In Amsterdam loopt de vraag naar een plaats in een verpleeghuis of verzorgingshuis hard terug. Waren er in januari 2003 nog 120 aanvragen per maand voor plaatsing, in april 2004 zijn het er nog maar 50. Het aantal wachtenden bij verpleeghuizen is in januari 2003 nog 400, een jaar later is dat aantal gedaald naar zo’n 270.
‘Dat komt omdat mensen langer thuis blijven wonen,’ constateert Anne Slingeland van de Sigra (samenwerkende instellingen gezondheidszorg regio Amsterdam). Maar zij sluit niet uit dat er meer aan de hand is. ‘Mensen ontvangen gemakkelijker zorg en ook intensievere verpleging thuis. Dan kies je er niet zo snel voor met z’n vieren op een kamer in het verpleeghuis te liggen.’
De leegstand in verzorgingshuizen heeft kwalitatieve oorzaken, volgens Slingeland. ‘Het betreft vooral oudere gebouwen en locaties in minder populaire buurten.’ In Amsterdam gaat het om 75 kamers die leegstaan. De gevolgen van leegstand leveren vooral financiële problemen op. Instellingen krijgen per plaatsing betaald. Maar de kosten voor de gebouwen en het personeel blijven gelijk. ‘Uiteindelijk kan leegstand een probleem op de begroting worden,’ geeft Slingeland aan. Inmiddels bieden veel grote zorgketens verschillende vormen van zorg aan en hebben de mogelijkheid te variëren in het zorgaanbod. Maar kleinere instellingen, die één product aanbieden, vangen deze problemen niet gemakkelijk op.
Arcares, werkgeversorganisatie in de ouderenzorg, heeft geen harde cijfers, maar krijgt signalen over leegstand uitsluitend van instellingen in de grote steden. ‘Wij zien geen landelijke trend,’ zegt woordvoerster Carien Ponsen. Over de oorzaak voor leegstand kan de koepelorganisatie slechts vermoedens uitspreken: de investeringen in de extramurale zorg geven meer mogelijkheden voor cliënten om zorg thuis te ontvangen. Het aantal ouderen in grote steden lijkt tijdelijk te stabiliseren. En een andere manier van indiceren per 1 april 2003 kan leiden tot minder opnames: verblijf wordt apart van 24-uurs zorgverlening geïndiceerd.
De indicaties zijn stringenter, volgens Claudia de Jong, beleidsmedewerker van de Landelijke Vereniging van Indicatieorganen LVIO. Zo werd enkele jaren geleden voor verzorging- en verpleeghuizen nog geïndiceerd uit voorzorg: de cliënt werd alvast op de wachtlijst gezet voor als het nodig zou zijn. ‘Er wordt nu alleen geïndiceerd als de zorg op dat moment ook nodig is,’ zegt De Jong.
Er is ook een andere ontwikkeling die de keuze voor het verzorgingshuis niet bevordert, meent De Jong. ‘Mensen willen steeds langer zelfstandig wonen. De appartementen van verzorgingshuizen zijn niet allemaal even aantrekkelijk, voor veel mensen reden daar niet voor te kiezen.’ Verzorgingshuizen verdwijnen langzamerhand, denkt de beleidsmedewerker. ‘Veel ouderen stellen hogere eisen aan hun leefomgeving en zoeken ruimte, comfort en privacy in andere woon-zorgvormen.’
Het ministerie van VWS vermoedt dat de oorzaak voor leegstand ligt in de frictie van de vraag naar zorg en het aanbod. Ze gaat onderzoek doen naar de omvang van het leegstandprobleem en naar de oorzaken.