Door Carolien Stam – Vóór de invoering van de WMO werd
75 procent van de thuiszorg door geschoolde thuishulpen gedaan en 25 procent van
de zorg door alfahulpen. De tendens is dat die verdeling na de invoering van de
WMO per 1 januari net andersom is, volgens de
href=”http://www.vng.nl:80/” target=_blank name=vng>VNG.
Prijs boven zorgOok thuiszorgkoepel
href=”http://www.arcares.nl:80/actiz/index.do” target=_blank name=Actiz>Actiz
krijgt signalen van leden ‘dat er verschuivingen plaatsvinden. Maar het
verschilt per gemeente’, zegt Actiz-woordvoerder Jan-Willem Wits. ‘Het kan zijn
dat gemeenten bij een zorgindicatie zich onvoldoende realiseren welke vorm van
zorg belangrijk is en meer naar de prijs kijken.’
Te zware zorgVNG-woordvoerster Frea Broekman weerlegt
de kritiek van een strengere selectie: ‘De zorgindicatie wordt door het
href=”http://www.ciz.nl:80/” target =_blank name=CIZ>Centrum Indicatiestelling
Zorg (CIZ) gedaan. Veelal is het aantal uren dat eerder was toegekend gewoon
overgenomen. Wij vermoeden dat in het verleden te zware zorg op de cliënt
afgestuurd werd door de thuiszorgorganisatie.’
OngeschooldDe gevolgen voor de cliënt van de grotere
inzet van de alfahulp zijn volgens Actiz belangrijk. Veranderingen in de fysieke
of psychische situatie worden door een ongeschoolde alfahulp niet gesignaleerd.
‘Belangrijker nog is de andere relatie tussen cliënt en huishoudelijke hulp. De
professionele thuishulp is in dienst van de thuiszorgorganisatie. De alfahulp is
in dienst van de cliënt, die nu zelf opdrachten moet geven en problemen moet
oplossen. Bepaalde doelgroepen kunnen dat niet aan, bijvoorbeeld licht
dementerende ouderen. Daar wordt te weinig rekening mee gehouden.’
Beoordeling‘Wij krijgen van cliënten geen signalen
binnen die er op duiden dat ze ontevreden zijn met de toegekende hulp’,
beargumenteert de VNG-woordvoerster. De vraag is hoe de ingezette hulp juist
beoordeeld wordt. Dat is in eerste instantie een taak van het ministerie van
Volksgezondheid Welzijn en Sport.
Evaluatie
Volgens Actiz komt er dit voorjaar een eerste evaluatie
van de toekenning van huishoudelijke hulp binnen de WMO Dan wordt ook gekeken hoe de aanbesteding in gemeenten is gegaan en of
voldoende zorg is geïndiceerd bij cliënten. ‘De prijs is nu leidend
geweest’,volgens Jan-Willem Wits. ‘Bij een nieuwe ronde aanbestedingen komen de
zaken naar voren die niet wenselijk zijn.’
Lagere kostprijs
Uit een benchmark over 2005 door accountantskantoor
PriceWaterhouseCoopers – in opdracht van de gezamenlijke thuiszorgorganisaties – blijkt dat de
thuiszorg in 2005 verdiende op de huishoudelijke verzorging. De kostprijs
daarvan is namelijk hoger dan het tarief. Wel lijden de organisaties verlies op
de wijkverpleging; deze kostprijs is hoger dan het tarief.
Rode cijfers
Het is dus een terechte conclusie dat gemeenten
de tarieven voor huishoudelijke zorg afromen. Maar duidelijk is ook dat
de AWBZ-tarieven voor verpleging en andere diensten kostendekkend moet worden.
Anders zijn alle thuiszorgorganisaties aan het einde van dit jaar in de rode
cijfers, aldus PriceWaterhouseCoopers.
Lees ook:
portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/tsge_portlet_zw_news1_1_actionOverride/___2Fportlets___2Fts___2Fge___2Fnews1___2Fcontent___2FshowDetailsList/_windowLabel/tsge_portlet_zw_news1_1/tsge_portlet_zw_news1_1channel/5601/tsge_portlet_zw_news1_1id/72037/_desktopLabel/zorgwelzijn/_pageLabel/tsge_page_nieuws/index.html” target=_blank name=klachten >Nog
weinig klachten over WMO tot nu toe (Zorg + Welzijn, 19 ferbuari 2007),
portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/_pageLabel/tsge_page_archief/tsge_portlet_news1_archiefsearch/true/tsge_portlet_news1_archiefchannelId/20107/tsge_portlet_news1_archiefid/51727/_desktopLabel/zorgwelzijn/index.html” target=_blank name=thuiszorg >Thuiszorg:
Opkomst van de marktwerking (Zorg + Welzijn, 12 januari 2005)
Meer weten? Lees dan ook de
href=”https://www.zorgwelzijn.nl/portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/_pageLabel/tsge_page_nieuwsbrief/_desktopLabel/zorgwelzijn/index.html”>gratis
Zorg + Welzijn Nieuwsbrief. Daarvoor kunt u zich
href=”https://www.zorgwelzijn.nl/portal/zorgwelzijn.portal/enc/_nfpb/true/_pageLabel/tsge_page_nieuwsbrief/_desktopLabel/zorgwelzijn/index.html”>hier
aanmelden.
href=”http://vedm.net/click2?l=LgMo3&m=IRkY&s=NP5HE3″ target=_blank
name=Nieuwsbrief>Door hier te klikken leest u de laatste
editie.
Reageer op dit bericht:
href=”mailto:zorgenwelzijn@reedbusiness.nl”>zorgenwelzijn@reedbusiness.nl
Reactie van André Fukkink, projectleider WMO gemeente
Aalten
Het probleem dat thuiszorginstellingen ervaren rond indicatiestelling hulp
bij het huishouden, ligt naar mijn mening bij twee zaken: het CIZ heeft in de
AWBZ bij indicatiestelling voor de HV geen onderscheidgemaakt in HV1 en HV2.
Blijkbaar was dat wel te achterhalen uit de rapportage waarin een opsomming werd
vermeld van de uit te voeren acties, maar thuiszorginstellingen konden zelf
beoordelen of men de alfahulp of de duurdere hulp wilde inzetten. Een
indicatieprobleem dus.Daarnaast maakten de thuiszorginstellingen naar mijn
mening dankbaar gebruik hiervan door duurdere krachten in te zetten voor HV (1)
die tevens ook een deel van de PV konden meenemen. De WMO maakt nu duidelijk
welke zorg er nodig is door helder aan te geven of het hulp bij het huishouden 1
of 2 betreft. Dat alfahulpen niet gekwalificeerd zijn om ook andere problemen
te signaleren binnen het cliëntsysteem, lijkt mij nogal zwaar aangezet. Veel
alfahulpen zijn (meestal) vrouwen die ook thuis een huishouding draaiende
moeten houden en ook nog mantelzorger zijn in de privésfeer.
Thuiszorginstellingen zijn echter gehouden (volgens het bestek) ook bij hulp bij
het huishouden 1, krachten in te zetten die deze signaalfunctie kunnen
invullen.