Door Alexandra Sweers – Het EKDis de digitale vertaling van de papieren dossiers die artsen en verpleegkundigen nu ook al aanleggen, zegt Lijs, hoofd van het Centrum Jeugd en Gezondheid bij het

RIVM. Alle kinderen tussen de nul en negentien jaar krijgen zo dossier. ‘Zo’n dossier leg je aan om mogelijke afwijkingen bij een kind en de ontwikkeling te volgen.’ De vragenlijst die nu voor ophef zorgt is volgens Lijs een soort woordenlijst – een basis dataset genoemd – voor de professionals om te zorgen dat het EKD overzichtelijk blijft en dat iedereen begrijpt wat erin staat.

Relevant
De misinterpretatie ontstaat bij het gebruik van deze lijst van gegevens. Niet altijd en niet bij ieder kind wordt er iets genoteerd in het dossier. Enkel als dit relevant is. Lijs: ‘Wanneer een kind van vijf niet kan hinkelen, dan wordt dat bij het onderdeel motoriek genoteerd. Wanneer dat kind een tijd later weer bij de arts komt en het nog steeds niet kan, dan is het goed te weten wat de vorige keer ook geconstateerd is.’

Haargroei
Wat betreft de ophef over het noteren van schaamhaargroei in het EKD, zegt Lijs: ‘Het kan zijn dat meisjes van zes of zeven al in de puberteit raken. De hormonale ontwikkeling is dan niet helemaal in orde. Dat zie je onder meer aan de haargroei. Het is dan heel nuttig om dat te noteren. Dat is niet uit nieuwsgierigheid.’ Volgens de deskundige staan dit soort zaken ook in het papieren dossier genoteerd.

Angst
De angst die bestaat over het EKD heeft te maken met de inbreuk op de privacy. Maar niet iedereen mag het dossier inzien, legt Lijs uit. ‘Alleen de jeugdgezondheidszorg mag dat en dat zijn artsen en verpleegkundigen. Als het in het belang van het kind is om het dossier open te stellen voor andere hulpverleners, wordt dat altijd in overleg met ouders en kind gedaan.’