Door Esther van Andel – In 2002 stelde de
href=”http://www.rekenkamer.nl/”>Algemene Rekenkamer vast dat
Nederland vijfduizend zwerfjongeren telt. Het beleid voor deze doelgroep
was slecht geregeld. Niemand nam de verantwoordelijkheid van de hulpverlening
aan zwerfjongeren op zich. ‘De Wmo brengt daar verandering in en schuift die
verantwoordelijkheid in de schoenen van centrumgemeenten’, zegt Daan
Heineke van kennisinstituut
name=movisie>MOVISIE. (Foto: Daan Heineke)
CentrumgemeentenHeineke schreef in opdracht van VWS de
brochure: ‘Zwerfjongeren: vraag, aanbod en beleid op een rij’. De regie over
maatschappelijke opvang wordt binnen de Wmo gevoerd door 43 zogeheten
centrumgemeenten, met een regionale regiefunctie. Naast het beleid voor de
maatschappelijke opvang, vrouwenopvang en huiselijk geweld, gaan steeds meer
centrumgemeenten ook beleid te maken voor de opvang van en hulp aan
zwerfjongeren.
Heineke: ‘Als centrumgemeenten inzien dat juist voor zwerfjongeren een
samenhangende aanpak hard nodig is, dan nemen ze ook hun verantwoordelijkheid.
Dan wachten ze niet op initiatieven van de provincie in het kader van
jeugdzorgbeleid.’
Hulpmiddel
‘Een gedifferentieerd aanbod van preventie, signalering, indicering,
planning, hulpverlening, begeleiding en nazorg is er nog lang niet in alle
centrumgemeenten. Om dit aanbod van de grond te krijgen en richting te geven is
nieuw beleid nodig.’ Beleidsmakers en uitvoerende professionals die actief zijn
in de aanpak van zwerfjongerenproblematiek kunnen gebruik maken van de brochure:
“Zwerfjongeren: vraag, aanbod en beleid op een rij”. Daarnaast is er een
handreiking: “Aanpak zwerfjongerenproblematiek” van SGBO voor gemeenten.
Knelpunten Knelpunten die uit de brochure naar voren
komen zijn een duidelijk beleidskader, gebrek aan opvangplekken, doorstroming
naar zelfstandige woonruimte en de samenhang tussen hulpverlenende partijen,
zoals MEE, de jeugdgezondheidszorg, openbare geestelijke gezondheidszorg, en het
maatschappelijk werk.
Verantwoordelijkheid
Heineke: ‘Er zijn 5000 zwerfjongeren en maar enkele honderden
opvangplaatsen. Zwerfjongeren die een plek hebben in een residentiële setting,
blijven daar tè lang. Ze dienen stapsgewijs te worden getraind en begeleid naar
zelfstandigheid. De verschillende partners in de hulpverlening dienen hun beleid
van preventie tot en met nazorg op elkaar af te stemmen. De centrumgemeenten
hebben de verantwoordelijkheid om regie over het beleid te voeren.’
OnderzoekDe zwerfjongerenproblematiek is een
graadmeter voor het succes van het jeugdbeleid en de maatschappelijke opvang. De
Algemene Rekenkamer heeft opnieuw onderzoek gedaan naar het aantal
zwerfjongeren en de beschikbare voorzieningen.
Eerder stelde de Rekenkamer vast dat nog steeds geen enkele instantie die
regietaak op zich heeft genomen. Het ontbreekt volgens de Rekenkamer aan een
landelijke overzicht op het probleem. Bovendien is het onduidelijk of de hulp
aan zwerfjongeren voldoende is. Op 20 december komt de Rekenkamer met een nieuw
overzicht met landelijke cijfers: ‘Opvang Zwerfjongeren 2007’.