Op dinsdag- en donderdagochtend gaat bij Jolyne (44) uit Amsterdam altijd extra vroeg de wekker. Op deze dagen moet ze om 08.00 uur op kantoor zijn, waar ze Isaak ontmoet. Isaak wil vroeg afspreken omdat hij gevoelig is voor prikkels. Extreem gevoelig zelfs. Want zou hij een uur later de drukke ochtendspits moeten trotseren, dan zou een gesprek met Jolyne vervolgens niet meer mogelijk zijn.
‘Toch heeft het meerwaarde dat hij naar mij komt’, zegt Jolyne. ‘Want Isaak zit verder alleen maar binnen. Naar kantoor komen betekent dat hij zijn woning uitkomt, naar buiten gaat en beweging heeft. Het kost hem echter vaak twee dagen om hiervan bij te komen.’
Zelfstandig wonen
Isaak is gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis (ASS) en woont zelfstandig. In grote lijnen gaat dat prima, maar voor sommige zaken heeft hij hulp nodig. Zoals bij het aangaan van sociale contacten. ‘Isaak wil dolgraag iemand om zijn leven mee te delen, maar hij is sociaal niet vaardig. En daardoor sluit hij zich graag op. En als hij zich te lang opsluit, ligt depressie op de loer’, weet Jolyne.
Toch is zelfstandig wonen voor mensen met autisme extra belangrijk, omdat ze zonder eigen dak zijn aangewezen op begeleid wonen met ‘vreemde’ mensen. Dat alleen geeft vaak al veel stress, om maar niet te spreken van alle prikkels die gezamenlijke woonruimtes met zich meebrengen.’
Contact maken
Naast Isaak begeleidt Jolyne nog negen andere jongvolwassenen met ASS een paar keer per week bij de dingen van alledag. Als ambulant begeleider probeert ze met kleine stapjes deze mensen zo zelfredzaam mogelijk te maken. Daarbij ondersteunt zij hen op allerlei manieren: de administratie doen, instanties bellen, schoonmaken, helpen met koken of de boodschappen: je kan het zo gek niet verzinnen. Maar ook checkt ze hoe het mentaal met hen gaat en of er eventueel psychologische ondersteuning nodig is.
Van mensen met ASS is het bekend dat ze cognitief vaak sterk zijn, maar sociaal-emotioneel minder sterk. Een praatje met de buschauffeur of even vragen hoe iemand zijn vakantie was; het komt gewoon niet bij ze op. ‘Contact maken met anderen is voor iemand als Isaak heel moeilijk. En daar help ik hem onder meer bij.’
Zelfredzaam
Een ander persoon die Jolyne (nu al vijf jaar) helpt, is Sandra. Die hulp vond in eerste instantie plaats vanuit een beschermd woonhuis, waar lange tijd gewerkt is aan haar dag- en nachtritme en aan assertiviteit. ‘Sandra vond het moeilijk om haar stem te laten horen en dus begeleidde ik haar onder meer bij vergaderingen binnen de woongroep. Daar heeft ze geleerd haar mening te verkondigen, waardoor ze nu ook maatschappelijk beter functioneert.’
Een half jaar geleden werd zij zelfredzaam genoeg bevonden om op zichzelf te wonen en kreeg ze een UMO-woning (Uit-stroom Maatschappelijke Opvang) toegewezen. Sindsdien lijkt haar leven in een stroomversnelling te zitten. ‘Ik zie haar nog twee keer per week, maar dan hooguit een half uurtje. Terwijl ze ook nog een studie sociologie is begonnen. Echt zo knap!’ Als Sandra zich een jaar lang zelfstandig staande weet te houden, wordt de UMO-woning op haar naam gezet.
Wachttijden
Het zijn met name dit soort voorbeelden waaraan Jolyne haar werkplezier ontleent. ‘Als ik zie dat ik met mijn hulp echt het verschil kan maken in iemands leven, is mijn missie geslaagd.’ Wel betreurt ze het dat er steeds meer druk op haar werk komt te staan. ‘De wachttijden worden langer, waardoor we steeds minder maatwerk kunnen bieden. En juist maatwerk is voor deze groep zo belangrijk, omdat ze allemaal iets anders nodig hebben.’
Dit is een samenvatting van een langer artikel in Zorg+Welzijn Magazine. Het volledige artikel lezen en/of het magazine zes keer per jaar ontvangen? Word dan abonnee!
* Vanwege privacy-redenen zijn de namen van Jolyne en haar cliënten gefingeerd.