt wijkverpleegkundige Annette Harmelink, al bijna 30 jaar in het vak.
‘Wijkverpleegkundige krijgt ruimte om werk goed te doen’
Foto: ANP XTRA

‘Vijf jaar geleden dacht ik nog: dit red ik niet meer. Ik was alleen maar bezig met conflicten oplossen en zorg te herorganiseren. Er kwamen steeds meer regeltjes. De omslag naar zelfsturende teams kwam net op tijd. Het werk is veel rustiger, we hebben minder mensen in zorg. Omdat cliënten niet pas in een laat ziektestadium bij de wijkverpleegkundige komen, kunnen wij veel preventiever werken. Dat is niet alleen goedkoper, maar geeft ook veel meer voldoening.’

Volgens thuiszorg-baas Jos de Blok komt al het overleg tussen wijkverpleegkundigen en andere professionals in het sociale wijkteam de zorg niet ten goede. Lees hier zijn visie >>

Zelfsturende teams

Aan het woord is wijkverpleegkundige Annette Harmelink. Zij zit al bijna 30 jaar in het vak. Harmelink werkt in een ‘plattelandsgebied’ Tubbergen (Twente) en omstreken. Twee jaar geleden is thuiszorgorganisatie Zorgaccent met zelfsturende teams gaan werken. Bureaucratie en problemen maakten plaats voor zorg op maat, met de zelfredzaamheid van de cliënt als uitgangspunt. De nieuwe Wmo en wijkverpleegkundige zorg in de Zorgverzekeringswet passen volgens de wijkverpleegkundige prima bij de nieuwe manier van werken: ‘Vijf jaar geleden zaten alle professionals op hun eilandje. Nu is er samenhang in de wijk.’

Geen angst voor een nieuwe overlegmachine?

‘Het is niet de bedoeling dat we structureel met elkaar om de tafel gaan zitten voor overleg, alleen als het nodig is weten we elkaar te vinden. Belangrijk is wel dat je elkaar kent. Wij stemmen de zorg goed af met andere professionals die erbij zijn betrokken. Alleen de complexe zorgpatiënten bespreek je apart met elkaar. Doordat ik zo lang hier in de regio werk, ken ik de sociale kaart goed en ik heb korte lijntjes. Wij kunnen er bijvoorbeeld nu gezamenlijk alles aan doen om een terminale patiënt thuis te laten overlijden.’

Maakt snelle toegang tot zorg de vraag niet juist groter?

‘Dorpsbewoners weten je inderdaad wel beter te vinden: “Ga eens bij die en die kijken, dat gaat niet helemaal goed.” Maar juist om die reden kunnen we veel preventiever werken. We zijn er eerder bij, de zaken escaleren niet. Je hoeft bijvoorbeeld niet iemand die in het weekend in een crisissituatie komt, gelijk naar het ziekenhuis af te voeren. We spreken dan bijvoorbeeld af met de huisarts om in het weekend nog eens naar de patiënt te kijken. Dat is rustiger voor ons en voor de patiënt.’

Waar zit de winst?

‘In een goed begin van het hulpaanbod en kennis van wat de cliënt nodig heeft. Dat begint al met het koppelen van de juiste verpleegkundige aan de cliënt. Bij complexe zorg betekent dat je in het begin veel tijd investeert om de hulpvraag duidelijk te krijgen. In de praktijk blijkt dat die tijdsinvestering zich later weer terugverdient. Ook continuïteit van de zorg levert winst op. Omdat ik de cliënt goed leer kennen, kan ik samen met de cliënt bepalen waar hij het beste mee geholpen is.

De wijkverpleegkundige als spil werkt dus?

‘Zeker. De wijkverpleegkundige kan heel goed zelf indiceren en krijgt de ruimte om die spilfunctie te vervullen. Het is ook goedkoper. We houden nu vaak uren over binnen de indicatie van het CIZ. We zijn ons meer bewust van de kosten. We gaan uit van wat de cliënt nodig heeft en wat we zelf kunnen regelen. Natuurlijk komt er s ‘avonds, als ik vrij ben, wel eens een oproep van een cliënt tussendoor. Maar je krijg er veel voor terug; namelijk de ruimte om je werk goed te doen.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.