Door Carolien Stam – De raakvlakken tussen de Emancipatienota en de prestatievelden in de Wet maatschappelijke ondersteuning zijn uitgangspunt voor zo’n geïntegreerde aanpak. Dat zegt Wil Verschoor van het kenniscentrum maatschappelijke ontwikkeling MOVISIE. Gemeenten kunnen hun programma’s én de financiering ervan afstemmen op doelen van beide beleidsvisies.
Voorbeelden
‘Bijvoorbeeld door vrouwen die werken en mantelzorgen te ondersteunen,’ suggereert Wil Verschoor, ‘zodat ze hun werk kunnen blijven doen en de zorglast niet te groot wordt. Gemeenten kunnen een programma opzetten om bijvoorbeeld mannen meer te betrekken bij de informele zorg.’
Doelgroep
Een andere doelgroep zijn de kwetsbare vrouwen, zoals langdurig werklozen, bepaalde groepen oudere vrouwen, vrouwen uit sommige etnische groepen, ex-psychiatrisch patiënten. ‘Om deze vrouwen meer bij de maatschappij te betrekken kun je ze helpen bij betaald werk of onbetaald vrijwilligerswerk,’ zegt Verschoor.
Vrouwen werken minder
Deze vrouwen behoren grotendeels tot de doelgroep voor wie de Emancipatienota is geschreven, meent Wil Verschoor van MOVISIE. Minister Plasterk, verantwoordelijk voor emancipatie, constateerde vorig jaar dat de emancipatie niet af is. Vrouwen zijn minder gaan werken (met name vanwege gezinsvorming) en twee derde van de Turkse en Marokkaanse vrouwen heeft geen startkwalificatie voor de arbeidsmarkt of heeft grote taalproblemen. Ook zijn veel vrouwen slachtoffer van huiselijk geweld.
Emancipatieprogramma’s
Plasterk heeft 10 miljoen euro uitgetrokken tot 2011 om de emancipatie te bevorderen. Een voorbeeld voor de stimulering van emancipatie is het programma Duizend en één kracht, waarin allochtone vrouwen begeleid worden naar maatschappelijke participatie. Wil Verschoor adviseert gemeenten een beroep te doen op een deel van dit geld als zij Wmo-programma’s versterken met emancipatiedoelen. ‘Verbindt de Wmo en de emancipatiedoelen met elkaar. Door bijvoorbeeld vrouwelijke mantelzorgers te ontlasten en mannen bij de zorg te betrekken.’