Door Carolien Stam – ”Wat kom je doen?”, bitste de oude, Indische mevrouw
de thuiszorgster toe. Voor de gezelligheid kwam deze een kwartiertje te vroeg.
“Je kunt toch beneden wachten?” Mijn collega vroeg me om eens met deze cliënt te
praten, ik had haar eerder al verzorgd. Ze had sondevoeding, haar darmsysteem
lag overhoop, had erge last van diarree en van de schimmel in haar mond. (foto
Stock.xchng)
Ik kwam bij haar binnen en ben aan het werk gegaan. Terwijl ik haar
verzorg, vraag ik: “Wat is er met u? U bent zo anders de laatste tijd.” Ze
vertelt dat ze genoeg heeft van die buik en die mond, ze kan het wel
uitschreeuwen. “O, dat kan ik me zó goed voorstellen”, antwoord ik. Op dat
moment brokkelt haar muur van boosheid af. Ze zegt: “Wat heerlijk dat u dat
vindt.”
Menselijk contactCharlotte Moor is van oorsprong
wijkverpleegkundige en werkt als docent bij IMOZ, instituut voor zingevende
zorg. In haar beroepspraktijk is ze zich voortdurend bewust van haar rol als
vertrouwd persoon, die dicht bij de mensen komt. ‘Met de verzorgende handelingen
raak je aan de intimiteit van mensen. Dat menselijke contact maakt van jouw rol
als verzorgende meer dan alleen een wasmachine.’
Luisteren is volgens Charlotte Moor een van de belangrijkste taken van
het beroep. ‘Terwijl je bezig bent met de verzorging van je cliënt komt ineens
die vraag: “Wat betekent het leven nog voor mij?” Je hebt er nooit een antwoord
op, soms laat ik het alleen bij de bevestiging. Ik ben niet meer van de houding:
“Kom, kom, kop op!” Het feit dat je meeleeft, dat jouw cliënt zich rot mag
voelen, dat geeft die cliënt enorme steun.’
Grotere plaats Levensvragen en zingeving aan het
leven nemen voor ouderen een steeds grotere plaats in. Daarmee wordt het een
belangrijk onderdeel van de zorg voor ouderen. Uit een onderzoek van de
Nijmeegse Welzijnsstichting SWON onder 7.000 ouderen bleek dat veel ouderen
levensvragen hebben.
Het onderzoek betrof vooral vragen naar het lichamelijk, sociaal en
psychisch welzijn, maar het geestelijk welzijn bleek uit de gesprekken als een
belangrijk thema naar voren te komen. ‘Levensvragen horen bij het geestelijk
welzijn’, verduidelijken Harry Scharrenborg en Kees Scheffers.
Zelf vragen beantwoorden
Beiden zijn werkzaam als geestelijk verzorger bij het twee jaar geleden
opgerichte Centrum voor Ouderen en Levensvragen (COL). ‘Door de ontzuiling en
het maatschappelijke individualisme is er geen plek meer voor levensvragen.
Vijftig jaar geleden lag alles nog vast in regels en afspraken van de
levensbeschouwing waar je bij hoorde. Nu moeten ouderen zich zelf in alle vragen
verdiepen, zoals trouwens ook in de regels van hun ziektekostenverzekering.
Terwijl ze alleen maar rust in hun leven willen.’
De kerken hebben te weinig inspirerende voorgangers voortgebracht,
verklaren Scharrenborg en Scheffers de neergang van de kerken. ‘Ze vonden geen
aansluiting bij de dagelijkse levensvragen van mensen, zoals: “Ik zie mijn
kinderen die in Amerika wonen niet meer”. Of: “Heb ik het in mijn leven goed
gedaan?, Tel ik eigenlijk nog wel mee?”
In de huidige samenleving is autonomie en zelfstandigheid belangrijk,
betogen Scharrenborg en Scheffers. Althans, tot de problemen komen. ‘Mensen van
75 jaar en ouder willen een woonvorm waarbij ze niet alleen zijn en goede
geestelijke zorg kunnen krijgen. Maar dat zien veel veertigers en vijftigers die
de zorg organiseren over het hoofd.’
Het gehele artikel is te lezen in Zorg + Welzijn Magazine 5, mei 2007.
Drie maanden na publicatie wordt het op de website
geplaatst.