In het document Wmo-Raad Nieuwe Stijl?, maakt het kenniscentrum een inventarisatie naar aanleiding van vijf discussiebijeenkomsten. Henk Beltman, Anna van Deth en Karin Sok organiseerden de bijeenkomsten samen met diverse lokale belangenorganisaties. In totaal 31 gemeenten en 75 Wmo-raden namen deel aan de discussie. ‘We proefden een grote noodzaak om de rollen en het belang van Wmo-raden duidelijker te omschrijven. Ook met het oog op de grote veranderingen in de jeugdzorg en de AWBZ die op gemeenten en organisaties afkomen’, aldus Sok.
Verantwoordelijkheid
Wat bijvoorbeeld opvalt, is dat de doelstellingen van gemeenten en Wmo-raden gelijke tred houden, maar dat accenten duidelijk verschillen. Zo willen gemeenten vooral burgers betrekken om beleid te verbeteren en om draagvlak te creëren. Wmo-raden willen veel directer bijdragen aan een kanteling in de samenleving, zodat iedereen mee kan doen. ‘Ook opvallend is dat Wmo-raden gemeentelijk beleid duidelijker willen maken voor inwoners’, vervolgt Sok. Ze benadrukt dat Wmo-raden goed moeten afwegen of dat een taak moet zijn. ‘Wmo-raden moeten signaleren, meedenken en advies geven. Heldere informatie over beleid verschaffen is een verantwoordelijkheid van de gemeente zelf.’
Competenties
Wmo-raden, een relatief jong fenomeen, hebben nogal eens moeite om nieuwe leden te vinden. Volgens Sok komt dat niet alleen doordat hun functie nog vrij onbekend is, maar ook doordat ze zich te veel focussen op het vertegenwoordigen van doelgroepen. ‘Als je zoekt naar “iemand in de verslavingszorg” krijg je na heel lang speuren misschien wel een geschikte kandidaat, maar competenties zijn veel belangrijker dan die nadruk op een specifieke sector.’
Netwerken
Wmo-raden hoeven volgens Sok ook niet per se iemand van elke zorgsector te hebben, en ook niet altijd per se iemand met een beperking. ‘Misschien is het wel beter om mensen te hebben die zich goed kunnen laten informeren door andere belangenbehartigers. Netwerken en contacten zijn dan wel essentieel om gebrek aan ervaringsdeskundigheid op te vangen.’
Bekritiseren
Ook wijst Sok op het belang van stevige communicatie. Ze constateert dat Wmo-raden nog niet goed genoeg weten hoe ze hun waarde kunnen aantonen. ‘Het is natuurlijk ook een lastige spagaat: ze willen wel laten zien waarom meedenken en signaleren belangrijk is, maar aan de andere kant willen ze niet buitenspel gezet worden doordat ze de gemeente te veel bekritiseren. Goede communicatie is wel doorslaggevend om ideeën en meningen om te zetten in concrete besluiten.’
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Ik ben het er helemaal mee eens dat een lid een groter aandachtsgebied moet hebben dan alleen dat van zijn doelgroep, maar zolang de WMO raden niet de zelfde bevoegdheden krijgen als bijvoorbeeld een patientenraad met de nieuwe wetgeving of zelfs als bijvoorbeeld een OR dan hebben de gemeenten het nog steeds alleen voor het zeggen en kunnen zij zelfs de WMO raden gebruiken om zogenaamd met hun steun maatregelen door de voeren die niet goed zijn.
Ik praat hier over met een meejarige ervaring in de WMO raad van de gemeente Cuijk. De doorslag om te stoppen was toen Cuijk bijvoorbeeld verhoogde toiletten,beugels op de WC en stoeltjes op de badkamer als gebruikelijke gebruiksmiddelen ging zien waardoor deze niet meer onder de vergoedingsregeling van de WMO vielen. Volgens de gemeente gebruiken ook gezonde mensen deze voorzieningen normaal.
