Wmo

Zorgverzekeringswet: wat is het verschil met de Wmo?

5 vragen over de Zorgverzekeringswet: wat is het verschil met de Wmo?

Mantelzorgers, wijkverpleegkundigen, begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking, maar ook schuldhulpverleners en budgetcoaches. Vroeg of laat krijgen ze allemaal te maken met cliënten die vragen hebben over de Zorgverzekeringswet. Wat is bijvoorbeeld het onderscheid tussen de Wmo en deze wet? Zorg+Welzijn beantwoordt vijf belangrijke vragen.
Armoede
Armoedebestrijding

Overerfbaar: families die al tachtig jaar in armoede leven

‘Het ene arme gezin is het andere niet’, stelt Dirk Strijker, emeritus-hoogleraar plattelandsontwikkeling aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij leidt een groot onderzoek naar overerfbare armoede in de Veenkoloniën. Gemeenten, woningbouw- en welzijnsorganisaties moeten volgens hem veel meer oog hebben voor die verscheidenheid.
Armoede
kopzorgen

Wat zijn de maatschappelijke gevolgen van de coronacrisis?

Hoe gaat het met de mantelzorgers? En wat kunnen we aan armoede- en schuldenproblematiek verwachten de komende tijd? Dertien onderzoekers van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) stelden zich deze en andere vragen, op basis van de huidige wetenschappelijke kennis.
Armoede
Gezin in armoede heeft vooral behoefte aan rust

Actieve rol kerken bij armoedebestrijding is broodnodig

SOCIAAL BESTEK - Kerken spelen een actieve rol in de lokale armoedebestrijding. Dat is ook echt nodig blijkt uit het onderzoek ‘Armoede in Nederland 2019'. Het aantal hulpvragen bij kerken is de afgelopen drie jaar flink gestegen. Functioneert het zorg- en beschermingsnet van de overheid wel voldoende?
Armoede
Armoedebestrijding

Tamara Madern: ‘Financiële zelfredzaamheid is fietsen zonder zijwieltjes’

‘We moeten misschien wel af van het woord schuldenaar’, oppert lector Tamara Madern tijdens het Zorg+Welzijn Congres Armoede en Schulden Doorgrond. Wat is nodig om mensen met risicovolle of problematische schulden te helpen? Madern legt de “Brede Schuldenaanpak” van het kabinet onder de loep. ‘Er is vooral aandacht en betrokkenheid nodig.’
Armoede
1-zelfredzaamheid-PicScout.jpg

Zelfredzaamheid eisen is soms onbehoorlijk

‘Wanneer de overheid vasthoudt aan zelfredzaamheid als norm, worden drempels opgeworpen waardoor mensen worden uitgesloten van voorzieningen', dat zegt de Nationale ombudsman in zijn jaarverslag.

Over wmo

Elke gemeente zijn eigen zorg en ondersteuning

Bijna 2 miljoen mensen krijgen zorg en ondersteuning, volgens de kerncijfers 2015 van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Veelal uit het informele netwerk. Vanaf 2015 wordt zorg en ondersteuning vanuit de Wmo door gemeenten georganiseerd en gefinancierd. Uitgangspunt is dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Dat heeft geleid tot werken in wijkteams, een woud aan pilots en veel discussie over Wmo.

Lees meer

Gemeenten worden sinds 1 januari 2015 geacht ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeente geeft ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn.

Onderzoek naar de uitvoering van de Wmo

Uit onderzoek naar de uitvoering van de Wmo blijkt dat in 2016 de waardering voor wijkteams ietsje is gedaald naar van 6,7 in 2015 naar 6,6. De grootste problemen van de decentralisatie zitten nog steeds in het jeugdhulp. Een op de 5 Nederlanders vindt dat de decentralisaties goed uitpakken. 47 Procent heeft geen vertrouwen in de decentralisatie, vooral niet bij de uitvoering van de ouderenzorg. Dat blijkt uit een onderzoek van I&O Research. Vlak vóór 2015, voordat de Wmo en Jeugdwet overgingen naar de gemeente, gaf 54% aan geen vertrouwen te hebben.

Verschillende vormen van hulp en ondersteuning onder Wmo

Onder de Wmo vallen verschillende vormen van hulp en ondersteuning. Het gaat bijvoorbeeld om: begeleiding en dagbesteding; ondersteuning van mantelzorger; beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis; opvang in geval van huiselijk geweld en mensen die dakloos zijn. Maar ook om ondersteuning die past bij persoonlijke situatie van de cliënt die een zorgvraag heeft. Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket. Veel gemeenten kiezen sociale wijkteams waar mensen terecht kunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente. De gemeente kan onder voorwaarden een persoonsgebonden budget (pgb) geven. Met een pgb kan de cliënt de ondersteuning zelf kiezen en inhuren.

Meldt iemand zich bij de gemeente met het verzoek om ondersteuning, dan moet de gemeente onderzoek doen naar de persoonlijke situatie. Vooral over dat onderzoek naar de hulpvraag van de cliënt via het zogenoemde “keukentafelgesprek” is veel discussie geweest vanaf het begin van de decentralisatie in 2015. De keukentafelgesprekken leidden tot veel klachten en tot gefrustreerde cliënten en mantelzorgers. Daar is zeker door gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties en door sociaal werkers van geleerd.

Decentralisatie in de Wmo

De decentralisatie van zorg en ondersteuning in de Wmo heeft een fase van ontwikkeling doorgemaakt. Dat heeft ook geleid tot flinke discussies in de diverse gemeenten over hoe de Wmo vorm te geven. Het heeft ook geleid tot experimenten, pilots die opkomen en net zo snel weer afvallen. Het heeft geleid tot ketenzorg en samenwerking, en zorg dichtbij de cliënt. In dit dossier vind je artikelen die weergeven hoe de discussie is gevoerd en waartoe de transitie heeft geleid. Met alle voors en tegens en ontwikkelingen in de zorg en ondersteuning voor burgers en kwetsbare mensen.

Wmo-cijfers

Tot slot nog een paar cijfers uit de publicatie in april 2017 van I&O Research: De professionele hulp en begeleiding worden door zorggebruikers in 2016 met een 7,4 gewaardeerd, dat was een 7,7 in 2014. Een op de tien mensen geeft een onvoldoende aan de geboden hulp. De belangrijkste redenen zijn de lange wachtlijsten (57%), niet goed luisteren naar de hulpvrager (50%) en niet goed samenwerken tussen organisaties (43%).

DELEN
Vorig artikelZelfredzaamheid
Volgend artikelLVB
Mark van Dorresteijn
Lorem ipsum dolar sit amet.