‘In Zweden hebben we een lange traditie van preventief werken waarbij school, politie en hulpverlening samenwerken. De laatste tijd is er steeds meer aandacht voor de jongere kinderen. We hebben nu “family centers” opgezet waarin alles samenkomt, van voorschool tot oudertrainingen. Het gaat om een vroege interventie op een informele manier. Pas als deze maatschappelijk werkers de casus niet meer aan kunnen, verwijzen ze door naar de daadwerkelijke hulpverlening.
Vrijwillig
Als hulpverlener coördineer je de hulp, maar dan alleen binnen je eigen domein, bijvoorbeeld maatschappelijk werk. Onderwijs en gezondheidszorg zijn de twee andere domeinen. Verder is vrijwillige en gedwongen hulpverlening niet gesplitst: een hulpverlener doet dus beide in hetzelfde gezin. ‘In Nederland zijn het twee gescheiden systemen, terwijl het vaak over hetzelfde gezin gaat. Wat de ene dag een licht probleem is, kan de volgende dag ineens zwaar zijn. Het is niet efficiënt om dan een heel ander traject toe te voegen, terwijl jij als hulpverlener al in dat gezin aanwezig bent’, aldus Josefsson.
‘In Noorwegen is de jeugdzorg erg overzichtelijk geregeld. Er is slechts één deur waar iedereen door naar binnen moet’, vertellen Marit Klemp Stephansen en Arild Heskje. In Nederland zijn er ontzettend veel deuren, vinden ze. ‘Hoe weet een cliënt waar hij de juiste hulp moet vragen?’ Lees hier meer over de Noorse aanpak >>
Aanspreekpunt
‘We werken in gezinnen met één persoon als aanspreekpunt, die ook alles regelt, inclusief benodigde hulp. Vele anderen zijn betrokken en bezorgd, maar er is maar één iemand die coördineert. Een generalist kan ook niet meer zijn dan dat, je kunt niet jarenlang een gezin volgen en ook nog alle hulp bieden. Dat houd je niet vol.’
Particulier
‘Ik heb in Nederland gezien dat dat heel anders gaat. Er zijn veel hulpverleners betrokken bij één gezin, er zijn ook veel meer particuliere organisaties die iets te bieden hebben. In Zweden hebben we uitsluitend overheidsinstanties. Dat maakt het overzichtelijk. Mensen werken beter samen, en het is makkelijker te besturen.’
Specialistisch
‘Het is grappig om te zien dat het in Nederland nu vooral gaat over generalistisch werken, terwijl we in Zweden de omgekeerde weg volgen. Toen ik in de jaren zeventig begon als maatschappelijk werker, kwam je in een gezin voor zowel het kind als de ouder(s). Een holistische aanpak. Nu werken we meer specialistisch en komen we alleen voor het kind. Een andere hulpverlener richt zich op de moeder en haar verslaving of psychische problematiek. Daar ben ik niet gelukkig mee. Aan de andere kant levert specialistisch werk wel meer kennis op.
Staatssecretaris Martin van Rijn, minister Ronald Plasterk, staatssecretaris Fred Teeven, Kinderombudsman Marc Dullaert en de voorzitter van de VNG directieraad Jantine Kriens zijn twee dagen op bezoek in Denemarken. Ze laten zich voorlichten over de Deense hervorming van het jeugdzorgstelsel. Lees hier meer >>
Uithuisplaatsing
‘De resultaten van onze aanpak die vooral gericht is op preventie, zijn moeilijk te meten, maar we weten wel dat er minder uithuisplaatsingen zijn na jaren waarin het aantal alleen maar toenam. We interveniëren in een vroeg stadium, op een ongedwongen manier. De kracht van ons systeem? De family centers spelen een belangrijke rol omdat dit een ontmoetingsplek is waar zelfs ouders zonder problemen naartoe komen. Dit is dus de vindplek voor hulpverleners.’
Preventie
‘Wat ik van de jeugdzorg in Nederland heb geleerd? Outreachend werken en uitgaan van de kracht van een gezin. Andersom kunnen de Nederlanders van ons leren dat er meer aandacht moet zijn voor preventie, en ook meer focus op het kind zelf. We werken met een methode die uitgaat van de driehoek ‘behoefte kind’, ‘mogelijkheden ouders’ en ‘familie/maatschappij’, waarbij het kind nadrukkelijk centraal staat. We merken dat je zo sneller medewerking krijgt van ouders omdat ze natuurlijk het beste voor hun kind willen.
Samenwerken
‘Ik zie in Nederland veel ambitie, maar tegelijkertijd ook een fragmentarisch systeem. Ik begrijp dat dat verbeterd gaat worden, maar hoop ook dat daar genoeg tijd voor genomen wordt. Een hele omslag. Samenwerking is daarbij belangrijk, net zoals de verantwoordelijkheid die de overheid moet blijven nemen – zeker in een klein land – als het gaat om kinderbescherming en andere speciale maatregelen. Je kunt niet alles overlaten aan de gemeenten.’
Het Nederlands Jeugdinstituut heeft in 2013 onderzoek gedaan in Noorwegen, Zweden, Finland en Denemarken naar de rol, positie en taken van de sociaal werker in die landen. Berith Josefsson kwam op uitnodiging van het NJi naar Nederland.