Dat staat in een rapport van de Algemene Rekenkamer dat donderdag is verschenen. Zorgkantoren, die het geld voor de langdurige AWBZ-zorg verdelen, leggen nog te veel nadruk op goedkoop in plaats van vernieuwend werken. Daar komt nog eens bij dat bij de verspreiding van innovatie veel partijen zijn betrokken. Daardoor wordt vernieuwing in de zorg een ingewikkelde zaak.
Opname in pakket
Voor vernieuwende projecten is wel geld, maar als die klaar zijn, is het lastig om voor langere tijd aan geld te komen om de vernieuwingen echt door te zetten. Opname in het verzekerde pakket van de volksverzekering AWBZ is lastig. Vanuit de AWBZ is 90 miljoen euro beschikbaar voor innovatie, maar daarvan is nog niet de helft gebruikt.
Niet vertrouwd
Ook hikken zorgverleners en cliënten vaak nog aan tegen vernieuwingen, omdat ze niet echt vertrouwd zijn met technologie. Zorgaanbieders zijn bang dat ze bij zorg op afstand aanlopen tegen problemen op het gebied van veiligheid, privacy en ethiek. Verder ontbreekt het nog aan goede normen voor de ICT die voor zorg op afstand nodig is.
Van de grond
Staatssecretaris Jet Bussemaker (Volksgezondheid) geeft toe dat moderne vormen van zorgverlening nog niet erg van de grond komen. Samen met minister Ab Klink zet ze er juist sterk op in, omdat het een van de manieren is om het dreigende tekort aan zorgpersoneel het hoofd te bieden. Daarvoor is juist een speciaal Zorg Innovatie Platform opgericht.
Waarde bewijzen
Dat innovatieve projecten tijdelijk geld krijgen, is logisch, vindt Bussemaker. Het gaat om initiatieven die hun waarde nog moeten bewijzen. Maar de Rekenkamer vindt dat ze er harder aan moet trekken om succesvolle projecten ook van vast geld te voorzien. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zou zorgkantoren achter de broek moeten zitten om meer innovatieve zorg in te kopen.
Meer weten? Lees dan ook de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief.
Daarvoor kunt u zich hier aanmelden.
Bron: ANP