Wmo

Wmo

‘Stoppen met de Wmo is moeilijk, want dan moet alles weer op de schop’

Maatschappelijke organisaties kunnen meer bereiken voor hun cliënten als ze samenwerken. Is het aanbod van zorg en ondersteuning sinds de invoering van de Wmo verbeterd? Dat onderzocht bestuurskundige René van Kuijk. Zijn conclusie leidt tot een vergaande vraag: ‘Moeten we hiermee doorgaan?’
Domein overstijgende samenwerking

Samenwerking tussen domeinen? Dit zijn de obstakels en (mogelijke) oplossingen

Domein overstijgend samenwerken staat al jaren hoog op het verlanglijstje in de zorg en welzijnssector. Maar in de praktijk komt men vooralsnog niet veel verder dan (weliswaar veelbelovende) pilots en proeftuinen. Wat is er nodig om domein overstijgende samenwerking wél op grote schaal mogelijk te maken? De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS) deed onderzoek naar de belangrijkste obstakels en kansen.
Participatie
Ouderen van de toekomst

Hoe houd je ouderen van de toekomst betrokken?

‘De ouderen van nu zijn niet de ouderen van de toekomst. Wie heeft er nu nog een oma in bloemetjesjurk?’ Moniek van Daal, oprichtster van Club Goud, is ervan overtuigd dat zo lang mogelijk meedoen in de maatschappij een positieve invloed heeft op kwaliteit van leven. ‘Sociaal professionals moeten meebewegen.’
Transformatie

‘Wat is nu goede zorg? Begin daar eens mee’

Gemeenten zijn na de transitie als een kip zonder kop aan de slag gegaan. Beleidsarm en zonder al te veel visie, concludeert Marcel Boogers, hoogleraar Innovatie en Regionaal Bestuur aan de Universiteit Twente. ‘Een visie op goede zorg ontbreekt.’
Wmo

Welzijn op Recept, het boek

De helft van de patiënten dat bij de huisarts komt, heeft psychosociale problemen. Niet medicijnen, maar activiteiten zijn een betere remedie. Huisarts Jan Joost Meijs en onderzoeker Miriam Heijnders hebben het boek 'Welzijn op recept' geschreven.
Wmo

SCP: Anders werken in sociaal domein gaat maar moeizaam

Gemeenten staan achter de uitgangspunten van de Wet Maatschappelijke ondersteuning die in 2015 werd ingevoerd. Het uitvoeren van de wet vinden veel gemeenten echter nog wel lastig. Dat concludeert het Sociaal Cultureel Planbureau.

Over wmo

Elke gemeente zijn eigen zorg en ondersteuning

Bijna 2 miljoen mensen krijgen zorg en ondersteuning, volgens de kerncijfers 2015 van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Veelal uit het informele netwerk. Vanaf 2015 wordt zorg en ondersteuning vanuit de Wmo door gemeenten georganiseerd en gefinancierd. Uitgangspunt is dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Dat heeft geleid tot werken in wijkteams, een woud aan pilots en veel discussie over Wmo.

Lees meer

Gemeenten worden sinds 1 januari 2015 geacht ervoor te zorgen dat mensen zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De gemeente geeft ondersteuning thuis via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen die niet op eigen kracht zelfredzaam zijn.

Onderzoek naar de uitvoering van de Wmo

Uit onderzoek naar de uitvoering van de Wmo blijkt dat in 2016 de waardering voor wijkteams ietsje is gedaald naar van 6,7 in 2015 naar 6,6. De grootste problemen van de decentralisatie zitten nog steeds in het jeugdhulp. Een op de 5 Nederlanders vindt dat de decentralisaties goed uitpakken. 47 Procent heeft geen vertrouwen in de decentralisatie, vooral niet bij de uitvoering van de ouderenzorg. Dat blijkt uit een onderzoek van I&O Research. Vlak vóór 2015, voordat de Wmo en Jeugdwet overgingen naar de gemeente, gaf 54% aan geen vertrouwen te hebben.

Verschillende vormen van hulp en ondersteuning onder Wmo

Onder de Wmo vallen verschillende vormen van hulp en ondersteuning. Het gaat bijvoorbeeld om: begeleiding en dagbesteding; ondersteuning van mantelzorger; beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis; opvang in geval van huiselijk geweld en mensen die dakloos zijn. Maar ook om ondersteuning die past bij persoonlijke situatie van de cliënt die een zorgvraag heeft. Iedere gemeente organiseert de toegang tot ondersteuning op zijn eigen manier. Sommige gemeenten kiezen voor het Wmo-loket. Veel gemeenten kiezen sociale wijkteams waar mensen terecht kunnen met hun hulpvraag. Wat het wijkteam precies doet, verschilt per gemeente. De gemeente kan onder voorwaarden een persoonsgebonden budget (pgb) geven. Met een pgb kan de cliënt de ondersteuning zelf kiezen en inhuren.

Meldt iemand zich bij de gemeente met het verzoek om ondersteuning, dan moet de gemeente onderzoek doen naar de persoonlijke situatie. Vooral over dat onderzoek naar de hulpvraag van de cliënt via het zogenoemde “keukentafelgesprek” is veel discussie geweest vanaf het begin van de decentralisatie in 2015. De keukentafelgesprekken leidden tot veel klachten en tot gefrustreerde cliënten en mantelzorgers. Daar is zeker door gemeenten, zorg- en welzijnsorganisaties en door sociaal werkers van geleerd.

Decentralisatie in de Wmo

De decentralisatie van zorg en ondersteuning in de Wmo heeft een fase van ontwikkeling doorgemaakt. Dat heeft ook geleid tot flinke discussies in de diverse gemeenten over hoe de Wmo vorm te geven. Het heeft ook geleid tot experimenten, pilots die opkomen en net zo snel weer afvallen. Het heeft geleid tot ketenzorg en samenwerking, en zorg dichtbij de cliënt. In dit dossier vind je artikelen die weergeven hoe de discussie is gevoerd en waartoe de transitie heeft geleid. Met alle voors en tegens en ontwikkelingen in de zorg en ondersteuning voor burgers en kwetsbare mensen.

Wmo-cijfers

Tot slot nog een paar cijfers uit de publicatie in april 2017 van I&O Research: De professionele hulp en begeleiding worden door zorggebruikers in 2016 met een 7,4 gewaardeerd, dat was een 7,7 in 2014. Een op de tien mensen geeft een onvoldoende aan de geboden hulp. De belangrijkste redenen zijn de lange wachtlijsten (57%), niet goed luisteren naar de hulpvrager (50%) en niet goed samenwerken tussen organisaties (43%).

DELEN
Vorig artikelZelfredzaamheid
Volgend artikelLVB
Mark van Dorresteijn
Lorem ipsum dolar sit amet.