Amsterdam Zuidoost worstelt al decennia met problemen als armoede, vervuiling en drugsoverlast. Het stadsdeel telt 90.000 inwoners met zo’n 120 nationaliteiten en rond de duizend drugsverslaafden die voor de nodige overlast zorgen. Dankzij een motie van Yvette Lont, fractievoorzitter van de ChristenUnie, start deze maand een project waarbij bewoners tien leefregels vaststellen. Deze regels worden op borden geplaatst, zodat mensen elkaar daarop aan kunnen spreken en bij overtredingen zo nodig de bevoegde instanties in kunnen schakelen.
Ranglijst
Lont is directeur van stichting ‘Op de rots’, een afkickcentrum voor verslaafden, alcoholisten en prostituees dat momenteel 35 mensen begeleidt. Het CU-raadslid is zelf ex-verslaafd en ex-prostituee en werd vier jaar geleden bekend met haar autobiografie ‘Van prostituee tot politica’.
Op de startavond van het Leefregelsproject kwamen eind februari ruim 70 mensen af, die samen veertig leefregels opstelden, vertelt Lont. Deze voorstellen zijn naar alle wijkbewoners gestuurd, die deze week kunnen aangeven welke vijf regels zij prioriteit geven. Uit de ranglijst die zo ontstaat worden vervolgens de tien belangrijkste regels gekozen. Opvallende voorbeelden: ‘Groet als je elkaar tegenkomt in een rustige omgeving.’ ’We hebben respect voor verschillen, dus niet naroepen, uitlachen of nafluiten.’ ‘Plassen doen we op het toilet.’
Hoe kwam u op het idee van die leefregels?
‘Ik had gehoord van het initiatief van de ChristenUnie in Gouda, die met het idee voor de Gouden Stadsregels kwam. Mijn idee was dat in Zuidoost allerlei vernieuwingen plaatsvinden rond flats, gebouwen en de indeling van de stad, maar dat de mensen bij die ontwikkeling achterblijven. De verloedering gaat in sommige gebieden door, mensen gooien nog steeds vuilniszakken naar beneden, of zetten de vuilnis niet op tijd buiten, honden poepen overal. We zitten hier met 120 nationaliteiten en die hebben allemaal eigen waarden en normen. De ene houdt van rastamuziek, de ander vindt dat lastig. Dan kun je wel naast elkaar leven, maar je moet er wel over communiceren. De regels moeten niet top-down worden gemaakt, maar vanuit de bewoners. Stenen voor sociaal is prima, maar het is nu tijd voor sociaal voor stenen.’
Hoe weet u dat die Leefregels werken? Heeft u gekeken naar de praktijk in Gouda?
‘Nee, ik weet niet hoe ze het in Gouda doen, maar ik weet wel dat ze er nog altijd mee doorgaan. Ik denk dat het werkt omdat het om de eigen regels van bewoners gaat. We zetten de regels straks op borden. Bijvoorbeeld: ‘In Zuidoost zijn we tegen huiselijk geweld, dus we geven u aan.’
Welke regels heeft u zelf voorgesteld?
‘In Zuidoost passen we op onze kinderen’, ‘In Zuidoost zeggen we elkaar vriendelijk gedag.’ ‘In Zuidoost zijn we tegen harddrugs en geweld.’
Hoe kunt u dat ‘gedag zeggen’ nu opleggen?
‘Mensen uit andere landen groeten niet altijd als ze een winkel binnenkomen. Hier zeg je ‘Goedemorgen’ of ‘Hallo, wie is de laatste?’ Dat is toch veel vriendelijker? Je laat blijken dat je elkaar respecteert als je vriendelijk gedag zegt. Die cultuur moet je stimuleren.’‘Als je nieuwe regels afspreekt, moet je ook kijken hoe je die kunt handhaven. Als je zegt: ‘Afval doen we in de vuilnisbak’ dan moet de milieupolitie dat gaan handhaven. De regels staan al in de wet, maar we moeten nu de politie of welke instantie dan ook aan het werk zetten. Als je hoort dat iemand in elkaar wordt getimmerd, dan meld je dat bij de politie. Zet ze aan het werk.’
U heeft zelf een opvang voor verslaafden. Die krijg je toch niet weg door te zeggen dat je tegen harddrugs bent?
‘Met die regel bedoel ik dat ik tegen het gebruik in het openbaar ben. Als je zegt ‘In Zuidoost zijn we tegen harddrugs’ zet dat druk op gebruikers die het op straat gebruiken. Zo’n 450 verslaafden zijn in het zorgcircuit opgenomen, maar er zijn er nog veel die in boxen gebruiken. Er is sprake van tieners die coke krijgen in ruil voor seks en dan moet je zeggen: het is nu genoeg. In een stadsdeel met zo’n diversiteit moet je als bewoners regels stellen voor de omgang.’
Het initiatief komt vanuit de politiek. Zou het opbouwwerk hierin geen grote rol moeten spelen?
‘Ja, maar dat is hier sinds het faillissement van welzijnsinstelling Alcides al een paar jaar in conflicten verwikkeld. Het opbouwwerk zou het project Leefregels bij uitstek kunnen begeleiden, evenals het bureau Maatschappelijke Participatie dat met het opbouwwerk zou fuseren. Door alle conflicten zijn de burgers weer het slachtoffer.’‘Wij vinden dat scholen ook mee moeten doen aan het project Leefregels. En alle maatschappelijke organisaties die met vrouwen, jongeren en sport te maken hebben, vragen we ook leefregels op te stellen.’
Hoe gaat u die leefregels warm houden? Als ze straks op borden hangen, kunnen ze zo een stille dood sterven.
‘We zitten in een ontwikkelingsfase, we weten nog niet hoe het aanslaat. We hebben straks bijeenkomsten nodig om te kijken of mensen de regels ook toepassen. Ik wil hiermee ook de communicatie vanuit het stadsdeel stimuleren. Uit dit project moet blijken dat het stadsdeel naar zijn bewoners luistert en er iets mee doet.’