De bedoeling van de pakketmaatregel is dat de begeleiding voor mensen met een beperking minder toegankelijk wordt. Mensen met een lichte beperking kunnen geen aanspraak meer doen op begeleiding en zijn volgens de overheid in staat om zelf voor ondersteuning te zoeken..‘Zorgaanbieders kunnen daar een rol in spelen, maar ze zijn nog op zoek naar de manier waarop’, zegt Visser. In opdracht van Kenniscentrum MOVISIE deed ze onderzoek naar de rol van zorgaanbieders na de invoering van de AWBZ- pakketmaatregelen.
Eigen geld
‘Veel zorgaanbieders in de ggz en verpleging en verzorging wisten op het moment van dataverzameling nog niet helemaal wat de pakketmaatregel voor hen zou betekenen. Sommigen zetten de zorg voort aan mensen die geen indicatie meer krijgen voor ondersteunende of activerende begeleiding. Dat betalen ze van Wmo-geld, eigen geld of vragen de cliënt om een bijdrage. Anderen laten hun cliënten gaan of gaan op zoek naar samenwerking’, legt de onderzoeker uit.
Betrokkenheid
‘Zorgaanbieders zijn niet verplicht om de groep op te vangen die de AWBZ-indicatie verliest. Die keuze moeten ze zelf maken’, zegt Visser. Veel ondervraagde zorgaanbieders geven wel aan uit morele verantwoordelijkheid oplossingen te willen zoeken voor de weggevallen begeleiding. Ze willen ook verbonden blijven met de cliënt, deze niet uit het oog verliezen en werken aan klantenbinding, aldus Visser. ‘Deze groep heeft natuurlijk steeds meer zorg nodig en uiteindelijk misschien een plek in het verzorgings- of verpleeghuis.’
Dagbesteding
Uit het onderzoek blijkt wel dat er al allerlei alternatieve vormen van begeleiding tot stand komen. Bijvoorbeeld dagbesteding in groepsverband, in samenwerking met vrijwilligers of de lokale welzijnsorganisatie. ‘De zorgaanbieders kunnen daarbij op verschillende manieren een rol spelen, bijvoorbeeld als ondersteuner bij de informele zorg, samenwerkingspartner of expert.’ Volgens Visser is het aan te bevelen dat zorgaanbieders een weloverwogen keuze maken om zich wel of niet op Wmo-terrein te begeven. En welke rol zij vervolgens willen vervullen.’
Concurrentie
Het ligt in de lijn der verwachtingen dat de AWBZ-zorg steeds verder zal afnemen. ‘Het overheidsbeleid is erop gericht dat informele zorg, zoals mantelzorg en vrijwilligerswerk, een steeds grotere rol gaat spelen’, zegt Visser. Zorgaanbieders die daarop willen inspringen, komen wel barrières tegen, verwacht de onderzoeker. ‘Denk aan het vormgeven van samenwerking, omgaan met concurrentie, samenwerken met vrijwilligers en handelen naar het gedachtegoed van de Wmo. Dat vraagt een andere manier van denken, een andere focus en misschien wel andere competenties van je personeel.’
Meer aanbevelingen voor zorgaanbieders staan in het rapport ‘Een zorg minder?!’.
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: Foto: ANP/Koen Suyk
Ik houd mijn hart vast. Steeds minder mensen die mantelzorg en vrijwilligerswerk kunnen doen. Van iedereen (vrouwen en mannen) wordt verwacht dat zij naast hun gezin en de zorg voor anderen ook werken. Ook ouderen zijn in de toekomst steeds minder beschikbaar, omdat zij langer moeten werken en de VUT is afgebouwd. De mantelzorg en het vrijwilligerswerk wordt meer, maar moet met minder mensen worden gedaan, Gevolg overspanning en meer kosten. Nu ook de ondersteunende begeleiding voor veel mensen wegvalt verwacht ik nog meer eenzame mensen en problemen in de samenleving. Nu al zie je dat veel mensen gewoon niet in staat zijn zelf keuzen te maken of zaken te regelen. Mensen die ook geen familie hebben om dit voor hen te doen. Wie helpt hen!
Wanneer men inderdaad meer gebruik wil maken van vrijwilligers, moet de screening en opleiding van deze mensen ook voldoende zijn en moet de samenwerking tussen bijvoorbeeld het GGZ en ervaringsdeskundigen nog heel wat verbeteren.
Zelf ben ik vrijwillig (goed opgeleid) ervaringsdeskundige en vul hopelijk één van die gaten mede op met ons team bij het STIP-GGZ.
we gaan naar de amerikaanse stijl , ikke ikke en rest kan stikke en god voor ons allen ..
Als de overheid er naar streeft dat vrijwwillerswerk een steeds grotere rol gaat
spelen moet men wel bedenken dat de tijden
waarop vrijwilligers beschikbaar zijn een
beperking kennen .Bovendien is het bekend
gegeven dat het werven van vrijwilligers gelijk staat aan het vissen in de 65+-vijver. M.a.w de
beschikbaarheid van vrijwilligers wordt bepaald
door zorg voor eigen gezin en door de mate
waarin gepensioneerden van een verdiende
rust willen genieten.
Het is overigens niet ongebruikelijk.dat het
overgrote deel van de in een instelling beschikbare vrijwilligers een leeftijd tussen de
70 en 80 jaar heeft (ervaringscijfer).
De gemiddelde tijd die een vrijwilliger per dag
beschikbaar heeft is gemiddeld 2 á 3 uur en
dit dan nog gedurende 1 á 2 dagen perweek.
Wat te doen in de weekeinden , de feestdagen enz. waarin de vraag naar vrijwilligers het
grootst is.
De overheid denkt in utopiën die men binnen
een potjeseconomie denkt te kunnen realiseren.
W.Bloot, secretaris van een cliëntenraad.