Participatie

LVB

Er wordt te laat hulp verleend en op de verkeerde manier

Huishouden, werk, sociale contacten en vrije tijd. Voor de 1,2 miljoen mensen met een verstandelijke beperking is meedoen op alle terreinen problematisch. Bij de hulp en ondersteuning wordt te veel de nadruk gelegd op zelfredzaamheid. En daar gaat het mis, concluderen onderzoekers van het Sociaal en Cultureel Planbureau. ‘Een verstandelijke beperking wordt vaak niet herkend.’
Waarom faalt hulp als de problemen zich opstapelen?

Waarom faalt hulp als de problemen zich opstapelen?

Onderzoekers Harry Kruiter en Floor Kellerman van het Instituut voor Publieke Waarden laten in hun nieuwe onderzoeksrapport zien hoe mensen met een stapeling van soms slechts twee of drie problemen uitgesloten worden van hulp. ‘Het is de harde waarheid over onze welvaartsmaatschappij dat wij nog steeds niet in staat zijn om deze mensen te helpen.’
Wijkteam

Maatwerk verantwoorden met de kassabon

Het wijkteam Pathmos-Stadsveld in Enschede probeert telkens weer passende maatwerkoplossingen te vinden. Een flexibel budget dat op meerdere terreinen wordt ingezet en een uitgebreid mandaat voor de wijkcoaches maken dit mogelijk. Maar graag wel met kassabon.
Participatie

Blog: Participeren in de survivalstaat

'Voor de rolstoelende burger was het devies: handjes niet alleen aan de wielen, handjes vooral uit de mouwen voor een leefbaar huis, want er was geen geld meer.'
Participatie
Niels vraagt om echt maatwerk

Niels vraagt om echt maatwerk

Maatwerk en meedoen naar vermogen. Het zijn mooie woorden, maar ze helpen de 22-jarige Niels Aussems niet uit de Wajong. ‘Door mijn label wordt mijn talent niet gezien.’

Over participatie

Wat is de Participatiewet?

Participatie: iedereen die kan werken, maar die het zonder ondersteuning niet redt op de arbeidsmarkt, valt sinds 1 januari 2015 onder de Participatiewet. Doel van deze wet is dat meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, werk vinden. In de Participatiewet wet zijn de voormalige Wet sociale werkvoorziening, de Wet werk en bijstand en de Wajong samengevoegd. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet.

Lees meer

Sinds de invoering van de Participatie wet op 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk om mensen die ondersteuning nodig hebben, aan de slag te participeren op de arbeidsmarkt. Om dit te kunnen realiseren, zijn er in de wet een aantal instrumenten opgenomen die gemeenten moeten helpen zoals loonkostensubsidie en beschut werk. Naast het bieden van ondersteuning die gericht is op arbeidsinschakeling, hebben gemeenten ook de taak om inwoners die onder de Participatie wet vallen, wanneer dat nodig blijkt, inkomensondersteuning te bieden. Gemeenten bepalen zelf welke inwoners voor welke vorm van ondersteuning in aanmerking komen.

Participatie subsidie

Om daadwerkelijk te zorgen dat mensen die ondersteuning nodig hebben in dienst genomen worden door een werkgever, kunnen gemeenten werkgevers een loonkostensubsidie verstrekken. Deze subsidie kan uitgekeerd worden als een werkgever iemand in dienst neemt die per uur niet volledig productief zijn en daardoor eigenlijk niet het wettelijk minimum loon kunnen verdienen.

Beschut werk en banenafspraak

Een ander onderdeel van de Participatie wet is de opbouw van beschut werk. Beschut werk is bedoeld voor mensen die zo veel begeleiding nodig hebben op hun werkplek (bijvoorbeeld door hun lichamelijke of psychische beperking) dat het niet realistisch is om van een reguliere werkgever te verwachten dat hij hen in dienst neemt. Daarom is er vanuit het rijk budget beschikbaar gesteld om in totaal 30.000 beschutte werkplekken te realiseren. Dit gaat echter nog niet zo voorspoedig als gehoopt. Zo was er in 2015 bijvoorbeeld budget om 1600 plekken te realiseren, uiteindelijk zijn dat er maar 44 geworden. De Tweede Kamer heeft daarom vastgesteld dat gemeenten vanaf 1 januari 2017 verplicht zijn om beschut werk aan te gaan bieden. Binnen vijf jaar moeten de plekken die in 2015 en 2016 niet gerealiseerd werden, alsnog beschikbaar komen. Het totaal van 30.000 plekken moet in 2048 gehaald zijn.

Banenafspraak participatie

En dan is er nog de banenafspraak participatie. In 2013 is, in het sociaal akkoord, afgesproken dat werkgevers voor 2026 stapsgewijs 100.000 extra banen creëren voor mensen met een ziekte of een handicap. De overheid creëert daar bovenop ook 25.000 banen. Deze banenafspraak staat los van het bieden van beschut werk. Wanneer de doelstellingen van de banenafspraak niet gehaald worden, kan er een dwingend quotum afgesproken worden. Dat quotum houdt in dat op termijn elke werkgever met 25 en meer werknemers een formele verplichting krijgt arbeidsplaatsen open te stellen aan mensen met een arbeidsbeperking en moet betalen voor niet vervulde plekken.

Tegenprestatie en basisinkomen

Naast regels, subsidiemogelijkheden en afspraken voor en met werkgevers, zijn er in de Particpatiewet ook verplichtingen opgenomen voor burgers. Eén van die verplichtingen is de tegenprestatie naar vermogen. Dit betekent dat gemeenten inwoners die een bijstandsuitkering ontvangen, kunnen verplichten hier een tegenprestatie voor te leveren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verplicht uitvoeren van vrijwilligerswerk. De enige voorwaarden die het rijk stelt aan de tegenprestatie, is dat de tegenprestatie het re-integratiebeleid niet mag doorkruisen en dat er geen tegenprestatie gevraagd mag worden van alleenstaande ouders die de volledige zorg hebben voor één of meer kinderen tot vijf jaar.

Participatie en het basisinkomen

Om na te gaan of mensen met een bijstandsuitkering sneller uitstromen naar werk en daardoor dus minder (lang) afhankelijk zijn van een uitkering, wordt er nu in verschillende gemeenten getest of een basisinkomen zou werken. Er zijn hiervoor verschillende experimenten in gang. Vanuit het rijk wordt een experiment gesubsidieerd. In dit experiment mogen bijstandsgerechtigden deelnemen op vrijwillige basis en worden ze ingedeeld in drie groepen: een ontheffings-, een intensiverings- en een vrijlatingsgroep. Op die manier kunnen gemeenten testen hoe gedrag van bijstandsgerechtigden verandert naarmate ze meer of minder verplichtingen krijgen en wel of geen geld mogen bijverdienen naast hun uitkering. Een aantal gemeenten, zoals Terneuzen en Zwolle, die dit experiment te ingewikkeld vinden, ontwikkelen zelf experimenten waarbij de regeldrang minder hoog is.

Uitgelicht congres

Cultuursensitieve Zorg Congres

DELEN
Vorig artikelJeugdhulp
Volgend artikelInformele zorg
Mark van Dorresteijn
Lorem ipsum dolar sit amet.