SGBO voerde het onderzoek uit in opdracht van 204 gemeenten. Het onderzoek richtte zich op mensen met hulp bij het huishouden en gehandicaptenvoorzieningen. Bijna 60.000 cliënten werkten aan het onderzoek mee en vulden de vragenlijst in.
Huishoudelijke hulp
Opvallend is de tevredenheid over de hulp bij het huishouden: het gemiddelde rapportcijfer is een 8,1. Met name de mensen die de hulp leveren, krijgen veel complimenten. Medewerkers tonen aandacht en interesse tonen voor hun cliënten, vindt 97 procent van de ondervraagden. Ook werkt men snel en efficiënt, zo oordeelt 91 procent van de cliënten.
Personeelswisselingen
Het afgelopen jaar was er veel onrust over wisselende medewerkers bij zorginstellingen. Uit het onderzoek blijkt dat een vijfde van de cliënten hier last van heeft gehad. Ondanks personeelswisselingen blijken thuiszorgorganisaties goed in staat de hulp te plannen, hierover is 94% tevreden.
Herindicatie
Veel cliënten moesten door de komst van de Wmo opnieuw worden geïndiceerd. Uit het onderzoek blijkt dat de belasting voor de meeste cliënten beperkt is gebleven, 87% van de cliënten oordeelde positief over de indicatiestelling.
Mantelzorgers
In het onderzoek is ook gevraagd naar de samenwerking tussen mantelzorgers en thuishulpen. Deze blijken elkaar in 64% van de gevallen zelden of nooit te spreken.
Hulpmiddelen
Doorgaans zijn cliënten positief over hulpmiddelen en woonvoorzieningen. Ruim 90 procent is tevreden over rolstoelen en woonvoorzieningen. Over de hoogte van vergoedingen voor vervoer en verhuizen is een groep cliënten minder tevreden. Een vijfde tot een kwart van de cliënten oordeelt hierover negatief.
Participatie
De bekendheid van de Wmo-raad laat nog te wensen over: tweederde van de cliënten heeft nooit van deze raad gehoord. De cliënten die wél bekend zijn met de raden oordelen doorgaans positief. Ruim 80% is tevreden over de mate waarin de raad opkomt voor het cliëntbelang.