Een op de vier kinderen groeit op met de zorg voor een ziek of gehandicapt familielid. Zij lopen een groter risico later problemen te krijgen. Om hun ouders niet verder te belasten verbergen zij vaak hun eigen zorgen. Hulpverleners die in het gezin komen, moeten oog krijgen voor de zorgen van deze jonge mantelzorgers. Het probleem is dat hulp aan kinderen die zorgen overal anders is, als het er al is.
Handvatten
Minister Rouvoet krijgt dinsdag 11 mei de publicatie ‘Opgroeien met zorg’ aangeboden. Deze publicatie geeft handvatten aan professionals en beleidsmensen om hulp voor jonge mantelzorgers op te zetten. De landelijke vereniging van mantelzorgers Mezzo en Artsen Jeugdgezondheidszorg Nederland (AJN) willen hiermee aandacht vragen voor gestructureerde hulp aan kinderen en jongeren die opgroeien met een ziek- of gehandicapt familielid.
Onderwijs
‘Het gaat om aandacht voor de enorme invloed die de zorg voor een familielid op kinderen kan hebben,’ zegt Els Jonker van de AJN. Zij is ook jeugdarts in Deventer. ‘Veel mensen die hulp verlenen in het gezin zouden eventuele problemen bij kinderen kunnen herkennen. Dat geldt ook voor professionals die met kinderen werken, bijvoorbeeld in het onderwijs. Kinderen houden hun zorgen vaak voor zich om hun ouders niet nog meer zorgen te bezorgen, waardoor het lijkt alsof het goed met hen gaat en er te weinig aandacht voor hen is.’
Maatgevend
Om jonge mantelzorgers te helpen, kan er allereerst met hen worden gesproken. ‘Vraag aan het kind zelf wat het voor hem of haar betekent om een ziek familielid te hebben of om te zorgen voor een dierbare,’ weet jeugdarts Els Jonker. ‘Belangrijk is ook dat ouders oog hebben voor het effect van de ziekte en zorg van het familielid op het gezonde kind. Uit onderzoek blijkt dat de mate van beschikbaarheid van de gezonde ouder maatgevend is voor hoe het met het kind gaat.’
Gedrag
Verder moeten niet alleen volwassenen, maar ook kinderen goed geïnformeerd worden over de ziekte. ‘Bij psychiatrische problemen bijvoorbeeld kan een kind denken dat bepaald gedrag van de patiënt, bijvoorbeeld de ouder, aan hem ligt. Met goede informatie wordt duidelijk dat het niet het geval is. Maar een onwetend kind worstelt in zijn eentje met allerlei nare gedachten over oorzaak en gevolg van de ziekte.’
Structuur
Het probleem is dat de invulling van de hulp aan jonge mantelzorgers erg versnipperd is, aldus Jonker. Er zijn 240 steunpunten Mantelzorg in het land, maar algemeen moeten hulpverleners in hun regio zoeken naar wat er beschikbaar is aan hulp voor deze specifieke groep. De vraag aan minister Rouvoet is dan ook om meer structuur in het beleid en de hulp aan te brengen: integrale aanpak en verankering in bestaande structuren van zorg en welzijn.
Gezien
Concreet betekent het dat alle gemeenten een aanbod hebben voor deze groep jongeren, verduidelijkt Jonker. ‘En dat uitvoerende hulpverleners, welzijnswerkers, onderwijsmedewerkers oog hebben voor de onderliggende problemen waar jonge mantelzorgers mee kunnen worstelen. We willen aansluiten bij bestaande hulpstructuren. Het Centrum voor Jeugd en Gezin kan een goede plek zijn waar deze groep in beeld kan komen. Het zou al heel wat zijn als deze jongeren eindelijk worden gezien.’
Meer nieuws in uw inbox? Klik hier voor de gratis Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Voor meer achtergronden en opinies, neem hier een abonnement op Zorg + Welzijn Magazine.
Bron: Foto: Mezzo