Vanuit haar werk bij jeugdhulporganisatie De Rading zag Van der Neut het jaar in jaar uit gebeuren: jongeren die op hun achttiende de Jeugdzorg moeten verlaten, vallen in een gat. Velen lukt het wel om een woonplek te vinden en hun leven op de rails te krijgen, maar velen ook niet. Dat heeft soms schrijnende gevolgen: dakloosheid, prostitutie, grote schulden. Het grote euvel? Ze missen een netwerk. Van der Neut: ‘Ik geloof echt dat een netwerk cruciaal is. Ze moeten ingebed de maatschappij in.’
Kamers met Aandacht
Waar jongeren zonder jeugdzorgverleden veelal vanzelfsprekend kunnen terugvallen op hun ouders, ontbreekt zo’n vangnet juist bij veel jongeren uit de Jeugdzorg. Kamers met Aandacht moet dat gat een beetje dichten. Het idee: de verhuurder verhuurt niet alleen een kamer aan de jongere, maar kijkt ook een beetje naar hem of haar om. Het liefste doet diegene dat ook nog na de huurperiode van minimaal één en maximaal vijf jaar. Van der Neut: ‘Het gaat om een steuntje in de rug en een oogje in het zeil. Maar ook om wat aanspraak, gezelligheid en huiselijkheid. Hoe dat wordt ingevuld en hoe ver dat gaat? Dat is aan de huurder en verhuurder(s) zelf.’
Alles zelf moeten doen
Kamers met Aandacht roept natuurlijk wel vragen op. Laat de Jeugdzorg in het voortraject geen steken vallen? En moet de voorbereiding op het uitstromen niet beter? ‘Ja’, zegt Van der Neut. ‘Maar dat is ook lastig, heb ik gemerkt. I heb wel eens voorlichting gegeven aan jongeren in kamertrainingscentra, over wat hen na hun achttiende te wachten stond. Dat landde niet, omdat ze de noodzaak nog niet voelden. Zo lang ze in de Jeugdzorg zitten, hebben ze een netwerk en hulp, van de groep en de begeleiding. Maar dat valt op hun achttiende ineens weg. Hoe het is om dan echt alles zelf te moeten doen, merken ze pas als ze het ervaren.’
Te jong?
Is achttien ook niet gewoon te jong? Inmiddels is de uitstroomleeftijd uit pleegzorg verhoogd naar 21 jaar, maar in de behandelgroepen en kamertrainingscentra is het nog altijd achttien. Op de vraag of dat niet ook naar 21 jaar moet, heeft Van der Neut een genuanceerd antwoord. ‘Als het op vrijwillige basis is, ben ik voor. Maar verplicht tot 21 jaar vind ik een slecht idee. Je moet niet vergeten: veel jongeren zijn op hun achttiende ook echt klaar met Jeugdzorg. Ze willen niet langer dat iemand anders alles voor hen bepaalt. Dan kunnen ze beter op hun achttiende uitstromen mét een goed vangnet: iemand in de buurt en ambulante hulp.’
Enthousiasme
Dat probeert Van der Neut met Kamers met Aandacht te realiseren. Ze ontwikkelde het idee als afstudeeropdracht voor haar master Management en Innovatie. In opdracht van de gemeente Utrecht kon ze vervolgens een eerste pilot draaien met zeven zorginstellingen. Het enthousiasme voor haar concept was groot, maar tot haar verbazing wilde geen van de zorginstellingen het concept overnemen of adopteren. ‘Dat is niet onze corebusiness’ of ‘we zijn maar verantwoordelijk tot ze achttien zijn’, kreeg Van der Neut te horen. ‘Dat heeft allemaal met geld en regelgeving te maken’, verzucht ze.
Strijden
Daarom ging Van der Neut het zelf doen en dat gaat voortvarend. Ondanks een moeizame start (vanwege de coronacrisis) heeft Kamers met Aandacht voet aan de grond gezet in 26 gemeenten, verspreid over acht inkoopregio’s. Maar het is nog geen heel vaste voet, zegt Van der Neut: ‘Gemeenten zijn enthousiast, maar ook zoekende. Waar en hoe kunnen ze ons project permanent onderbrengen? We worden nu vrijwel overal gefinancierd uit tijdelijke potjes.’
Ook elders moet van der Neut vaak strijd leveren om geld. ‘Ik heb geregeld dat jongeren na de verhuizing naar een kamer met Aandacht nog een half jaar hun eigen, vaste begeleider uit de jeugdzorg houden’, vertelt ze. ‘Dat vind ik heel belangrijk, maar daar heb ik echt voor moeten strijden. Die begeleider wordt namelijk betaald uit de verlengde Jeugdzorg. Dat is duurder dan bijvoorbeeld begeleiding vanuit de WMO. Voor mij is het inmiddels een voorwaarde: wil een gemeente dit niet, dan start ik niet.’
Botsende regels
Niet alleen financiering levert Van der Neut soms hoofdbrekens op, ze loopt ook regelmatig tegen beperkende of zelfs botsende regelgeving aan: ‘Ik word ingehuurd om dit probleem op te lossen. Dan vind ik particulieren bereid om een kamer of tuinhuis te verhuren en dan krijgen die daar – van diezelfde gemeente – geen toestemming voor. Dat geloof je toch niet? Inmiddels heb ik dankzij een subsidie van het Kansfonds gelukkig voor één dag per week een projectleider aan kunnen nemen, om beperkende wet- en regelgeving te tackelen.’
Vorm van mantelzorg
Kamers met Aandacht heeft tot nu toe dertig jongeren kunnen plaatsen. Is dat een druppel op de plaat van tienduizend dak- en thuisloze jongeren? ‘Je moet ergens beginnen’, zegt Van der Neut. ‘Het is mijn doel dat dit concept geoormerkt wordt als een vorm van mantelzorg. Als ik dat voor elkaar krijg, mogen mensen vergunningsvrij een mantelzorgwoning in hun tuin zetten, of de garage ombouwen. Als ik dat bij één gemeente voor elkaar krijg, volgen anderen hopelijk vanzelf. Dan kan ik echt meters maken.’