Kenniscentrum Movisie doet jaarlijkse een peiling onder frontliniewerkers naar hun opvattingen over maatschappelijke thema’s. Dit jaar bevroegen zij hen over de uitwerking van de Wmo (sinds 2007) en het programma Welzijn Nieuwe Stijl (sinds 2010). Het ging hierbij om vragen als in hoeverre de organisatie waar ze werken is veranderd en of zij zelf anders werken. Of burgers nu meer invloed op het sociaal beleid hebben en of er meer aandacht is voor kwetsbare burgers.
Verschraling
De respondenten zijn niet positief gestemd over de uitwerking van de Wmo. Ze vinden dat de zorg aan kwetsbare groepen is verschraald (59%). Bij verschraling van de zorg denken ze bijvoorbeeld aan mensen die echt zorg nodig hebben en nu tekort komen, vermindering van dagverzorging voor mensen met beginnende dementie, mensen die afzien van zorg vanwege eigen bijdragen en eigen risico en meer bureaucratie.
Samenleving
Bovendien kan de kwetsbare burger sinds de invoering van de Wmo niet beter deelnemen aan de samenleving, menen de respondenten. Cliënten en burgers weten ook niet echt waar zij aan toe zijn. Wel zien ze dat sinds de invoering van de Wmo burgers meer betrokken worden bij ontwikkeling van gemeentelijk sociaal beleid en dat er meer mogelijkheden voor burgers zijn om zelf initiatieven op gemeente lijk niveau te ondernemen, maar dat daar ook nog veel obstakels voor zijn.
Eigen kracht
De frontliniewerkers zijn positief over de doelstellingen van het programma Welzijn Nieuwe Stijl. Ze vinden het bijvoorbeeld belangrijk dat burgers of cliënten zelf verantwoordelijk zijn. Meer dan driekwart (78%) van de respondenten is van mening dat het makkelijker is om de problemen van de cliënt aan te pakken door te focussen op de mogelijkheden. ‘De problemen worden niet ineens gemakkelijker aan te pakken. Maar hun kracht in beeld brengen, helpt om hen te laten leven met soms onoplosbare problemen. Het maakt het leven meer in evenwicht’, aldus een van de deelnemers.
Mantelzorg
Bijna alle respondenten (96%) vinden het belangrijk dat bij een hulpvraag ook moet worden gekeken of de omgeving ondersteuning kan geven. Maar een groot deel van hen (44%) zegt dat de randvoorwaarden daarvoor onvoldoende zijn. Zo is bijvoorbeeld onduidelijk wie de regie heeft en hoe de financiering in zijn werk gaat. Verder vragen ze zich af of de verwachtingen van de sociale omgeving wel reëel zijn.
Decentralisatie
Beroepskrachten en vrijwilligers in de sociale sector proberen te anticiperen op de decentralisaties. Zij vinden het heel belangrijk dat de organisatie waar ze werken een duidelijke visie ontwikkelt en formuleert. Zo kunnen zij de gevolgen van de decentralisaties beter overzien en ook uitleggen aan de mensen waarmee ze werken.
Armoede
In een volgende peiling moeten de gevolgen van de decentralisaties aan de orde komen, zo menen de frontliniewerkers. Movisie vindt het een teken aan de wand dat ook het thema armoede hoog scoort.
Een dergelijke onderzoeksuitslag komt niet helemaal uit de lucht vallen. Er wordt in de praktijk, zowel door de (gemeentelijke) beleidsontwikkelaars als politici wel lippendienst bewezen aan de Wmo-doelstellingen, maar veel is er in de beleidsuitvoering nog niet veranderd. Mede omdat ook uitvoerende ambtenaren (individuele voorzieningen) als welzijnsinstellingen (collectieve voorzieningen) het vaak nog op dezelfde manier doen als in het verleden. Er zijn wel enkele innovaties, maar bij vele welzijnsarrangementen is de kanteling nog steeds geen gemeengoed. Ook al omdat men de vrager/burger onvoldoende serieus neemt. En omdat men de eigen kracht nog veronachtzaamd. De goede uitzonderingen niet te na gesproken.
Het kan beter!!! Vooral ten gemeentehuize!!
Frits van Vugt (Public Consultancy)