Door Mariëlle van Bussel – Bij de ingang zit een Marokkaanse man in een rolstoel te wachten op een taxi, even verderop wordt een Nederlandse dame door haar dochter aan de hand genomen. Lopend door verpleeghuis De Schildershoek komt een palet aan culturen je tegemoet. In het winkeltje bij de ingang is dat duidelijk te zien. Hier is niet alleen appelmoes te koop, maar ook Indonesische spekkoek of Marokkaanse muntthee.
In dit multiculturele verpleeghuis wonen zo’n tweehonderd mensen, met ruim twintig verschillende culturele achtergronden, voor korte of langere tijd. Zoals Bella Lunenberg (75), weduwe en revaliderend van een knie-operatie. Of Roepleka Vishnudatt (45), die herstelt van een beroerte. Beiden verblijven inmiddels een jaar in het verpleeghuis, de een met Nederlandse, de ander met Hindoestaanse gewoontes.
‘Daar is de Schildershoek helemaal op ingespeeld’, vertelt Joost Cornelissens, psycholoog. ‘Aan de hand van gesprekken die we voeren met de cliënten weten we precies wat ze wensen. Bewoners kunnen hier zijn wie ze zijn.’ En dus is er de mogelijkheid tot Koran-recitatie en men kan in gesprek gaan met een pandit. Er is een Chinese theemiddag, maar er worden ook pannenkoeken gebakken.
De voorkeuren van de cliënten komen aan bod in het zorgleefplan van ActiZ, waarmee De Schildershoek sinds een klein jaar werkt. Hoewel alle verpleeghuizen geadviseerd wordt om met een zorgleefplan te gaan werken, is de overstap voor een multicultureel verpleeghuis relatief minder groot omdat er al specifiek rekening werd gehouden met de verschillende achtergronden van de bewoners. ‘Je kunt hier nooit uitgaan van de gemene deler. Maar dan nog was en is de overstap een hele klus’, vindt Cornelissens.
Vier domeinen
Op tafel liggen dossiers in alle soorten en maten, variërend van een reader met een nietje erin tot een luxueuze ringband. Om aan te geven dat men in De Schildershoek al die jaren op allerlei manieren met een zorgdossier is bezig geweest. Cornelissens laat de ringband zien van Lunenberg, die volgestouwd is met formulieren. Voortgangsgesprekken, rapportages voor interne en externe zorgaanbieders, dag- en weekprogramma’s, ga zo maar door.
De kern van dit zorgleefplan is de onderverdeling in vier domeinen. Wonen, sociaal leven, geestelijk en lichamelijk welzijn. Per domein worden met behulp van uitgebreide vragenlijsten de wensen aangegeven van de cliënt. Vervolgens worden er per domein doelen gesteld, waarop alle betrokkenen uit de verschillende disciplines kunnen rapporteren.
Integrale aanpak
‘Mevrouw Lunenberg wil naar verloop van tijd terugkeren naar haar eigen huis én haar sociale redzaamheid verbeteren’, geeft Cornelissens als voorbeeld. ‘Dat is het doel. Het maatschappelijk werk, de psycholoog en de fysiotherapeut rapporteren ieder over hun eigen aandeel, samen bouwen ze een rapport op.’
Voor de invoering van het zorgleefplan was dat anders. Toen deed elke betrokkene vanuit zijn eigen aandachtsgebied zijn zegje, zonder overkoepelend idee. ‘Vleksgewijs’, noemt Cornelissens dat. ‘Nu is het puntiger, toegespitst op een doel. Als je alle doelen hebt bereikt, hoeft iemand hier niet meer te zijn, zwartwit gezegd.’
U kunt het hele artikel lezen in Zorg + Welzijn Magazine nummer 6, juni 2008