Wil een WMO raad iets kunnen betekenen moeten er eerst in Den Haag vaste regels uitgedacht worden voor de WMO zodat het niet mogelijk is dat er landelijk enorme verschillen in de uitvoering WMO zijn.
A.J.Lobbe
Cuijk.
Beste Saskia,
Bedankt voor je reactie. (Gelukkig dat nog iemand reageert). Puntsgewijs mijn reactie op jou.
1. Ik heb niet gezegd dat het in Rotterdam zo goed loopt. Er is ook daar nog veel te wensen. Ik heb gezegd dat er nooit bezwaar is gemaakt tegen de samenstelling die uit vertegenwoordigers van belangenorganisaties bestaat. Noch door de ontvangers van de adviezen nog uit de groep ‘verzenders’, en overigens niet van andere groepen.
2. Ik pretendeer ook niet dat het overal zo zou moeten zijn zoals in Rotterdam, dat kan ook niet, daar zijn de verschillen met andere gemeenten te groot voor, dus dat hoeft ook niet bestreden te worden. Als Vz van Platform VG Rijnmond ken ik zeker ook gemeenten waar de belangenorganisaties niet in staat zijn mensen voor wmo raden te leveren.
3. Wat ik wel bestrijd is de mening dat het beter is om geen vertegenwoordigers van belangen organisaties in wmo adviesraden te hebben.
4. Het valt mij wel op dat veel politieke bestuurders liever geen vertegenwoordigers van belangenorganisaties in die raden hebben zitten. Dat maakt mij argwanend, als belanghebbende.
Blij te weten dat het in Rotterdam zo goed loopt! Je wil natuurlijk mensen met een duidelijke affiniteit met zorg en welzijn en met één of meer doelgroepen, maar alle doelgroepen van Wmo-beleid… Is dat niet een illusie? Zeker in kleinere gemeenten zijn er mogelijk helemaal niet zo veel mensen van sommige doelgroepen aanwezig. Door niet te pretenderen alle ervaring zelf in huis te hebben, kan een Wmo-raad zich ook opener opstellen en meer gebruikers in werkgroepen en commissies betrekken. Daarmee geef je ook meer mogelijkheden aan mensen om mee te denken, ook als ze niet direct zin hebben om ‘vast’ te zitten in de raad. Het is fijn als je via belangenorganisaties goede mensen kan vinden voor de raad, maar dat is niet altijd zo.
Ben het niet eens met de zienswijze van Movisie. Maak zelf als vertegenwoordiger van de belangenorganisatie van mensen met een verstandelijke beperking al een aantal jaren deel uit van de St. Platform Agenda 22 (SPA22) die in Rotterdam ook de functie heeft van wmo-adviesraad. We doen meer dan aleen adviseren over wmo zaken. De raad van deelnemers, die uiteindelijk de gevraagde en ongevraagde adviezen van SPA22 aan het gemeentebestuur (en meestal nog eerder als beleid nog in de ambtelijke sfeer wordt ontwikkeld) vaststelt, bestaat alleen uit vertegenwoordigers van belangenorganisatiers. En dat werkt prima, voor ons en voor de ontvangers van onze adviezen. Althans ze hebben nog nooit laten weten dat het niet zo is. Het voordeel van onze constructie is, dat de deelnemers in SPA22 weten wat de behoeftes zijn van de diverse groepen en dus een deskundigheid hebben die anderen nooit kunnen bezitten. Ik ben bijna 40 jaar professioneel belangenbehartiger geweest (vakbeweging) en ben dat nu op vrijwilligersbasis voor mensen met een verstandelijke beperking, omdat mijn zoon een ernstige beperking heeft. Ik kan U verzekeren dat ik als niet ervaringsdeskundige hun belangen niet goed zou kunnen behartigen. Zoals ik dat wel kon als vakbondsbestuurder. Het gaat nu om belangen die veel dieper gaan dan belangen die je als jurist, vakbondsbestuurder e.d. behartigt.