Het doel van Team-Kim is dat kinderen die slachtoffer zijn van mishandeling eerder gezien en geholpen worden. Acht jongvolwassenen geven voorlichting over kindermishandeling, seksueel misbruik en huiselijk geweld. Dit doen ze aan de hand van hun persoonlijke verhalen en door middel van een dialoog met professionals, beleidsmakers, kinderen en jongeren. Twee jaar geleden zijn ze begonnen. Initiatiefnemer, pedagoog en ervaringsdeskundige Kim van Laar: ´Onze kracht is dat we de belevingswereld van het mishandelde kind neerzetten en dat wij aangeven waar deze kinderen hun kracht uit kunnen putten.´
Wat voegt Team-Kim toe aan de aanpak van kindermishandeling?
‘Wij vertellen wat je als kind meemaakt als je wordt mishandeld, hoe een kind dat ervaart. En vooral waar je als kind steun uit haalt. Dan blijkt dat die steun vooral komt van mensen die er voor jou zijn, zoals de buurvrouw die een broodje smeert omdat je geen eten krijgt. Of de leerkracht op school die jou een extra taakje geeft na schooltijd zodat je niet op straat hoeft te zwerven. Professionals denken vaak in termen van ingrijpen. Als zij een vermoeden van mishandeling hebben, moeten ze met de meldcode aan gang, dat is vaak een langdurig proces. Maar ondertussen heeft niemand echt aandacht voor het kind. In de hulpverlening zijn veel mensen druk met jou en met de ouders, maar niemand heeft aandacht voor jou. Wij horen heel vaak van kinderen terug: “Niemand liet merken er voor mij te zijn”. Het liefst zou je als kind willen dat er hulp thuis komt. Van mensen die je kunt vertrouwen. Want als kind wil je niet bij je ouders weggehaald worden.’
Wat moeten professionals weten als het gaat om kindermishandeling?
‘Dat je heel veel kunt betekenen, gewoon door er te zijn voor het kind. Iedereen kent het voorbeeld van de leraar die het verschil kon maken door er te zijn als het nodig is. Voor hulpverleners is het daarnaast belangrijk dat je jezelf goed kent; hoe reageer je op kindermishandeling? Als een kind bijvoorbeeld zegt dat hij geslagen wordt, hoe reageer je dan? Wat je ziet is dat hulpverleners ook zo’n situatie soms ook normaliseren en denken: “het gebeurt wel vaker”. Aan de andere kant moet een hulpverlener ook afstand kunnen houden, om goed in te schatten wat in de situatie van het kind realistisch en haalbaar qua hulp. Ik denk dat een kind vooral zichzelf moet redden en daar heeft het de juiste ondersteuning bij nodig. Een hulpverlener moet een goede afweging kunnen maken over wat die ondersteuning kan zijn. Mijn eigen ervaring met mishandeling bijvoorbeeld maakt van mij een slechte hulpverlener. Ik heb een enorme drang om te helpen en kan daarom niet de juiste afwegingen maken. Een goede hulpverlener is iemand die zorgt dat hij niet meer nodig is. Veel professionals hebben een harnas om zich heen gebouwd, hun zelfopgelegde professionele houding. Ik denk dat professionals moeten weten dat ze er vooral voor het kind moeten zijn.’
Waar gaan professionals het snelst de mist in met hulp bij mishandeling?
‘Met de reddersrol die ze zich op de hals halen. Veel professionals denken dat zij de mishandeling op moeten lossen. Maar aan kindermishandeling liggen vaak oorzaken ten grondslag die jij als professional niet in de hand hebt. Bijvoorbeeld de overerving van geweld; mishandeling gaat vaak generaties lang door. Ik denk dat professionals allereerst moeten zoeken naar waar de steun voor het kind binnen de sociale omgeving ligt. Bijvoorbeeld in de familie of bij naasten van het kind. De wijsheid over wat werkt zit niet in jou als professional, maar in de mensen waar het om draait, in het gezin waar het om gaat. Professionals weten vaak niet welke mechanismen er spelen bij kindermishandeling. Wat kun je wel doen? Laten zien dat je er bent, aandacht hebben voor het kind en vertrouwen opbouwen. Ik heb zelf in de tijd van mijn eigen mishandeling verschillende hulpverleners gehad, maar ik sprak niet. Ik had alles in mezelf opgeslagen en dacht dat het misbruik dat mij overkwam normaal was. Tot een maatschappelijk werkster iets tegen mij zei wat ik nooit meer heb vergeten: “Kim, als kinderen nare dingen meemaken, dan is dat nóóit hun schuld”. Ik was toen zestien jaar. Het heeft nog een jaar of drie geduurd voor ik kon praten over wat er was gebeurd.’
Waarom durven kinderen die slachtoffer zijn van mishandeling niet te praten?
‘Omdat ze niet weten dat het fout is wat hen overkomt. Ga je erover praten, dan worden jouw ervaringen bovendien alleen maar erger. Professionals weten vaak niet welke mechanismen bij het kind spelen. Mijn hulpverlener werd bijvoorbeeld heel emotioneel toen ze met mij praatte. Zij vond dat toen heel lastig, onprofessioneel. Maar voor mij was dat heel goed, ik kon toen niet emotioneel worden, heb dat jarenlang niet gekund. Deze hulpverlener uitte eigenlijk de emoties die ik had, dat hielp mij later om te gaan praten.
Willen we kinderen helpen, dan kunnen we niet wachten tot ze gaan praten. We moeten letten op signalen van mishandeling rondom het kind, dus ook in het gezin. Let bijvoorbeeld op risicofactoren zoals armoede, op ouders en kinderen die al eerder geweld mee hebben gemaakt, op psychische problemen bij ouders én bij kinderen en op alcohol- en drugsgebruik. Dat zijn echte risicofactoren.’
Wat is op dit moment de grootste hindernis om kindermishandeling tegen te gaan?
‘Ik vind dat er in onze samenleving een groot taboe is om te praten over opvoeding en de problemen die dat met zich mee kan brengen. Je zegt niet zo snel dat je je kind wel eens achter het behang kunt plakken. Ouders durven niet toe te geven dat ze het niet redden. Ook omdat ze bang zijn dat het dan gemeld wordt bij instanties. Dat komt ook omdat we leven in een straf-samenleving. Het idee heerst dat als je iets verkeerd doet, dat je kind dan uit huis wordt gehaald. Ik denk dat we aan die cultuur iets moeten veranderen.’
Kim van Laar is een van de sprekers op het Zorg+Welzijn congres Huiselijk Geweld. Meer weten?>>
Ook hier geldt (zoals overal in ons vak): doe je te weinig met of vergeet je onze basisvaardigheden? Dan kan je alle interventies overboord gooien!